Een vraag voor Ger de druifexpert

Ger druivenexpert

Vinoloog en ampelograaf Ger bespreekt de druivenrassen:

Een vraag voor Ger de druifexpert

 

 

De witte wijn was een Valdepenas, 100% Airèn. Heerlijk! Ger, is het waar dat dit de meest geteelde druif is? Dat klopt inderdaad, maar om even snel een misverstand uit de wereld te helpen is het zo dat de druif alleen in Spanje verbouwd wordt. En dan met name in het gebied La Mancha, op zo'n 480.000 ha. En in Valdepenas, zo'n 20.000 ha. Dus vrijwel niet in andere landen! De druif wordt ook veel gebruikt voor de destillatie van Spaanse brandy. Veel bulkwijn wordt er van gemaakt en de laatste jaren ook een kwaliteitswijn, die zacht en kruidig smaakt. Een kleine hint naar de Chardonnay is op z'n plaats. De oogst vindt altijd vrij vroeg plaats, vanwege de te behouden zuurgraad. Het zijn wijnen met een alcohol-perccetage tussen de 12 en 14%.

 

De Albarino -druif komt veel voor in Noord-west Spanje, waar er witte wijn van gemaakt wordt. In Noord-Portugal kennen we deze druif als de Alvarinho -druif. Hier wordt er ook Vinho-Verde-wijn van gemaakt. Bij mijn weten is dit de beste druif voor deze wijn. Ze zijn zeer rijk aan suikers. We hebben het over de witte Vinho Verde-wijnen, want er bestaat ook een rode versie. Wijnen gemaakt van de Alvarinho leveren vaak de beste kwaliteit. Ze worden kort gesnoeid en vaak zie je in dit gebied de pergola-bouw. Ik heb er verschillenden van geproefd. Er zijn 6 productie-gebieden, te weten: Moncão, Lima, rond Braga, Basto, Penafiel en Amarante. Als laatste geef ik je mee, dat men vermoedt dat deze druif een kloon is van de Riesling -druif uit de Elzasstreek. Zou kunnen!

 

De rode druivensoort Aglianico komen we tegen in het zuiden van Italië en wel in de aangrenzende gebieden Basilicata en Campania. In Campania wordt de druif ook wel Uva Nero genoemd. Men vermoedt dat al in de 7e eeuw voor Christus de Phoeniciërs uit Griekenland de druif aan land hebben gebracht. De Grieken hebben ook nederzettingen op Sicilië in die tijd gesticht. Er werd mogelijk de beroemde wijn Falernum van gemaakt, waar de Romeinen verzot op waren (tot de 4e eeuw na Chr. werd deze ‘de wijn van de Cesars’ genoemd, vandaar oa.de naam Uva Nero). Of het is een kloon of voorvader van deze druif geweest, want in 2001 heeft de universiteit van Milaan via DNA-onderzoek uitgewezen, dat de druif geen enkel verwantschap vertoont met bekende Griekse druiven van nu. Tegenwoordig worden er stevige rode wijnen van gemaakt, als ook degelijke rosés.

 

De in de volksmond bekendstaande druif Alicante staat voor een kruising tussen twee druiven en wel Franse van oorsprong, te weten de Grenache druif en de Petit Bouschet druif. Gedaan door ene meneer Louis Bouschet de Bernard halverwege de 19e eeuw. Later is de naam Alicante bekend geworden door de kruising van de Teinturier du Cherdruif met de Aramon druif. Het heeft niets te maken met de wijnen uit Alicante in Spanje. Aangezien de wijn, die jij gedronken hebt uit Italie komt, nu dat verhaal. Het Maremmagebied ligt in Toscane bij de Middellandse zee. Dit geweldige vruchtbare gebied strekt zich uit van Livorno tot het eiland Monte Argentario. De laatste jaren hebben een aantal wijnen hier de d.o.c.g.status verkregen. De beroemde Sassicaia-wijn komt hier ook vandaan. Vanwege het grote vakmanschap, de ideale bodemstructuur en het perfecte klimaat maakt men hier nu absolute topwijnen! De Alicante wordt hier vermengd met de Ciliegiolo -druif. Het levert een kruidige wijn met diepe kleur op en degelijke, soepele toegangelijke tannines met een perfecte zuurgraad. And last but not least een wijn, die barst van het rijpe fruit in de smaak! De druif is dus nogmaals van Franse oorsprong en in het Midi-gebied in Zuid-Frankrijk kom je wijnen nog steeds tegen van de Alicante (Bouschet) icm. de Grand Noir de la Calmette en de Aramon druif. In Italie kunnen deze wijnen het echt serieus opnemen tegen de beroemde Brunello di Montalcino-wijnen. Sommigen zijn gewoon nog veel mooier van aard! Uit het Maremma-gebied komen echt nu de meest fantastisch gemaakte wijnen voort!

 

De Aligoté - druif hadden we nog niet besproken. Allereerst stamt deze druif ook af van de ongeveer 2000 jaar geleden gekruiste druiven Pinot en de Gouais -blanc-druif. Dus een druif met geschiedenis zullen we maar zeggen. Je komt de druif natuurlijk tegen in het Bourgogne-gebied, waar er Bourgogne-Aligotés van gemaakt worden. Het levert een sappige, licht-fruitige wijn op, die vooral vroeger bekend stond om ook haar te hoge zuurgraad. Nu is dat stukken beter verzorgd. Ook in mousserende Bourgognes tref je deze druif aan. En we komen de druif tegen bij de Beaujolais-blanc wijnen. Maar dan wel icm. de Chardonnay en de Pinot-Blanc -druiven. Tientallen jaren terug plantte men hier naast de Gamay-Noir ook om en nabij de 10% Aligoté en Gamay-Blanc aan om er na de oogst Rosé van te maken. Het mag nog steeds bij wet, maar je ziet het nauwelijks meer. Ja en de Aligoté-druif kom je ook nog tegen in Bulgarije, Roemenië, Californië en in de wat koelere streken van Noord en Zuid-Amerika (westkusten). Als laatste wil ik erover vermelden dat je twee soorten Aligoté-druiven hebt namelijk: De Aligoté Vert en de Aligoté Doré, waarvan de laatste de mooiste wijn oplevert. Synoniemen voor deze druif zijn: de Plant Gris en de Blanc de Troyes. De wijnen dienen wel jong gedronken te worden en zijn hooguit 3 à 4 jaar houdbaar. Op wie weet wat uitzonderingen na dan!

 

Eigenlijk zijn er geen verschillen tussen de André en de Zeigfelt druif. De André is een kruising tussen de Lemberger (=Blaufränkisch druif) en de St.Laurent (=afstammeling van de Pinot Noir druif). De Zweigeltdruif is een kruising tussen de St.Laurent en de Blaufränkischdruif (=Lembergerdruif). Je komt ze beide tegen in Duitsland, Oostenrijk en in Canada. Ze zijn goed tegen kou bestand en het zijn vroeg rijpende druiven. Er kunnen behoorlijk goede rode wijnen van gemaakt worden, die ook een aantal jaren kunnen ouderen.
 

We reizen af naar Italië, om precies te zijn naar het zuiden van Piëmonte. In de buurt bij Alba, waar de witte truffels vandaan komen. In de streken Langhe en Roero met elk hun eigen D.O.C. (appellation) treffen we de druif Arneis aan in de wijngaarden. Weliswaar niet op grote schaal, maar de druif bestaat dus wel degelijk! Er wordt een strogele wijn van gemaakt, die in het bouquet de aroma’s heeft van wat honing en munt. In de smaak herkennen we weer het bekende bittertje en in de afdronk komen we wat amadeltonen tegen. Het is trouwens een vrij dure wijn! We praten over 20 à 25 Euro/fles. De druif werd al in de Middeleeuwen verbouwd en toen werden er voornamelijk zoete wijnen van gemaakt. Daarna raakte de wijn uit de gratie en het duurde tot de jaren tachtig, negentig, dat er weer meer van deze wijn werd gemaakt. Een beroemd wijnhuis, dat altijd deze wijn is blijven maken heet Bruno (Fratelli) Giacosa. In de jaren tachtig en negentig zijn er dus meer producenten bij gekomen. Volgens sommigen doet de wijn enigszins aan een Pinot Gris denken uit de Elzasstreek in Frankrijk. De wijn wordt nu zowel droog als zoet gemaakt. De zoete versie dan van in de zon gedroogde druiven (Passito). Deze kan heel goed ouderen!

 

We gaan zoals zo vaak weer naar Frankrijk en nu naar het zuidwesten. Naar het gebied Les Landes, waar vele wijnen onder de naam Vins de Pays worden gemaakt en verkocht. De Arriloba -druif is een kruising tussen de Raffiat de Monade -druif (waarschijnlijk van origine Italiaans) en de Sauvignon-blanc -druif. Deze kruising kwam met toestemming al in 1960 op de wijnmarkt en wordt sindsdien dus verbouwd zij het op kleine schaal. De Raffiat wordt ook wel de Rousselet -druif genoemd. De Arriloba is dus een witte druivensoort, waarvan een vin doux wordt gemaakt. (40 gram restsuiker/liter) De wijn heeft zowel in de neus als in de smaak tonen van ananas. Meestal met een percentage alcohol van om en nabij de 14 %. Ze kan rustig een aantal jaar ouderen. Er bestaat ook een droge versie van, maar die moet jong gedronken worden (binnen 2 jaar). En oh ja, in West Australië tref je deze druif ook aan.

 

De Grieken dronken zowel rode als witte wijnen. Ze hebben ervoor gezorgd, dat de wijncultuur werd verspreid naar alle kusten van het Middellandse Zeegebied. Vaak waren dat volle zoete wijnen, die ze als ruilhandel aanboden. Oa. op het eiland Kreta staan nog steeds zeer oude inheemse druivensoorten (de Mandilari en de Kotsifali, beiden staan voor zeer tanninerijke rode wijnen). Kreta is altijd gevrijwaard gebleven van de Phylloxera-ramp (rond 1855). Maar ook een zeer oude inheemse soort is de Assyrtico -druif, die voorkomt op het eiland Santorini (was dit niet het oude verdwenen Atlantis?). Daar werd een gortdroge witte wijn van gemaakt. Wat te denken van de beroemde witte Retsina-wijn en de rode variant de Kokkinel. Beiden bekend om hun toegevoegde hars tijdens de gisting. De Retsina werd en wordt gemaakt van de Roditusdruif en de Savatianodruif. In de oude tijden werd de wijn opgeslagen of vervoerd in lederen zakken of stenen kruiken. De naden van de zakken en de stenen stoppen werden ingesmeerd met hars van de Aleppo-dennenboom. Dit om lekken en indringing van zuurstof te voorkomen. Naderhand werd de hars bewust toegevoegd, ook omdat het een uitstekend conserveermiddel bleek te zijn. De Retsina-wijn heeft trouwens een uniek beschermde benaming, te weten: 'Appellation Traditionelle'. 'Wat is de oudste druivensoort? 'vraag je... Om te beginnen groeide de wilde wingerd al voor de ijstijd en sommigen hebben die koude overleefd. Uit zeer oude versteningen is dat te concluderen (dik 10000 jaar geleden dus). De wingerd behoorde gewoon tot de inheemse plantengroei! Ergens in de 7e eeuw voor Chr. hebben ze de plant gecultiveerd en via oude teksten in spijkerschrift en oude hiërogliefen blijkt, dat er al een levende wijnhandel bestond in Perzië (nu Iran geheten), Turkije en Armenië (4e eeuw voor Chr.). Maar nogmaals de Grieken hebben de wijncultuur naar het westen toe verspreid. Ten tijden van de Farao's was er ook al wijnbouw. De oudste nog steeds actieve wijngaard ter wereld ligt dan ook hier. 'Omar Khayyam' is de naam (3500 jaar oud). Hier werd toen al de nu nog bekendstaande Chasselas -druif' gebruikt. Bacchus was de god van de wijn voor de Romeinen en Dionysos voor de Grieken (zoon van Zeus).

 

Je kunt inderdaad zelf in je tuin druiven kweken. Het zijn dan meestal consumptie-druiven, zoals daar zijn de Boskoop, de Cascade, de Magliasina, de Medina, de Muscat bleu en de Regent (allen blauwe druiven). Maar ook wit, zoals de Aurora, de Bianca en de Excelsior. Vaak is een pergola een uitkomst dan. Deze druiven zijn goed bestand tegen schimmels. Na een jaar of 4 a 5 kun je de eerste trosjes druiven verwachten. Kijk of je moet bijvoorbeeld de Apostelhoeve nemen in Limburg. Daar verbouwd men al jaren met succes echte witte wijn druivensoorten, zoals de Auxerrois, de Muller Thurgau, de Riesling en de Pinot Gris. Er zijn meer plekken in Nederland, waar men met succes druiven verbouwd en daar een goede wijn van weet te maken. Bij een tuincentrum kan je informeren naar de aanschaf van deze planten

 

De witte druif, Bacchus. Dit is een kruising tussen de Riesling, de Müller-Thurgau en de Sylvaner-druif. Je komt de Bacchus-druif tegen in Engeland, Duitsland en in Canada. Het is een sterke druivensoort (goed tegen vorst bestand) en kan in mooie jaren doorgroeien tot het prädikat ‘Auslese-type’. Normaal worden er droge witte wijnen van gemaakt.

 

Bij mijn weten is de Black Muscat een tafeldruif, die in Australië zo bekend staat. Heel af en toe wordt er daar wijn van gemaakt. Hij staat synoniem voor de Muscat Hamburg, die je veel in Oost Europa tegenkomt. Deze donker gekleurde druif geeft dunne rode wijnen en wordt ook veel meer als tafeldruif geconsumeerd. Vroeger kwam de Muscat niet in Zuid-Afrika voor, maar nu sluit ik dat niet uit. Zuid-Afrika, waar ook Sherry en verschillende soorten Port wordt gemaakt. Verder is het zo, dat je deze druif ook in Italië tegenkomt, zij het in zeer kleine productie. En in Californië kom je hem ook tegen. Ze maken er daar een dessertwijn van en een mousserende wijn in de vorm van een rose-Champagne.

 

We reizen af naar de Bairrada-streek en dat ligt ten zuiden van Oporto. Hier worden witte en rode wijnen gemaakt. De bodem bestaat uit klei, leem en zand. Het klimaat heeft lange en soms ook koude winters en gematigde zomers met aardig wat regenval. In de 18e eeuw werden de rode wijnen een tijd lang verboden, omdat ze een te grote concurrent werden van de Port. In 1979 ontvingen ze de herkomstbenaming D.O. De blauwe druif Baga met zijn dikke schil leverde vooral vroeger zeer harde, tanninerijke wijnen op, omdat men de schillen en ook de stengels voor ongeveer 8 à 10 dagen in de most liet weken. Nu is de wijn meer toegankelijk geworden door andere vinificatie-methoden. Ikzelf heb een goede Bairradawijn altijd wat overeenkomstig gevonden met een Bordeaux-wijn. De rode Bairrada-wijnen mogen icm. de Baga ook vermengd worden voor max. 20 % met de Bastardo en de Tinto Pinheira -druif. Als laatste kan ik je vertellen dat de streek Bairrada zijn naam heeft te danken aan ‘Barro’, wat klei betekent.

 

De twee belangrijkste rode druivensoorten in Oostenrijk zijn de Blaufränkisch en de Blauer Portugieser. Er worden donkere wijnen van gemaakt, maar hebben weinig karakter om het zo eens te zeggen. De Blaufränkisch staat synoniem voor de Gamay-druif. De Blauer Portugieser is volgens sommigen in begin 18e eeuw vanuit Portugal naar Oostenrijk en Duitsland gehaald. Anderen bestrijden dat weer! In Duitsland kom je de Portugieser tegen in de Anbaugebieten Ahr, Rheinhessen en rondom Württemberg. In voormalig Joegoslavië heet de druif de Portugisac en ook de Modri Portugalko. In Hongarije heet de druif de Oportó.

 

De Blauer Wildbacher of te wel de Blauer Kracher, de Kleinblaue, de Vranek, de Pticnik Crni (allen synoniemen) is een autochtone druivensoort, die al 4 eeuwen voor Chr. door de Kelten werd gebruikt om er wijn van te maken! In de Middeleeuwen werd de druif ook gebruikt, maar in het jaar 1841 kreeg dit ras pas zijn officiële classificatie in Oostenrijk. Nu komen we deze druif tegen in het wijnbouwgebied Weststeiermark , wat een grootte kent van om en nabij de 450 ha. De wijngaarden hier lopen tot een hoogte van 600 meter en de bodem bestaat voornamelijk uit leisteen. Er wordt van de Blauer Wildbacher een rosé gemaakt, die de bijnaam Schlicher heeft. De wijn staat bekend om zijn uitermate hoge zuurgraad en dat is even schrikken geblazen! De wijn is bijzonder populair in de plaatsen Graz en Wenen. Verder maakt men ook een Sekt (mousserende wijn) van deze druif. Wellicht is de druif ‘Vranac’ uit Montenegro (voormalig Joegoslavië) familie van de Vranek, de Blauer Wildbacher? Dat zou kunnen! (Het is geen familie van de Wildplasser!) Als laatste deel ik je mede, dat de allereerste wijnbouwschool van de wereld nog steeds is gevestigd in Klosterneuburg (gebied Niederösterreich) in Oostenrijk. Toen onder leiding van professor Babo en nu onder leiding van Dr. Ferdinand Regner.

 

Bobal, deze druif kom je tegen in Utiel-Requena, een provincie van Valencia in zuidoost Spanje. Het is een zeer oude inheemse druif, die heel veel gebruikt wordt voor de bereiding van rosés. Maar soms moet de druif op voorschrift vervangen worden door de Tempranillo. Vreemd, maar waar! Er wordt ook rode tafelwijn van gemaakt. Wijnen met een vrij diepe kleur en veel tannines en met wat verfijning in de smaak met helaas de alcohol op de voorgrond. Maar nogmaals het meest worden er rosés van gemaakt en dan icm. de Garnacha-druif. En als je de laatste twee soorten nog aanvult met de Tempranillo-druif, dan wordt er echt goede rode wijn van gemaakt. (een ‘Crianza’,Reserva’ en ‘Gran Reserva’). Natuurlijk mogen we de Monastrell-druif ook niet vergeten voor de rosés! Wat zonder meer een aanrader is, is de rosé Castillo de Liria van de Bodega Vicente Gandía Pla. Utiel-Requena, een gebied om te onthouden! Naast de Bobal, Tempranillo en de Garnacha kom je hier ook de Cabernet Sauvignon en de Merlot tegen. Men is vrij recent nu ook begonnen met de aanplant van de Syrah-druif. Voor witte wijn doen de Chardonnay, de Macabeo en de Planta Nova het hier goed. Er komt een aardige sloot wijn uit dit gebied, want wat te denken van 1 miljoen hectoliter per jaar! (op 40.000 hectaren). Verder kom je de Bobal nog af en toe tegen in kleine wijngaarden in Zuid-Frankrijk en op Sardinië.

 

De Bonarda - druif komt van oorsprong uit Italië en wel uit de Piëmonte-streek. Jarenlang niet meer verbouwd daar vanwege magere resultaten. Nu toch ook daar weer in genade aangenomen en men maakt er weer wijn van, zij het op kleine schaal. Het zijn hier lichtvolle wijnen, die jong (binnen 3 jaar) gedronken moeten worden. En ja in Argentinië tref je wijngaarden aan met deze druiven, die al meer dan 25 jaar oud zijn. De druif gedijt hier veel beter. Vooral in de omgeving van Mendoza! De bodem bestaat hier uit veel zand met wat lagen klei en een rotsachtige diepe ondergrond, waardoor de drainage uitstekend is. Men past hier ook irrigatie toe met het water uit de bergen (gesmolten sneeuw). Meestal worden de druivenranken geleid op ongeveer 1.80 m hoogte en dan via drie ijzeren draden naast elkaar. Het is een kleine druivensoort, die geconcentreerd sap voortbrengt met veelal rood fruit in de smaak. Zachte soepele tannines en een zeer goede zuurgraad (5.3 gr/liter) (tussen de 5 en 7 gr/liter is top). En net als Zuid-Afrika vindt de oogst zo’n beetje rond April plaats. De wijngaarden zijn gelegen in het westen van het land op een hoogvlakte ruim 1000 meter boven zeeniveau. Ja dat is wat! Argentinië in het westen grenzend aan Chili, in het noorden grenzend aan Bolivia en Paraguay en in het oosten grenzend aan Brazilië, Uruguay en de Atlantische Oceaan. Met uitzondering van Rio Negro en de meest zuidelijke gebieden is het klimaat bijna woestijnachtig te noemen met weinig regenval. Door de droge, heldere lucht en weinig vochtigheid groeien de druiven aan tot volle rijpheid. En door dit klimaat is het risico voor ziekten vrijwel gering. Temperaturen in de zomers variëren tussen de 15 en 45 graden Celcius en in de winter tussen 0 graden en wat hoger. En de mensen hier houden van een goede slok! Men drinkt ongeveer 80 liter wijn per hoofd/jaar.

 

De rode Cabernet Cortis is een kruising tussen de Cabernet Sauvignon en de witte Merzlingdruif x de Saperavi Severnyi x de Muskat Ottonel. Ze is goed resistent tegen druivenziekten zoals valse en echte meeldauw. Er kunnen kruidige, zeer extractrijke wijnen van worden gemaakt.

 

Er wordt wat afgekruist met die druiven. De Cabernet Dorsa. We reizen af naar Duitsland en wel naar het onderzoekinstituut Weinsberg/Württemberg Baden geheten. In het jaar 1999 is deze druif op de markt gekomen. Het begint met de Heroldrebe. Dit is een kruising tussen de Portugieser-druif en de Blaufränkisch-druif. Vervolgens hebben we Helfensteiner-druif. Dit is een kruising tussen de Schiava Grossa-druif (de Blauer Frankenthaler-druif) en de Pinot Précoce-druif (waarschijnlijk een kloon van de Pinot-Noir-druif). Dan komen we aan bij de Dornfelder-druif (vrij populair ook in Engeland en natuurlijk in Duitsland zelf in de Anbaugebieten Rheinhessen en Rheinpfalz). De vader van deze druif is een kruising van de Trollinger-druif en de Früburgunder-druif en de moeder van deze druif is een kruising van de Potugieser-druif en de Limberger-druif. Kun je het nog volgen? Ikzelf bijna niet meer! Wel nu, de Cabernet Dorsa-druif is een kruising tussen Dornfelder-druif en de Cabernet-Sauvignon-druif. Het kan een mooie, stevige rode wijn opleveren met een goede afdronk. Ik kan je helaas niet zelf vertellen, hoe deze wijn smaakt. Ik heb hem nog nooit geproefd. Ik zet er wat vraagtekens bij.

 

Het is voor 100% zeker, dat Cabernet Gernischt een synoniem is voor de Cabernet Franc en dat de druif dus geëxporteerd is uit Europa naar China. In 1892 is er daar voor het eerst wijn van gemaakt door het wijnbedrijf Yantai Changyu. Bij een proeverij in 1915 op de Panama-Pacific Internationale tentoonstelling hebben ze zelfs gouden medailles gehaald voor een cognac, een rode wijn en een Vermouth. Ik denk verder dat de druivenstokken ook in China geënt zijn op de Noord Amerikaanse onderstok, want rond 1860 brak de phylloxera uit in Europa. En wat velen niet weten, veroorzaakt toen door dezelfde Amerikaanse geïmporteerde druivenstokken in Europa. In Amerika waren de druivenstokken immuun voor de druifluis, maar in Europa toen dus niet!

 

Koning, Keizer, Admiraal, de Cabernet Sauvignon kennen we allemaal! Als de Riesling de koning van de druiven wordt genoemd en de Gewürtztraminer de keizer, dan is voor mij de Cabernet Sauvignon de grote admiraal. De bekendste druif van de wereld, want waar wordt de druif niet verbouwd kun je beter zeggen! In vele gebieden in Frankrijk, in Italië, in Spanje, voormalig Joegoslavië, Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Zwitserland, de staat Californië, de staat New York (geënt op Canadese onderstokken), de staat Oregon, de staat Idaho, de staat Michigan, Argentinië, Chili, Australië, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika wel dus! Ik zal ongetwijfeld een paar landen of gebieden vergeten zijn te noemen. Het is een echte wereldveroveraar geworden en dat al voor eeuwen lang! Als we ons even tot Frankrijk beperken, dan zien we de druif niet veel voorkomen in de St. Emilionstreek. De bodem is hier wat te koud voor de druif. In het Rhône-gebied kom je druif helemaal niet tegen! (misschien op hele kleine schaal?) In het Loire-gebied wordt de druif gebruikt om sommige wijnen hier wat meer geur te geven en ze is goed voor een wat langere houdbaarheid. Maar ook hier beperkte aanplant dus! De laatste jaren is de Cabernet Sauvignon ook veel aangeplant in Coteaux d’Aix en Provence. In tegenstelling tot de rest van de Provence, want daar is het weer te heet. De druif gedijt dus goed in een warm klimaat, maar niet best in een te koud en te heet klimaat. (Duitsland, Griekenland en Portugal niet!) Er worden 100% Cabernet-Sauvignon-wijnen gemaakt, maar ook blends met diverse andere soorten druiven (Merlot, Cabernet-Franc, Shiraz). Genetisch (DNA) is niet lang geleden in Amerika ontdekt, dat de natuurlijke voorouders van de Cabernet Sauvignon zijn, let op: De Sauvignon-Blanc en de Cabernet-Franc-druif. Wie had dat gedacht? Vandaar de naam Cabernet-Sauvignon! De wijnen ervan geven een diepe kleur, een prachtig bouquet en een zeer fruitrijke smaak met lange afdronk. Om ‘U’ tegen te zeggen dus! Als laatste noem ik een paar synoniemen: de Bouschet, de Vidure, de Kaberne Sovinjon (voormalig Joegoslavië) en de Cabernet Sauvineun (Bulgarije).

 

De rode druivensoort Caladoc is een kruising tussen de Grenache Noir en de Malbec-druif. In opdracht van de universiteit van Montpellier heeft de Fransman Paul Truel dit voor elkaar gekregen. De Grenache Noir-druif heeft soms nogal last van Millerendage. Dit is onregelmatige vruchtzetting net na de bloeiperiode en dat komt meestal door te veel regen gedurende lange tijd en/of te veel koude aan de grond. Gevolg is dan dat de nog wel aanwezige druiven erg klein blijven! De Caladoc-druif tref je in geringe mate aan in het zuiden van de Rhône-streek. Bij verschillende Vin de Pays-wijnen is de druif toegestaan en het levert een stevige tannine-rijke wijn op met een aardig bouquet. Het zijn absoluut geen hoogvliegers, als je begrijpt wat ik bedoel. Lompe wijnen dus, een uitzondering daar gelaten!

 

De Carineńa - druif is van oorsprong Spaans en komt nog voor in het gelijknamige gebied Carineńa, dat ten westen van Barcelona ligt. (‘I am from Barcelona, I know nothing!’) Tussen het Riojagebied en het Penedésgebied. Hier verbouwt men ook de Garnacha Negra en de Garnacha-blancadruiven. Een zeer oude grote Castilliaanse stad dichtbij is Zaragoza. En nu reizen we af naar Frankrijk, naar de Languedoc-Rousillonstreek, waar we dezelfde druif tegenkomen onder de naam Carignan. Eens was het de meest aangeplante druif van Frankrijk en misschien nog wel? Nu wordt de druif wat minder verbouwd en wordt vaak samen geassembleerd met de Cinsaut, Grenache, Syrah en de Mourvèdruif. Om de wijn iets zachter te laten worden. Zo’n 250.000 ha is met de Carignan aangeplant. Het is een druif, die laat uitloopt en loopt daarom vrijwel nooit de kans op vorstschade. De opbrengst is groot en de druif heeft een dikke schil. Daardoor geeft ze heel veel kleur aan de wijn. Verder gepaard gaant met veel stevige tannines en is zeer extractrijk in het glas. De wingerds groeien zowel op de hellingen als op de vlakke gedeelten. Er is echter één minpunt op te noemen. De druif is heel gevoelig voor meeldauw en moet daarom veel bespoten worden (Bordelaise pap). Er komen prachtige klassiek gemaakte wijnen uit dit gebied, maar veelal toch zijn ze volgens de methode Macération Carbonique gemaakt. Dat om ze voor een groter publiek meer toegankelijk te maken. (big business!). In de gebieden Costières du Gard, Coteaux du Languedoc, Minervois en Corbières loopt het aangeplante percentage Carignan dus terug en maakt meer plaats voor bovengenoemde druivensoorten. En vergeet de Cabernet Sauvignon niet. Deze wordt ook alsmaar populairder de laatste 15 jaar. Waar komt de druif nog meer voor? Ja hoor, natuurlijk in Californië, hier was het eens ook de meest aangeplante druivenras. Verder in Italië, Algerije en Israel. Synoniemen voor de Carignan zijn de Mazuelo, de Carignano en de Carineńa dus.

 

De Carmenere -druif was in het begin van de 19e eeuw het meest aangeplant in Frankrijk en vooral in de Medoc-streek. Het was toen al wel zo, dat de druif erg veel last had van coulure (slechte vruchtzetting) en het was een zeer laat tot wasdom rijpende druif. Niettemin werd deze druif met oa. de Merlot en de Cabernet Sauvignon rond 1850 naar Chili overgebracht en daar aangeplant. De wijnbouw stond in Chili nog in de kinderschoenen en men hield niet precies bij wat waar was aangeplant. Men heeft de Carmenere echt voor jaren en jarenlang voor een kloon van de Merlot aangezien, ja zelfs t/m de eindjaren tachtig van de 20ste eeuw. Nog even terug naar Europa, waar op gegeven moment de vreselijke ziekte Phylloxera uitbrak. De wijnboeren in Frankrijk hebben toen na deze ziekte niet meer gekozen voor nieuwe aanplant van de Carmenere-druif, omdat ze steeds zo'n probleem hadden met de druif. Nogmaals veel coulure en zeer laat rijpend. Men koos dus voor nieuwe aanplant op Amerikaanse onderstok voor de Caberrnet Sauvignon, Cabernet Franc, Merlot enzovoort. Gelukkig voor Chili dus dat de Carmenere-druif geheel in originele natuurlijke staat daar dus is aangeplant rond 1850-1870. Nu wil het feit dat in, ik meen 1996, Jean-Michel Boursiquot als lanbouwdeskundige en gespecialiseerd in de wilde wingerds, naar Chili werd gehaald om adviezen te geven. Hij herkende de voor een Merlot daar aangeziene druif als de Carmenere-druif. En in 1997 werd via DNA onderzoek vastgesteld, dat het inderdaad om deze druif ging. In 1998 heeft het Chileense ministerie van landbouw dat officieel erkend en vastgelegd in een wijnwet. Wat een verhaal nietwaar? Nu is het nog steeds zo, dat de Carmenere een zeer laatrijpende druif is en de druiven worden dan ook ver na de Merlot en Cabernet-Sauvignonoogsten binnengehaald. Van coulure heeft de druif in Chili bijna geen last meer, vanwege de ideale klimatologische omstandigheden. De druiven geven een diepdonker gekleurde wijn, goed vol van smaak, maar niet zo taninnenrijk en met een lage zuurgraad. Maar in Chili mogen de wijnbedrijven wijnsteenzuur aan de most toevoegen, zodat je dan een wijn verkrijgt met ook een goede zuurgraad. En ja, jij weet ook, dat er inderdaad nu absolute topwijnen van gemaakt worden. Je moet dan wel natuurlijk de juiste producenten-namen kennen.

 

'Zoek de zon op, dat is zo fijn...op Sicilie,cilie, cilie moet je zijn'. De witte Carricante druif is ook bekend onder de naam 'Cantonese Bianco'. Op ongeveer 600 meter boven de zeespiegel is deze aangeplant in Val Canzeria bij de golf van Chiaramonte in de provincie van Ragusa (zuidoost Sicilie) Ook op de hellingen van de Etna op 800 meter hoogte heeft men daar in het wild niet gecultiveerde druivenstokken van de Carricante gevonden en overgeplant in Val Canzeria. Sommige stokken bleken al meer dan 90 jaar oud te zijn! Momenteel staan er samen met de mooiste rode druif, de Nero d'Avolo, zo'n 8500 stokken per hectare in de Val Canzeria De druif heeft een dikke schil en levert een wijn op met een mooi bouguet en hoog alcoholgehalte. De wijn doet enigszins aan een Sauvignon en Riesling denken. Bij mijn weten zijn het tafelwijnen, die vroeger veelal en ik denk net zoals vele andere witte wijnen naar Duitsland werden geexporteerd als versnijwijnen of voor de vermouth-industrie gebruikt worden. Op de twee beroemdste witte wijnen na dan. De 'Regaleali' en de 'Corvo'. DOCG. Wijnen! (Ze maken ook volle rode!) Verder is het zo, dat de witte Cataratto-druif het meest is aangeplant. Deze wordt veel gebruikt voor de likeurwijn de 'Marsala'. Of ze wordt gedistilleerd tot Brandy. Ook voor een paar procent wordt ze gebruikt voor de kruidenbitters. Maar natuurlijk worden de witte wijnen evenals de rode veel voor eigen consumptie in Italie gebruikt. Dat zal lekker worden! In Italie, waar zo''n 400 verschillende druivensoorten worden gekweekt is de 'Carricante-druif' een zeer oude inheemse druif. Al in de 18e eeuw werd deze al verscheept naar oa. de Bourgogne-streek! Sicilie met een productie van 15 miljoen hectoliter per jaar. We hebben het hier over de Vini Mediterranei-wijnen. De meeste wijnbedrijven zijn aangesloten bij een cooperatie.

 

Je hebt twee soorten Catarrato-druiven, te weten de Bianco (witte) en de Nero (rode). Aan de westkust van Sicilië in de provincie Trapani wordt de Catarrato Bianco verbouwd en is met een oppervlakte van 50.000 ha. na de Trebbiano-druif de meest verbouwde witte druivensoort van Italië. Er wordt een witte aromatische tafelwijn van gemaakt voor de eilandbewoners zelf. Verder is de druif voor 100% aanwezig in de mooiere DOC. wijn Alcamo. Een groot deel echter wordt gebruikt voor het produceren van de Marsala-wijnen, die in verschillende types op de markt verschijnen (van droog tot zeer zoete versies). Ook voor distellaten (sterke drank) wordt de druif gebruikt. In Tunesië kom je de Catarrato Bianco ook tegen, hetzij onder een andere naam. Hier wordt er ook in combinatie met de Rassegui-druif een witte wijn van gemaakt. Van de rode Catarrato Nero wordt op Sicilië een tafelwijn gemaakt, weliswaar in kleine hoeveelheden.

 

Daar gaan we dan met het verhaal Champagne. De ondergrond bevat hier veel kalk of krijt en de bovengrond bevat veel mergel en kiezels. De druivensoorten zijn de blauwe Pinot Noir en Pinot Meunier en de witte Chardonnay. Het persen gaat zeer nauwkeurig en elke keer met een hoeveelheid van 4000kg. Aangezien alleen de eerste 100 liter van elke 150kg. druiven recht heeft op de appellation champagne, kan niet meer dan 2666 liter druivensap tot champagne verwerkt worden. De eerste 10 fusten sap zijn de beste. Deze heet 'Vin de Cuvee' en wordt gebruikt voor de allerbeste champagnes. We hebben het nog steeds over 'blend' champagne. In zeer goede jaren wordt een 'Vintage-champagne' gemaakt (Millesime). Van uitsluitend druiven van dat ene jaar. Een blend champagne moet tenminste 1 jaar oud zijn. Een Vintage tenminste 3 jaar! Verder heb je nog lichte elegante champagnes, die uitsluitend van witte druiven ( Chardonnay ) zijn gemaakt. Deze heten 'Blanc de blanc'. En bij Champagne rose wordt door de meesten gewoon een dosis rode wijn toegevoegd aan de witte Brut. Gerenommeerde huizen laten de schillen van de blauwe druiven niet volledig meegisten! Een hele zacht schuimende Champagne wordt "Cremant' genoemd. En als tip kun je stellen, dat hoe fijner de koolzoorbelletjes zijn, des te beter is de Champagne! Het allereerste Champagnehuis was Ruinart en bestaat nog steeds. Al sinds 1729. Heb je een leuk feestje, schenk dan een Salmanazar uit. (Inhoud van 12 normale flessen). De naam Grande Champagne komt uit de Cognac-bereiding voort. Champagne komt van het Latijnse 'Campagna' en betekent 'open veld'. De eerste drie gebieden, Grande Champagne, Petite Champagne en de Borderies, tezamen 35% van het totale beplante gebied daar, noemt men het 'Gouden hart' van de Cognac.

 

De Chardonnay kennen we natuurlijk uit het Franse Bourgognegebied. Vernoemd naar een klein plaatsje net boven Macon. Inmiddels bekend van over de hele wereld. In Frankrijk is het een vroegrijpende druif vanwege de prettige temperaturen aldaar. In Nederland is het echter een laatrijpende druif met een laag suikergehalte en dus hoog zuurgehalte. In Nederland is het daarom erg moeilijk om er een mooie wijn van te maken! Elders in de wereld worden er prachtige wijnen van gemaakt! De Chardonnay is familie van de Pinot

 

In een dorp op het Ile de Ré, is een lang verloren gewaande druif (her)ontdekt. Het gaat om de Chauché gris, ook wel Trousseau gris genaamd. Als Trousseau is hij bekend in de Jura. Ooit stond hij op ruime schaal aangeplant in de Charente, maar is daar sinds de 18e eeuw verdwenen. De wijn die van de paar overgebleven stokken Chauché gemaakt zijn blijkt van een dusdanige kwaliteit dat verdere aanplant ervan serieus overwogen wordt. Het zo, dat men in Californië dacht, dat het om de Grey Riesling ging. Dat is dus niet zo! De druif heeft niets met de Riesling te maken! De druif is een mutatie van de rode Trousseau-druif uit de Jura-streek in Frankrijk. Er wordt hier een aardige witte wijn van gemaakt. In Californië gebruikt men de Chauché Gris-druif tezamen met de Chenin-Blanc en de Sylvaner als een assemblage van witte wijn.

 

De Chenin-Blanc. De druif dateert al uit de 9e eeuw en vindt zijn oorsprong in het Loire-gebied. In de gebieden Anjou-Saumur en de gewesten van Touraine. Er worden daar droge en zoete wijnen van gemaakt. Wijnen van de Chenin-Blanc-druif zijn veel langer houdbaar zijn dan die van de Sauvignon-Blanc! En zeker de dessertwijnen! Ik neem de gewesten even door: Ten westen van Angers ligt het gebied Savennières, waar nu aardig wat zoete wijn wordt gemaakt. Nu is dat veel meer droge wijn. De wijnen hebben minimaal 10 tot 15 jaar flesrijping nodig en zijn dan niet te versmaden. In hun jeugd hebben ze een klein sterk bittertje in de afdronk. De wijngaarden Savennières ‘Coulée-de Serrant’ en ‘Roches-aux Moinès hebben hun eigen AOC. Ten oosten van Anjou tot aan Ingrandes ligt aan weerszijden van de Loire het gebied Coteaux de l’Aubance. Hier worden meestal halfzoete wijnen gemaakt. Verder komen we de druif tegen in Saumur ( hier ook veel mousserende wijn), Vouvray en in de Anjou Coteaux de la Loire. In het laatste gebied nu alsmaar meer rood en rosé! Verder zijn de wijnen uit Coteaux de Layon ook heel bekend. Layon is de naam van het 70 km. lange riviertje. Hier werd vroeger heel veel wijn gemaakt, waarvan de druiven waren aangetast door de nobele rot ‘Pourriture Noble’. Men ging verscheidene keren de wijngaard in om alleen de meest overrijpe druiven te plukken. Men had een opbrengst toen van ongeveer 30 hl./ ha. Tegenwoordig maakt men nog immer daar heerlijke zoete wijnen, maar de laatste tientallen jaren is de produktie van droge wijnen gigantisch toegenomen! En nu gaan we naar de kroon van het Loire-gebied! Te weten naar Quarts de Chaume en Bonnezeaux. In het eerste gebied bestaat de bodem veelal uit zwarte leisteen en bij het tweede gebied veelal uit rode leisteen. De wijnen hier vandaan kun je enigszins vergelijken met de betere Duitse Auslese en Beerenauslese-wijnen. De vergelijking met een goede Sauternes gaat ook op. Het zijn wijnen, die minimaal 10 à 15 jaar flesrijping nodig hebben! De opbrengst is maximaal 20 hl./ha. en ze hebben een alcoholpercentage van minimaal 12 %. Overbodig te zeggen, dat de druiven hier zijn aangetast door de ‘Pourriture Noble’! Het zijn zoete, vettige, mollige, zeer fruitrijke wijnen met een klein bittertje in de afdronk. In de smaak veel tropisch fruit zoals passievrucht en honing. Ze hebben een geheel eigen karakteristiek! Vooral de zuurgraad in de wijn staat erom bekend, dat deze na vele jaren nog steeds behouden blijft. (veel wijnen bouwen hun zuurgraad na jaren af) Waar komt de Chenin-Blanc nog meer voor? Wel in Californië, Australië (hier dacht men jarenlang dat het de Sémillon was), Argentinië, Nieuw Zeeland, maar bovenal in Zuid-Afrika! En daar zit een Nederlands tintje aan. Dokter Jan van Riebeeck heeft in 1655 diverse druivensoorten bij Kaap de Goede Hoop aangeplant, omdat hij vers fruit wilde hebben. De daarvan gemaakte rode wijn was vooral goed tegen de ziekte ‘Scheurbuik’! In 1659 werd de eerste oogst binnengehaald en men is toen ook al begonnen om er versterkte wijnen van te maken. De Brandy’s! Maar hier werd dus ook toen de Groendruif of de Fransdruif of de Steen aangeplant. Synoniemen voor de Chenin-Blanc-druif! In 1963 heeft professor C.J. Orffer, toenmalig directeur van de wijnbouw-universiteit van Stellenbosch dit officieel wereldkundig gemaakt! Sindsdien heet de Steen dus nu de Chenin-Blanc-druif. In oa. Groot Constantia en in Stellenbosch worden er nu absolute topwijnen van gemaakt, die jarenlang meegaan! De temperatuur hier komt in het hele jaar nooit onder de 9 à 10 graden! Droge zomers en zachte winters. Als laatste kan ik je vertellen dat de Chenin-Blanc-druif in de wereld wel zo’n beetje 30 verschillende synoniemen kent. Een paar dan: de Capbreton Blanc, de Fehér Chenin, de Pineau d’Anjou, de Pineau Gros, de Pineau de Savennières, de Plant de Salles, de Plant du Clair de Lune, de Rougelin, de Stein en de Steen.

 

Ziezo, doe mij maar een glas Cinsault. Onder andere In het Zuidelijk Rhônegebied komen we deze druif tegen. Het is een vroegrijpe soort waarvan hier een bleekrode, lichtvolle fruitige wijn gemaakt wordt. Ook wordt er in combinatie met de Grenache een goede rosé van gemaakt (Languedoc-gebied en de Provence). Vaak wordt de Cinsault vermengd met de Syrah, Grenache, Carignan en de Mourvèdre vanwege de lage aanwezige tannines (AC.Bandol). De druif wordt ook wel Cinsaut Hermitage, Picardin Noir of Chainette genoemd. In Italië heet de druif de Ottavianello (Apulië). In Australië de Black Prince of de Blue Imperial. In Zuid-Afrika wordt de Cinsault vaak vermengd met de Cabernet Sauvignon-druif. In het jaar 1925 ontstond er een kruising tussen de Pinot Noir en de Cinsault (hier bekend als de Hermitage-druif). Vandaar de naam Pinotage. Pas in 1961 verscheen de eerste fles Pinotage op de markt.

 

Clairette druif. Het is een echte Franse druif van oorsprong. De gewone witte stille wijnen van deze druif zijn niet zo bijzonder. Meestal een alcoholpercentage rond de 11, 12 % en ze smaken vrij vlak, zijn mild en hebben een lage zuurgraad. Meestal worden ze vermengd met druiven uit het zuiden van de Rhonestreek om zo een betere kwaliteit te krijgen. De Clairette de Die uit het noorden van de Rhone is een mousserende wijn, waarvan vroeger de tweede gisting werd stopgezet, zodat je een restzoetje overhield. Nu worden ze volgens de methode champenoise gemaakt. Het zoetje wordt verkregen door toevoeging van een liqueur d'expedition. Er wordt ook een 'brut' versie gemaakt, maar deze smaakte altijd heel erg vlak. Wellicht is dat nu beter. De druif wordt ook gebruikt voor de Vermouth-produktie. Bij de Clairette de Die wordt ook de Muscat a petits grains toegevoegd. En wat ook leuk om te vertellen is, is dat de Noordelijke Rhone over een continentaal klimaat beschikt en de Zuidelijke Rhonestreek, daar heerst een Middellandse zeeklimaat met warme, droge zomers. Maar in het voorjaar bestaat hier weer kans op nachtvorst. Verder hebben Noord en Zuid verschillende ondergronden. Bij de eerste zit er veel graniet met veel mineralen in de grond en in het zuiden tref je kalk en leem en grindgrond aan.

 

De naam ‘Claret’ is heel veel jaren geleden door de Engelsen bedacht en staat voor lichte rode wijnen uit de Bordeaux-streek. (qua kleur en smaak) Verder is het zo, dat je in Californië wijnbedrijven hebt, die hun wijn de naam Claret geven op het etiket. Dat kan inderdaad een wijn zijn, die gemaakt is van de Cabernet-Sauvignon-druif. In ieder geval is het wel zo, dat de naam claret geen officiële herkomstbenaming is bij wet! Voorts heb je nog de Clairette-blanc-druif en die komt oa. voor in de witte wijn uit de Côtes du Rhônestreek. Ze mag zelfs bij de rode Châteneuf du Papewijnen toegevoegd worden. (soms zitten daar wel 9 verschillende druivensoorten in).

 

Ja de Clinton -druif bestaat echt! Het is een hele oude inheemse Amerikaanse hybride-soort. Het is een blauwe druivensoort, die tegen de Phylloxera bestand bleek. Er wordt ook wijn van gemaakt, maar geen beste. De druif heeft een hoge zuurgraad en is niet zo fruitrijk. Dat komt terug in de wijn. Een aardige tafelwijn zullen we maar zeggen. Je komt de druif tegen in Ticino (Tessin) in Zwitserland en in het noordoosten van Amerika. De druif is ook goed bestand tegen kou. Dus in een koeler klimaat gedijt de druif ook goed.

 

Waar komen we de Cortese -druif tegen? Wel in Piemonte, Lombardije en in Veneto. Rond 1800 heette de druif Curteisa en er worden droge, fruitvolle wijnen met een mooie zuurgraad van gemaakt, zoals inderdaad de D.O.C.G. wijn Gavi di Gavi in Piemonte (vernoemd naar de stad Gavi) en de D.O.C. wijn Cortese dell’Alto Monferrato. In Lombardije de Oltrepò Pavese en in Veneto Bianco di Custoza. In Piemonte worden er ook nu mousserende wijnen van gemaakt. Jarenlang is het één van de duurste witte, droge wijn van Italië geweest. In 1998 kreeg de Gavi di Gavi zijn D.O.C.G-status. De wijn wordt ook verkocht onder de naam Cortese di Gavi. De wijnbouw rond de plaats Gavi vond al plaats sinds om en nabij het jaar 972 na Chr.

 

Valoplicella, dat is de naam van de wijn, die gemaakt wordt bij Verona in Italië bij het Gardameer aan de voet van de Alpen. De wijn wordt gemaakt van de Corvina Veronese-druif (voor 40 tot 70%) en de Rondinella-druif (voor 20 tot 40%) en de Molinara-druif (voor 5 tot 25%). De wijnmaker mag tot 15% van de volgende druiven nog toevoegen: de Negrara Trentina, de Barbera, de Rossignola en de overbekende Sangiovese-druif. De Vapolicella- Classico-wijnen zijn lichtvolle, lichtfruitige wijnen die het goed doen bij bijvoorbeeld diverse soorten pasta’s. Ze worden in roestvrij stalen tanks gefermenteerd en in het voorjaar op fles gebracht. De Valpolicella-Classico-Superiore-wijnen gemaakt van dezelfde druiven rijpen minimaal 1 jaar op houten vaten. Hetzij op grote of op kleine houten vaten ( barriques). Het hout zal tannines afgeven, waardoor de wijn een vollere, bredere smaak krijgt, maar vaak overheersen dan weer de vanille-tonen van het hout. Veel wijnmakers passen daarom nu een andere methode toe. De zgn. Ripasso-methode. Bij het maken van Recioto della Valpolicella-wijnen blijven natuurlijk de schilletjes en de pitjes achter in de persen. Nu haalt men de toekomstige Valpolicella-Classico-wijn over deze restanten heen, zodat de wijn tannines opzuigt. Een vollere wijn is het resultaat! De wijn dient ook 1% alcohol meer te bevatten dan de gewone Valpolicella. Deze wijn is een goede vleesbegeleider en ook bij pasta’s natuurlijk. Staat er op de fles Recioto della Valpolicella (eventueel met ‘Amarone’= droog), dan hebben we het over één van de zeldzaamste Italiaanse manier van wijnmaken uit het jargon. De trossen druiven worden in de herfst geplukt en men hangt deze aan lijnen op en laat ze in de zon indrogen. Aan het einde van de herfst of nog later (tussen de 30 à 90 dagen) is veel water dan verdroogd en ontstaat er een maximaal aan suikers! Dan vindt het gistings-proces plaats en daarna wordt de wijn opgevoed op houten barriques. Het resultaat zal zijn, dat de wijn beschikt over een donkerrode-purperen kleur met heel veel kersen in de smaak. Verder smaakt de wijn heel kruidig en zoet en het alcoholpercentage is minimaal 14%. Deze wijnen doen het meer dan uitstekend bij kazen, bijvoorbeeld bij blauwaderige romige kazen. (ze doet mij ook aan een goede Banyuls-wijn denken) Zoals eerder gezegd, staat er nog Amarone achter Recioto della Valpolicella, dan hebben we het over een droge wijn eventueel ja of niet opgevoed op barriques. Deze wijnen kunnen heel goed ouderen. Er zijn om en nabij de 2800 producenten op ongeveer 6000 ha. Ze zijn goed voor zo’n 500.000 hl./jaar aan wijn. Topproducenten zijn Allegrini en Bolla.

 

De Dornfelder is een rode druivensoort, die je vooral in de Duitse Anbaugebieten Rheinhessen, Pfalz, Württemberg en Nahe tegenkomt. Er is om en nabij de 5600 ha. mee beplant. De druiven geven een vrij donkerrode wijn, met een stevige body en is goed tanninerijk. De wijn heeft een mooi fruitig bouquet en in de smaak herken je veel kersen en rode besjes. De wijn is uitermate geschikt voor lagering op houten vaten. In 1955 in Württemberg heeft Herr August Herold de kruising volbracht tussen de ‘Helfensteiner-druif en de Herold-druif’. De naam Dornfelder is toebedacht aan de persoon Herr Dornfeld (1796-1869), die het plan en voornemen had om een Wijnbouwschool in Weinsberg op te richten. Later is de wijnbouwschool er ook gekomen! Pas in 1979 werd de druivensoort Dornfelder officieel erkend en opgenomen in de statuten.

 

De Duitse Dunkelfelder -druif is bekend. Je komt deze tegen in de Duitse Anbaugebieten Ahr, Baden, Nahe, Rheinpfalz en Rheinhessen. De rode druivensoort is een kruising tussen de Blauer Portugieser (In Oostenrijk wordt hiervan een milde zachte rode wijn gemaakt, de rest is bijna alles wit hier) en de Färbertraube. De kruising hebben we te danken aan Gustav Froelich (1847-1912) Jarenlang is er niets mee gedaan totdat in de jaren dertig de heer Helmut Becker in het onderzoekslaboratorium van Geisenheim zich ermee ging bemoeien. Hij bedacht de naam Dunkelfelder vanwege de vergeten, onbekende afkomst en de donkere kleur van de druif. Hedentendage is er ongeveer 350 ha. mee beplant. Het is wel een druif, die gevoelig is voor de Botrytis Cinerea. Vruchtrot dus! Teveel vocht doet de druif geen goed en het zou bij jou ter plekke zo kunnen zijn, dat na regenval de buitenmuur flink nat blijft. Vandaar schimmelvorming, meeldauw en in het ergste geval vruchtrot dus! Misschien moet je de druiven eens via een pergola gaan begeleiden? Het probleem is namelijk, dat de druiven niet nat in de eerste zonnestralen mogen hangen in de ochtend. Goed doorluchten dus en wie weet moet je de wingerd in de avond al afdekken met een doorzichtig plastic folie.

 

Je zou kunnen zeggen dat de Franse Rhône-druif, de Syrah en de Franse druif, de Peloursin, de overgrootvader en overgrootmoeder van de Petite Syrah-druif zijn. En dat zeg ik dus ook, want eind 19e eeuw heeft een zekere dokter Durif deze twee druiven gekruist. Hij deed dat, omdat deze kruising goed bestand bleek te zijn tegen de ziekte meeldauw. Alleen bleek later, dat de druiven weer onderhevig waren aan snelle rot. In Californië deed de druif het veel beter vanwege het andere beter geschikte klimaat daar. In de jaren ’50 werd ze aangeplant en tot op heden ten dage met veel succes. De Durif -druif (zo genoemd in Californië) heeft een grote productiefactor en de schillen zijn goed dik. Dus tanninerijke wijnen, mits daar voor gekozen wordt. Vaak werd en wordt de druif ook met de Zinfandel-druif vermengd. Via DNA-onderzoek door Dr. Carole Meredith is vast komen te staan, dat de Petite Syrah -druif voor 90 % van oorsprong de Durif-druif aanwees en voor 10 % de Peloursin-druif. In 2002 is in Californië officieel aangekondigd, dat de Petite Syrah (of Petite Sirah) synoniem staat voor de Durif-druif. De druif doet het ook goed in Australië, ook weer omdat daar een warmer klimaat heerst en rot veel minder voorkomt. Er worden al jarenlang meer dan uitstekende wijnen van gemaakt, die rustig 10 à 15 jaar op fles na botteling bewaard kunnen worden. Wel mijne heren, het bewijs is dus via DNA-testen bewezen. De Petite Syrah en de Franse Syrah zijn duidelijk familie van elkaar.

 

De Fanny -druif is een witte tafeldruif, welke mooie trossen met grote druiven geeft. Het is een gemakkelijk ras en doet het goed op normale tuingrond. De rijping loopt van Augustus tot ongeveer midden / eind Oktober, waarna er dan geplukt kan worden. Het is een Hybridesoort, die ontwikkeld is door de Fransman Albert Seibel (1844-1936). Het is een kruising tussen Seibel 5455 x Seibel 4938. De nieuwe naam is dan Seibel 9110 geworden. Synoniemen voor de Fanny-druif zijn: de Hecker-druif en de Verdelet-druif. Het is dus een consumptie-druif, maar je kunt er ook witte wijn van maken. De druif wordt veel verbouwd in het Finger Lakes-gebied in de staat West New York en ook in de staat Illinois. Verder in de staat Ontario in Canada. De plant heeft steun nodig en dat kan via het Guyot-systeem.

 

Voor de Fer Servadou reizen we even naar het Zuidwesten van Frankrijk. Ten westen van de stad Albi aan de rivier de Tarn, zitten we nu in het gebied van de Gaillac. In deze streek wordt heel veel witte wijn gemaakt, zowel steendroog als zoet tot zelfs liquereus als ook mousserend. Het is een arme grond met graniet, maar in bepaalde percelen zit er ook wat kalk en klei in de grond. De Fer Servadou is een zwarte druif, die ook bekend staat als de Fer of Braucol-druif of de Mansois-druif. In de Madiranstreek ten Noordoosten van de stad Pau heet de druif ook de Pinenc-druif. (hier veel klei, kalk en grind) Het is een zeer oude inheemse druivensoort. (van voor onze jaartelling al) Bij de klassiek gemaakte rode Gaillac wijnen dient een klein voorgeschreven percentage Fer bij de assemblage van de Duras en Syrah voor te komen. Je treft hier in deze streek ook de welbekende Cab. Sauv.+ Cab. Franc.+de Merlot aan. En wil je een moderne Mac. Carbonique wijn maken, dan is dat op basis van de Gamay-druif icm. de Duras en de Fer (Braucol). (Ikzelf ben daar absoluut geen liefhebber van, maar dat terzijde). De klassiek gemaakte wijnen zijn zwaar en vol met een bouquet van frambozen, bramen en veel zwarte bessen en wat peper. In Madiran dient minimaal 40% Tannat aanwezig te zijn icm. de Fer, Cabernet Franc en de Cabernet Sauvignon. Maar vele wijnmakers daar hebben de Fer (hier de Pinenc) eruit gehaald. (Een goede Madiranwijn, daar kun je mij zeer mee verassen, maar dat ook weer terzijde). Wel Roel, ik hoop, dat je het nog kunt volgen, want het is een lang verhaal. Als laatste opmerking wil ik kwijt, dat de Fer Servadou nu ook zeer goede resultaten geeft in Virginia in Noord-Amerika.

 

FETEASCA De druif staat synoniem voor de Leányka -druif, die in het noordelijk Hongaars wijnbouwgebied verbouw wordt. Om precies te zijn in het Boglári-district aan de zuidzijde van het Balatonmeer. Ook in Matra-alja-district aan de voet van het 1000 meter hoge Matramassief. Je hebt dus de Leányka-druif, die in Roemenië in het Dealul Mare-district ook verbouwd wordt en daar de Featasca Alba-druif wordt genoemd. Verder kom je de druif ook tegen in het Arges-district, verbouwd op terrasvormige hellingen langs de rivier de Arges. En de Hongaarse Kiraly Leányka heet in Roemenië de Featasca Regala -druif. Wat een namen, nietwaar? Als laatste opmerking is, dat bijna alle grond uit de voormalige Oostbloklanden uit kalkzandsteen bestaat. En ja een reisje langs de Donau ja, langs deze rivier ook heel veel wijnbouw. We hebben het over witte wijnen voor alle duidelijkheid en ze dienen jong gedronken te worden. Binnen twee à vier jaar. Meestal zijn ze halfdroog tot zoet en zeer kruidig.

 

De Fianodruif is een zeer authentieke druivensoort, die terug gaat naar de Romeinse tijd. In die tijd ook wel de ‘Latino’ genoemd om zich te onderscheiden van de toen geimporteerde ‘Grecodruif’. Nu heet het de Fiano di Avellino en wordt verbouwd op kalkrijke klei en is te vinden in Campanië (zuid Italië) en verder in Sicilië. De druiven zijn klein en geven weinig sap, waardoor uitsterven bijna een feit was! Gelukkig zijn er weer producenten die er nu een fris fruitige strogele wijn van maken met in het bloemige bouquet hinten van peer, citrus, noten en wat honing. In de smaak mooie zuurtjes, citrus, ijzer, licht boterachtig en het typerende bittertje in de afdronk. De goedkope versies dienen wel binnen 3 jaar gedronken te worden, maar de duurdere versies (tussen de 15 en 25 Euro) kunnen heel goed ouderen (wel tot bijna 8 jaar). De wijn is een goede begeleider van vis, wit vlees en gevogelte!

 

Ik had er nog nooit van gehoord, maar deze druif is een zeer oud Italiaans inheems ras (meer dan honderd jaar oud) en wordt de laatste 7 jaar weer gebruikt als versnijwijn bij een wijn van de Sangiovese-druif. Hij doet wat denken aan de Franse Petit Verdotdruif en geeft de strenge Sagiovesewijn wat meer rondeur en elegantie. De Foglia Tondadruif wordt nu weer in grote aantallen aangeplant en is aanwezig in de D.O.C. wijnen van 'Valdicchiana' en 'Orcia'. We hebben het over de regio Sienna in het zuiden van Toscane. Een grote investering is gedaan door mevrouw Donatella Colombini uit Montalcino. Haar bedrijf maakt in de vallei van d' Orcia de wijn 'Cenerentola', die voor 35% uit Foglia Tonda en voor 65% uit Sangiovese bestaat. De naam staat voor het sprookje Assepoetser. Het levert een mooie krachtige, verfijnde wijn op. Er zijn inmiddels nu veel meer wijnbedrijven daar, die met deze druif aan de slag zijn gegaan. Maar nogmaals als versnijwijn, dan weer voor 5% tot zelfs 45% icm. de Sangiovese. Dus het zijn wijnen, die alleen van Italiaanse druivensoorten zijn gemaakt en mede daardoor en het grote vakmanschap de D.O.C.status hebben verkregen.

 

De Fragola-druif is een hybridesoort. Je komt de druif inderdaad tegen in Italië, maar ook in Australië en dan wel in de wat koelere gebieden. Het is een tafeldruif, dus comsumptiedruif. Fragola staat in het Italiaans voor aardbei. Het probleem met de druiven heet valse meeldauw (kan ook grijsrot zijn) en dat treedt op door zeer wisselvallige weersomstandigheden. Op 14 April van dit jaar hadden we temperaturen van om en nabij de 25 en 28 graden. Prachtig weer dus! Daarna brak de bloeiperiode aan en helaas kregen we toen zeer vochtig weer. Het heeft toen op een paar mooie dagen na, weken achter elkaar geregend met als gevolg een zeer onregelmatige vruchtzetting. De druiven dachten als het ware, dat het al herfst werd. Mijn druiven (ook op een pergola) hebben er ook last van. De rozen in onze tuin idem dito. Verleden jaar hebben we er twee maanden van kunnen genieten en dit jaar misschien 10 dagen! Wat je nu nog kunt doen bij de druivenplant is de kleine trosje wegsnoeien, zodat de grotere trossen meer voeding krijgen. Bij een goed tuincentrum is magnesiumsulfaat verkrijgbaar (merknaam Stroby of Discus). Hiermee kun je gaan bespuiten, want als de bladeren nu al afvallen, dan duidt dat op magnesiumgebrek (kan ook in het prille voorjaar). En voor volgend jaar in de maand Februari al, dien je de plant te bezwavelen, zodat je deze narigheid kan proberen voor te blijven. In het prille voorjaar wat verse stalmestkorrels en wat poederkalk rondom de plant strooien (tuincentrum). Maar goed het hele probleem van nu ligt dus aan het zeer wisselvallige, vreemde weer van dit voorjaar en zomer. De plant niet wegdoen! Volgend jaar kan deze weer in volle glorie terugkomen.

 

De Furmint -druif is een welbekende druif, omdat deze in de beroemde Tokaj Aszu-wijn (type Trockenbeerenauslese) is verwerkt! De druif is vernoemd naar de stad Fornia in Latium in Italië. Bij het Balatonmeer en in Somló (ongeveer 500 ha) wordt er ook tafelwijn van gemaakt, waarvan de beste van de wijngaarden komen, die aan de zuidzijde van de berg Somló liggen. In het district Tokaj-Hegyalja liggen de wijngaarden op de zonnige hellingen van het Eperjes-Tokajgebergte op zo’n 200 tot 300 meter hoogte. Aan drie zijden worden de wijngaarden beschermd door het dichtbeboste Karpatenmassief. Er komen hier lange en droge herfsten voor met veel ochtendnevels (hierdoor het Botrytis Cinerea-effect = pourriture noble= de edele rotrijping van de druiven). Er liggen hier 28 dorpjes in het dal van de Bodrog. De ondergrond hier is van vulkanische oorsprong met een bovenlaag van lava, löss of leem. Ze bevat ook veel mineralen. De Furmint-druif wordt hier voor 70% verbouwd icm. Twee andere witte druiven. Het wijnmakersproces van de Tokaj Aszu wijnen kun je in het overzicht op deze website terugvinden! Er worden in dit gebied ook droge wijnen gemaakt van de Furmint-druif icm. de Hάrslevelϋ-druif. Deze wijnen worden in het type Rijnfles gebotteld. De Furmint-druif komt ook voor in voormalig Joegoslaviλ (hier de Šipon, de Moslavac of de Pošjp-druif genoemd), in Roemenië (de Som en Furmint-druif) en in Oostenrijk (de Mosler-druif).

 

De Gamba -druif bestaat wel degelijk! Hij komt voor in Piëmonte in Italië en heet voluit Gamba di Pernice. Er wordt oa. tafelwijn van gemaakt en er is een DOC. wijn, Monderrato Rosso genaamd. Het zijn wat bleekrode wijnen met een lichtkruidige smaak.

 

Het is wederom een inheemse zeer oude druivensoort, die specifiek in Catalonië, in Spanje voorkomt. De druiven geven een hoog alcoholpercentage van om en nabij de 13 % en de wijn daarvan gemaakt geeft een bek vol wijn. Diepe kleur en tanninerijk. Maar goed dat laatste ligt natuurlijk ook aan de wijnmaker zelf. Hoe lang laat je de schillen in de most meeweken? Na talloze jaren er niets mee gedaan te hebben is de Garrut -druif weer opnieuw aangeplant en men verwacht er succes mee te behalen. Terug naar de natuur, zal ik maar zeggen! Als ik je vertel, dat ik denk, dat er zo’n duizenden verschillende druivensoorten op de wereld zijn, al dan wel of niet gecultiveerd voor het wijnmaken, dan begrijp je, dat ik deze druif niet kende. Het beroemde Spaanse wijnmakershuis van Miguel Torres heeft de druif weer aangeplant in Penedès in Noordoost Spanje. Het zal nog enige jaren duren, voordat dit nieuwe experiment in de vorm van hun wijn op de markt gaat komen. En als laatste kan ik je vertellen, dat dit familiehuis ook al jaren in Chili actief is en daar al lang prachtige wijnen maakt. Maar men is dus nu ook met de aanplant begonnen daar met deze druif en andere inheemse Spaanse druiven, zoals de Monastrell… en de Cariňena (de Franse Carignan).

 

De Gamaydruif stamt af van een kruising tussen de Pinot-Noir en de Gouais-Blanc-druif. We praten dan over de tijd van het Romeinse rijk. Het is een vroegrijpende druif met een grote opbrengst en natuurlijk wereldberoemd geworden door de Beaujolaiswijnen. Hier de moderne gisting, te weten de maceration carbonique met de Gamay Noir à jus blanc. Het is een zachte, rode, fruitrijke wijn, die wel jong gedronken dient te worden. Binnen 2 à 3 jaar. Op een paar van de in totaal 10 Cru’s uit het Beaujolaisgebied na dan! Ik denk bijvoorbeeld aan de Cru 'Moulin à Vent', die in goede jaren voor een mooie stevige rode Bourgogne aangezien kan worden. Deze kunnen wel 7 à 12 jaar mee. Ook de Cru 'Chiroubles' kan tamelijk lang mee. De Gamaydruif is goed bestand tegen ziekten en vorst. De rijpe druiven hebben een dunne schil en barsten van het sap! In de 5e eeuw maakte de druif 1/10 van de totale aanplant in Frankrijk uit! De druif kent wereldwijd vele synoniemen zoals daar zijn: De Gamay Noir, de Napa Gamay, de Gamay Beaujolais, De Blaufrankisch, de Kekfrankos, de Limberger, de Frankinja modra, de Gamay de bouze. In de Beaujolais-streek zelf de namen: de Monternier, de Charmeton, de Gamay Beaujolais en de Gamay de Vaux. Het klimaat hier in de zomer kan oplopen tot om en nabij de 40 graden Celsius. In de winter komt de temperatuur vaak tot onder de 5 graden Celsius. Een groot verschil dus! En bedenk, dat er ook nog wel vorst in de lente optreedt. Dat kan voor de vroeg uitlopende Gamay Noir à jus blanc-druif een probleem opleveren! Ook dus voor de Gamay-Blancdruif! Als laatste nog een paar landen/gebieden waar de Gamay-druif ook met succes verbouwd wordt: Californië, Canada (Niagara-district van Ontario), Zuid-Afrika en in Nieuw Zeeland.

 

We trekken er weer op uit en weer naar Italie. Naar het gebied Veneto, het grootste wijnbouwgebied qua opbrengst. Hier komen de Bardolino, de Valpolicella en de Soave vandaan. Ik schat dat er elk jaar zo'n 50 miljoen liter Soave wordt gemaakt. We zitten ten oosten van Verona. De wijn wordt gemaakt van 70/90 % Garganega druiven en 10/30 % Trebbianodruiven. De wijn heeft een geelgroene kleur en een mooi bloemrijk bouquet en met in de afdronk een licht bittertje. Ze moet jong gedronken worden (tussen 2 a 3 jaar). Je hebt ook een dessertwijn en die heet de Recioto di Soave. Deze goudgele wijn kan heel goed ouderen. (gemaakt van ten dele gedroogde druiven en bevat 13 a 14 % alcohol). Verder zie je op het etiket van de droge Soavewijn de termen Classico en Superiore staan. Dan moeten ze een alcoholpercentage hebben van 11,5 %. De gewone Soave dient minimaal 10,5 % alcohol te bevatten. Uit dit gebied is de Bianco di Custoza ook een welbekende wijn, die van dezelfde druivensoorten is gemaakt. Een tophuis van de Soavewijn is 'Bertani'. Zij zijn al halverwege de 19e eeuw bezig met wijnmaken.De Garganega wordt ook wel de Lizzana genoemd. Een goede Soave kan het zonder meer opnemen tegen een goede Chablis. Ik ga nu mijn dorst maar weer eens laven met een Soave.

 

Jazeker wordt de Gewürztraminer buiten de Elzas verbouwd. Wat dacht je van Duitsland (Traminer) en Oostenrijk en Roemenië en Slovenië en Hongarije (Tramini) en Bulgarije (Traminère) en in NieuwZeeland en Noord-Amerika (de staten New York en Oregon en in mindere in Californië). Je kunt stellen, dat de druif het best gedijt in een wat koeler klimaat. Australië is te heet. Zo is de druif in de staat New York ge-ent op een Canadese onderstam en levert evenals in Oregon uitstekende wijnen op. Weer even terug naar de Elzasstreek zelf, waar de druif de mooie bijnaam van de'Keizer' heeft. De bodem hier bevat veel klei, kalk, zand en graniet. De mooiste wijnen komen van de grond, die licht klei bevat, maar met voldoende kalk erin. We kennen natuurlijk de droge versie van de gewürztraminer, maar zeer beroemd zijn de Vendanges Tardives en de Selection de Grains Noble. Deze oogst vindt meestal rond half Oktober t/m half November plaats. En vaak wel later ook. Ik moet je eerlijk zeggen, dat ik niet alle wijnen uit de andere landen heb geproefd, maar volgens mij kunnen ze ook zeer mooi zijn. Maar de top blijft toch de Elzasstreek zelf, denk ik. Misschien kan Roel daar nog wat over vertellen, als hij een duik neemt in zijn gigantisch grote zelf geproefde wijnbestand. En wat ook leuk om te vertellen is, dat de Gewürztraminer, evenals de Muscaat en de Pinot Gris oranje-roodachtig gekleurde druiven zijn.

 

De blauwe ‘Glorie van Boskoop’ is zeer goed en de witte ‘Van der Laan’ voor Nederland. Je vult gewoon een stenen pot met de juiste tuinaarde tot aan de rand toe vol. Dan daar net onder zaai je pakweg 5 à 7 zaadjes. Dus net onder de aarde stoppen. Zet de pot dan of binnen of buiten in het licht en besproei de aarde om de paar dagen met wat water(de pot buiten wordt het plantje sterker van!). Niet teveel water, anders verrotten de pitjes. Na een half jaar zul je zien, dat het plantje al behoorlijk is gegroeid en dan kun je deze in de tuingrond zetten. Je klopt voorzichtig het plantje uit de pot en zet deze ook weer net onder de bovenrand van je tuinaarde-grond. En dan is het wachten! Het duurt dan ongeveer 4 à 5 jaar totdat de wijnstok trosjes druiven gaat geven. En als laatste is het zo, dat het opkweken van de plant beter buiten is dan binnen in de pot. Denk aan de ochtenddauw! Wanneer je definitief het plantje in de tuingrond stopt, dan dien je kant en klare kalk (bij tuincentrum te koop) eromheen te stoppen. En zoals eerder vermeld wat mest erbij. We hebben het dus over consumptie-druiven. Succes verzekerd!

 

De naam Oberlin staat voor de ingenieur en druivenkweker Philip Christian Oberlin uit de Elzasstreek (1831-1915). Hij begon een wijnbouwinstituut bij de stad Colmar in 1857 (Het Oberlines instituut). Eén van zijn eerste grote successen was de Hybridesoort Oberlin Noir -druif en dat is een kruising tussen de Amerikaanse Vitis Riparia (als onderstam) en de Gamay Noir. De druif was goed bestand tegen de druivenluis en de ziekte valse meeldauw. Jaren later heeft Philip Christian Oberlin ook een kruising tot stand gebracht tussen de witte Riesling-druif en de witte Courtillier Musqué Précoce -druif. Deze kreeg de naam Goldriesling ook wel Gelbriesling of Goldmuskat genoemd. Van deze wijn, kon men vroeger van genieten in de Elzas-streek. Nu helaas daar niet meer en je vindt nu nog wijnen van deze druif in het Duitse Sachsengebied. Ongeveer 12 ha. wijnbouwgrond is er mee beplant.Verder kom je de Goldriesling ook tegen in Spanje, Hongarije, Italië, Brazilië en in Nieuw Zeeland.

 

Ik heb al de Carmenère druif besproken, maar goed een kleine aanvulling dan. In Frankrijk noemen ze deze oorspronkelijke Franse druif ook wel de Grand Vidure. Verder ook nog de Cabernet Carmenère en de Grand Carmenet. Er zijn nog een paar synoniemen, maar wat verder belangrijk om te weten is, dat de druif net voor de Phylloxera-ramp in bijna geheel Europa naar Chili is overgebracht. Hier op de originele eigen onderstam doet de druif het al jarenlang heel erg goed! Rond Santiago vind je er vele wijngaarden mee beplant. Tot het jaar 1997, heeft men de druif altijd voor de Merlot-druif aangezien. Maar via DNA-onderzoek is bewezen, dat het echt om de Carmenère-druif ging.

 

Zoals zo vaak in deze rubriek reizen we af naar Italiê. We hebben het voornamelijk over Umbrië. De bekendste witte wijn daar vandaan is de Orvieto, genoemd naar de bisschopsstad. Veel turf in de bodem, vandaar het bekende bittertje in de afdronk. De Grechetto- Bianco-druif komt ook in de Orvieto-wijn voor. Men denkt dat deze druif van Griekse afkomst is. Als je de naam bekijkt, zou dat inderdaad kunnen. De druif wordt altijd als versnijwijn gebruikt. Dus in dit geval een assemblage van de Trebbiano en de Grechetto. Ze komen zowel droog als met een klein zoetje op de markt. Een andere bekende wijn uit Umbrië met een eigen D.O.C. status is de Torgiano (torens van Giano). Hier treffen we zowel een witte versie als een rode versie aan (Sangiovese). Ook in Centraal Italië, in Latium en ook wat in Toscane komen we de Grechetto-Bianco-druif tegen. Maar hier ook weer versneden met oa. de Malvasia of de Chardonnay of met de Trebbiano. Soms met allemaal! In Umbrië wordt ook een rode wijn en een rosé gemaakt, maar dan van de Grecchetto-Rosso-druif. Als laatste een paar synoniemen voor de Grechetto-Bianco-druif: de Pistollo, de Greco Bianco di Perugia, Greco Gentile en de Greco Spoletino.

 

Greco giallo en de Greco moro Het zijn allebei autochtone inheemse zeer oude druivensoorten., de Grieken brachten de wijncultuur naar Italië! Er wordt een mooie witte wijn van gemaakt in Lazio in Italië. Hier veelal vulkanische ondergrond. Een goede producent daar is Marco Carpineti. Een wat bleke, frisse droge, fruitige wijn met hinten van oa. perzik. Wel binnen 2 à 3 jaar drinken.

 

Noir betekent donker!…. Wat is het voor druif? De Grenache -druif is ten eerste heel goed bestand tegen hitte. Vandaar ook dat je deze druif tegenkomt in Spanje(Alicante genoemd), Campania (Zuid-Italië), op Sardinië (hier Cannonau genaamd), het Rhône-gebied en verder in het zuiden van Frankrijk. Verder ook in Californië (lichtrode bulkwijn) en Australië. De druif loopt laat uit, geeft tamelijk goede zuren, goed alcohol, geeft kracht en is rijk aan fruit. Hij mist wel wat kleur en tannines, dus veel rondeur! Vandaar dat de druif vaak vermengd wordt met andere druiven, zoals de Syrah, de Cinsaut, de Mourvèdre en de Carignan. Denk aan het zuidelijk Côtes-du-Rhône-gebied. Bij de Chateauneuf-du-pape-wijnen, bij de Gigondas en bij de rosés van AC.Tavel. Bij de Vins Doux naturels-wijnen van AC. Rasteau. Bij de wijnen van Côtes de Ventoux (lichtvolle rode wijn). Bij de wijnen van Côtes du Roussillon, de Maury, de Banyuls (icm. de Grenache Gris en Grenache Blanc), de Vin de Pays d’Oc en de Côtes de Provence (hier rood en rosé). In Spanje komen we deze druif tegen in het Riojagebied, Alicante en Jumilla en in Carineňa (hier Garnacha Negra genoemd). Men vermoedt dat de Grenache-druif direct familie is van de hele oude autochtone Cannonau-druif. In Campanië en op Sardinië (bij de haven Cagliari) tref je hier rode en roséwijnen van aan. Enige synoniemen voor de Grenache zijn: de Alicante de Aragon, de Garnacha, de Garnacho, de Garnacha Negra en de Rouissillon Tinto.

 

We reizen af naar de langste rivier van Frankrijk, te weten de Loire en wel met een lengte van 1012 km. Het wateroppervlak van deze rivier is 115.000 vierkante kilometer en staat gelijk aan 1/5 deel van het totale wateroppervlak van Frankrijk. In de gebieden Touraine, Anjou en Saumur komen we de Grolleau -druif tegen. De druif wordt ook de Groslot en de Aramon du Val de Loire genoemd. De druif is van oorspronkelijke afstamming, geeft een grote opbrengst en is niet gevoelig voor de ziekten meeldauw en grijze rot. Er worden vaak icm. met de Gamay, de Cot, de Cabernet en de Sauvignon Rosés van gemaakt. In de Anjoustreek zijn het halfzoete rosés, maar in Touraine en Saumur veelal droge rosés. Ze dienen minimal 9 % alcohol te hebben. Sinds 1976 heeft Touraine al een eigen AOC. vermelding. De bodem hier bestaat uit veel tufsteen en krijt.

 

De Grüner Veltliner. Allereerst verbouwt men deze druif voor om en nabij de 37% van alle (witte) wijngaarden in Oostenrijk. Vroeger heette de druif hier Grüner Muskateller, maar met de Muskaatdruif zelf heeft de druif weinig te maken. De beste wijnen komen uit het noordoosten van Oostenrijk en wel in de regio’s van Wachau, Kamptal en Kremstal. Vrijwel alle wijngaarden gelegen aan de rivier de Donau. Het is een laatrijpende druif. De oogst vind meestal pas plaats tussen half en eind Oktober. Het zijn lichtgroene wijnen met een geurig, bloemig, kruidig bouquet. In de smaak herken je tonen van peer, wat citroen, honing en wat peper. De besten zijn lichtvettig in de mond, hebben een mooie zuurgraad en een goede, brede afdronk. De opbrengst is hier dan 40 à 50hl / ha. Het is een goed alternatief voor de meest gangbare witte wijnen. De wijn doet het uitstekend bij zoetwater-vissen (forel) en wat te denken als combinatie met Oosters eten! Een aanrader dus! Ik dien je wel te vertellen, dat er ook een vrij groot aantal wijnen, gemaakt van deze druif het helaas ontbeert aan een mooie zuurgraad. En ook de afdronk laat wel te wensen over. De opbrenst varieert dan tussen de 60 en 100hl / ha. Het zijn dan lichtvolle wijnen en als je ze met de wijnen uit Duitsland vergelijkt, dan prefereer ik vele Duitse wijnen. Dit vanwege de grotere robuustheid in de wijn. Je komt de Grüner Veltliner ook tegen in Duitsland zelf. Hier genaamd de Veltliner. In voormalig Joegoslavië genaamd de Zleni Veltinac. In Hongarije genaamd de Veltelini en in Tjechië genaamd de Veltinske Zelené. Als het een uitzonderlijk goed jaar is geweest in Oostenrijk, dan wordt er ook Beerenauslese en Trockenbeerenauslese gemaakt. De Trockenbeerenauslese van 1976 uit Lütheringen werd in 1979 wereldkampioen onder de dessertwijnen. En dat het goed koud kan zijn in Oostenrijk bleek uit de oogst van 1985. Toen is 50% van de oogst mislukt. Het vroor meer dan 14 dagen lang onder de –20 graden. Wat ook leuk om te vermelden is Roel, dat de eerste echte wijnbouwschool is opgericht in Klösterneuburg. Jarenlang geleid door professor Babo…

De Hárslevelü -druif uit Hongarije heeft een bladvorm, dat sterk aan het blad van de Lindenboom doet denken, vandaar de synoniem ‘Lindenblättige’. Het is na de Furmint -druif de belangrijkste witte druivensoort van Hongarije. Debröi is het kleine gebiedje in het dal van de Tarna. Het omvat drie dorpjes. De bodem hier bestaat uit humusrijke rode aarde, zand, wat mergel en wat leem. Er worden frisse, fruitrijke wijnen gemaakt, maar ook is de Hárslevelü-druif zeer gevoelig voor de Botritus Cinerea, de Edelfäule, de Pourriture Noble oftewel de edele rotting. In Zuid-Hongarije ligt het Villány-district tussen de rivieren de Drava en de Donau. Dit goede kwaliteitsgebied heet ook wel ‘Baranya’ en dat betekent ‘de moeder van de wijn’. De witte Hárslevelü-wijn is geelgroenig van kleur, heeft een mooi bouquet en een volle vettige smaak met een goede zuurbalans. De wijn doet het uitstekend bij wildbraad! Verder in Hongarije op de hellingen van het Eperjes-Tokaj-gebergte vind je de wijngaarden van Tokaj-Hegyalja op een hoogte van 150 tot 300 meter. Dit gebied is beschermd door het dicht beboste Karpaten-massief en dat geeft een vrij mild klimaat. Er heerst hier ook een lange en droge herfst met ochtendnevels met als gevolg de Edelfäule. Eind Oktober, om precies te zijn op 28 Oktober, op Sint Simon-dag, begint de pluk. Hier komen dan de dessertwijnen vandaan, die gemaakt zijn van de Furmint-druif (70%), de Hárslevelü-druif (25%) en de Sárgamuskotály-druif (5%). De wijn wordt hier gebotteld op Rijnwijnflessen. In voormalig Joegoslavië heet de Furmintdruif… de Sipondruif. En andere synoniemen hier zijn: de Moslovac en de Grasa (de Cotnari) In Oostenrijk heet de druif de ‘Mosler’. Ook kom je de Hárslevelü-druif tegen in Slowakije en in Zuid-Afrika. De dessertwijnen zijn mooi van smaak en doen enigszins aan Sauternes-wijnen denken.

De Herolddruif is een kruising tussen de Blauwe Portugieser en de Limberger ((Blaufränkisch). Deze kruising kwam tot stand in het jaar 1929 gedaan door August Herold (1902-1973) in Württemberg. Het is een laat rijpende druif en geeft een grote opbrengst. Voor rosé-wijn als aperativief is de druif bijzonder geschikt. Maar ook als lichtvolle rode wijn (Beaujolais-type) is de druif ook geschikt om te serveren bij niet te kruidig eten. In Duitsland wordt de Herold druif nog wel steeds verbouwd, met name dan in de streken Rheinpfalz, Rheinhessen und Württemberg (opgeteld zo’n 200 ha). Bijvoorbeeld bij Karl Neu in Leistadt (wijnberg Dürkheimer Feuerberg) in de Rheinpfalz. Een goed alternatief voor de Herolddruif is de Dornfelder-druif, want dit is een kruising tussen de Herolddruif en de Helfensteinerdruif. Bij verschillende wijnbedrijven in België wordt deze druif verbouwd ( zoals bijvoorbeeld bij wijngaard Karthuizerhof in Kortessem, wijngaard Kluisberg in Bekkenvoort-Assent, wijngaard Den Houwaart in Houwaart en wijngaard de Hageling in Tienen).

HUXELREBE Deze druif vind je in de Anbaugebieten Rheinhessen, Rheinpfalz en in Nahe. Er is ongeveer 1150 ha. mee beplant. Het is een kruising tussen de witte Gutedel -druif (=de Franse Chasselas -druif) en de Courtillier Musqué -druif. Er worden zeer zoete, muskaatachtige witte wijnen van gemaakt en in goede jaren kunnen ze zeker ook wedijveren met de Auslese-typen wijnen uit de andere gebieden. En vergeet niet, dat de ene producent beter is dan de ander natuurlijk. In het jaar 1969 kreeg de druif voor het eerst officieel zijn geregistreerde Duitse beschermnaam. Ene meneer Scheu bracht in het jaar 1927 al de kruising tot stand. De druif is vernoemd naar de heer Fritz Huxel (1892-1972), die er met zijn wijnbedrijf talloze prijzen mee wist te winnen. De gemiddelde levensduur is 3 tot 5 jaar op uitzonderingen na dan. Het zijn wijnen met een mooie goudgele kleur en in het bouquet herken je oa. vaak tonen van rebarber. Als laatste geef ik je mee, dat er ook in Engeland wat verbouwd wordt van deze druif.

De Incrocio Manzoni -druif is een kruising tussen de Riesling en de Pinot Blanc. Ze worden voornamelijk verbouwd in de regio’s Trentino en Friuli in Italië. Er wordt een frisse, fruitige wijn van gemaakt. In het noorden van Italië noemen ze de Duitse Riesling : de Riesling Renano en de Pinot-Blanc: de Pinot Bianco. (in Oostenrijk heet de Riesling: de Rheinriesling)

 

De Isabella-druif is een hybridesoort en is een kruising tussen de wilde druivensoort Amerikaanse Vitis Labrusca en een onbekende Europese druivensoort. Dezelfde kruising treffen we aan bij de Seibel-druif ( zijn beide zeer goed bestand tegen vorst).
 

We praten over het zuidwesten van Frankrijk dichtbij het plaatsje Pau. We hebben het over de Jurançon -wijnen. Hier worden droge en zoete wijnen gemaakt van en daar gaan we dan: de Gros Manseng, de Petit Manseng en de Gros en Petit Courbu druiven. Meteen dient gezegd te worden, dat de Gros Manseng evenals de Gros Courbu circa 30% meer opbrengst heeft als de Petit druiven. Dus ook meer sap! Maar de Petit druiven zijn veel verfijnder en aromatischer. Ze worden inmiddels ook apart op de markt gebracht. Maar vaak is het nog een combinatie van deze druiven, die een wijn oplevert, die enigszins (de zoete dan) aan de beroemde Sauternes-wijn doet denken. Het verschil oa. zit hem natuurlijk in de temperaturen zowel overdag als in de nacht, die bij Pau veel hoger zijn. Een mooie Sauternes-wijn blijft voor mijzelf favoriet. Er zijn zo'n beetje 320 wijnbouwers in deze streek actief op een wijnbouwgebied van 27000 ha. Verder kan ik nog vertellen, dat de druivenranken worden geleid langs hoge pergola's tot ongeveer 1.90 meter hoog en dat de opbrengst vrij laag is. Tussen de 15 en 25 hl per hectare.

 

We hebben het over de Cahorswijn uit het zuidwesten van Frankrijk. Voorgeschreven is dat de wijn voor minimaal 70% uit de Auxerrois (=de Malbec of hier ook de Cot genoemd) en de resterende 30% uit de Merlot, de Tannat en Jurancon Noir moet bestaan. De laatste wordt hier ook de Folle Noir genoemd of de Jurancon Rouge. Maakt men uit deze kalkrijke bodem (lagere gedeelten ook zand en kiezel) een 100% Jurancon Noirwijn, dan zul je deze wijn binnen 2, hooguit 3 jaar moeten drinken. De druif geeft goed fruit, maar met weinig tannine, goede kleur en mooie zuren. Men vermoedt, dat de druif oorspronkelijk uit Italie komt. Hij groeit en bloeit al honderden jaren hier in het Zuidwesten. De druif wordt niet zoveel meer gebruikt. Men plant ook niet meer bij. De Cahorswijnen van jaren terug stonden bekend als de Vins Noirs. Zeer donkere wijnen en dat verkreeg men oa. door de druiven voordat ze de gistingskuip ingingen te verhitten. En het gistingsproces met de weekperiode duurde extreem lang. Weken! Je kon zo'n wijn dan pas na een jaar of 15 drinken. Nu worden de Cahorswijnen veel lichter gehouden en zijn ze dus eerder op dronk.

 

De Kanzlerrebe werd in 1927 gekruist tussen de Muller-Thurgau x de Sylvaner. Dus zoals we nu weten een kruising tussen de Riesling x Chasselas x Sylvaner. De druif staat bekend om zijn fantastische bouquet!.

 

We gaan naar Hongarije en wel nog voor het begin van onze jaartelling, want de wijnbouw hier is al meer dan 2000 jaar oud. Er zijn 14 wijnbouwgebieden, waarvan dus ook de wijnbouw rondom het Balatonmeer. Een meer met aan de noordzijde een lengte van 75 km. Negentig procent van de wijnbouw bestaat hier uit witte wijn. Bij het Balatonmeer liggen links en rechts 6 wijngemeenten, te weten: Csopak, Balatonfured, Tihany, Akali, Tapolca en Badacsony. De Badacsonyi-Keknyelu druiven (ook wel de Picolit-druif genoemd) brengen een goudgele wijn voort met een vrij stevige droge smaak en in de afdronk een pittig zuurtje. De oogst is laat, dus de druiven zijn overrijp. De wijn is redelijk lang te bewaren. In Hongarije is 65% van de wijn voor eigen gebruik en 35% voor de export. Goulash, goulash, goulash...

 

De Kerner -druif is relatief jong te noemen. In 1960 in het wijninstituut van Württemberg heeft men deze variant doen laten ontstaan. Het is een kruising van de rode Trollinger-druif en de witte Riesling-druif. Meestal is deze aangeplant geworden, waar de Riesling zelf het niet zo goed deed. Je komt hem tegen in de wijnbouwgebieden Mosel-Saar-Ruwer, bij Württemberg zelf dus, in de Nahe, in de Mittelrhein, maar vooral in de gebieden Rheinhessen en Rheinpfalz. De laatste twee hebben een wijnbouwarsenaal van respect. 25.000 ha en ongeveer 23.000 ha. Het klimaat in de Rheinhessen is zacht met weinig regenval en de bodem bestaat hier uit kalk en mergel met klei en löss. Bijna alle soorten Duitse druiven kom je hier tegen, die op licht glooiende hellingen verbouwd worden. Ze produceren zachte en ook vaak zoete wijnen, die binnen 4 à 5 jaar gedronken dienen te worden. De Rheinpfalz-streek doet een beetje aan de Elzasstreek denken. Een lange,smalle strook wijnbouwgebied (75 km x 12 km). De streek wordt beschut door het Haardt-gebergte en het Pfälzerbos. Het klimaat hier is ook weer zacht, warm en droog. De bodem hier bestaat uit veel klei, löss en zand met kiezel. Het levert kruidige wijnen op doch ook vaak log met niet zo veel bouquet! Op de zand/kiezelgrond komen meer dan uitstekende Rieslings vandaan. Waar kom je de Kerner-druif nog meer tegen? Wel in Zuid-Tirol (Alto-Adige) in Italië, waar de druif Schiava wordt genoemd. Ook in Zuid-Afrika, Engeland en in Zuid-Michigan van Amerika. De Kerner-druiven geven een goede lichtvolle wijn met een goed zuurgehalte en natuurlijk met het relatief lage alcoholpercentage van om en nabij de 9%. Ook kom je typen Spätlese en Auslese tegen van deze druif. Die zijn dan weer een stuk langer houdbaar.

 

De Königliche Esther iis een vrij nieuwe soort rode wijndruif uit Hongarije waarvan het blad in de herfst prachtige rode kleuren vertoont. De druif is een mutatie door de mens gemaakt van de Sandor Szegedi druif en de Magaracsi Esemeg druif..Het is een consumptie tafeldruif, die qua smaak niet zoveel te bieden heeft of het moet een prachtige zomer geweest zijn en dan kan er ook wijn van gemaakt worden.
 

Er is zeker literatuur te verkrijgen over Griekenland als geheel en daar hoort, zoals je weet ook Kreta bij. Ik zal je nu een beknopt stukje over Kreta voorschotelen. Het is het zuidelijkste wijnbouwgebied van Griekenland en het kan daar zeer heet zijn. Ik heb dat zelf ondervonden. In de grond zit zeer veel kalk en nachtvorst komt er haast nooit voor. De wijnbouw loopt langs de noordkust en wat heel bijzonder is, is dat er nooit die verschrikkelijke druivenziekte, de phyloxera, heeft plaatsgevonden. Daardoor kom je er nog hele oude inheemse druivensoorten tegen. Er zijn 4 wijnbouwgebieden, te weten: Sitia, Peza, Archanes en Dafnes. In Sitia produceert men een forse rode wijn, die gemaakt is van de oude inheemse druif de Liatiko. Wijnbouw hier op een hoogte van 700 meter en soms afdalend tot 400 meter. In Peza op een hoogte van 300 tot 500 meter komen we de druiven Mandilari en de Kotsifali tegen. Diep donker gekleurde wijnen en zeer tanninerijk (misschien is dat nu verbeterd), dus jarenlang geduld. Ze kunnen een alcohol-percentage van over de 13 % halen van nature. Vlakbij Peza treffen we het district Archanes aan, waar we ook de laatste twee genoemde druiven tegenkomen. Het klimaat hier wijkt iets af van Peza. De wijngaarden liggen op een hoger niveau en het is er vochtiger. De wijnen hier vandaan kunnen wel jong gedronken worden en indien gerijpt op fust, kunnen het mooie wijnen worden. Als laatste de streek Dafnes (of Daphnes), dat op de westelijke helft van Kreta ligt, dichtbij de hoofdstad Iraklion. Hier wordt een rode likeurwijn gemaakt en is de moeite waard. Hij lijkt wat in de smaak op de Malvasia, die van oorsprong van de plaats Monemvasia is op de Peloponnesos. Verder wordt hier ook witte wijn gemaakt. Op Kreta wordt ook heel veel niet geklasseerde wijn gemaakt, welke een grote afzet kent. De Kotsifaliwijn, die ken ik (ik word ineens een beetje misselijk).

 

De Lagrein-druif kom je tegen in het gebied Trentino-Alto Adige in Italië (het voormalige Zuid-Tirol). Je ziet er twee soorten nl. de Lagrein rosato en de Lagrein scuro wijn (rosé en donkerrood). De rode wijnen kunnen goed ouderen en zeker die uit de streek van Bolzano (Bozen in Duits). Zoals elke druif zijn eigen geschiedenis heeft, zo ook deze. In oorkonden van het Benediktiner klooster bij het plaatsje Gries wordt de druif al genoemd in de 17e eeuw. Enige synoniemen voor de Lagrein zijn de Blauer Lagrein, de Burgundi Lagrein en Lagrino. In het jaar 2004 werd na DNA onderzoek bij het wijnbouwinstituut ‘San Michele all’Adige’ vastgesteld, dat de Lagrein-druif een kruising is tussen een totaal onbekende soort en de Tereldego-druif. Er wordt dus vooral veel rosé van gemaakt, maar ook volle, donkerrode wijn met lichte tannines, welke gretig worden afgenomen door oa. Duitsland. De laatste 15 jaar doet de Lagrein-druif het ook goed in Australië. (zie verder ook bij Tereldego in dit totale overzicht).

 

We reizen af naar midden Italië en wel naar de omgeving rond de stad Bologna. In het westen het gebied Emilia en in het oosten het gebied Romagna. De druif Lambrusca stamt af van de druif Labrusca. Er worden 4 soorten Lambrusca’s gemaakt, waarvan er drie de naam dragen van de verwerkte druif. Uit de provincie Modena komen de Lambrusca Grasparossa di Catelvetro (ongeveer 85% Grasparossa-druiven), de Lambrusca Salamino di Santa Croce ( 90% Salamino-druiven), de Lambrusca di Sorbera ( 60% di Sorbera-druiven) en de vierde komt uit de omgeving van Reggio di Emilia. Deze heet dan ook Lambrusco Reggiano en is gemaakt van alle vier hier opgenoemde verschillende druivensoorten. Het is een rode wijn, die koel geserveerd moet worden en zowel als spumante, licht crémant als droog verkrijgbaar is (zonder koolzuurgas dus). In Italië zelf wordt de droge versie van de Lambrusco het meest gedronken en dan gewoon als tafelwijn. De export en vooral naar de Amerika ervan is de lichtzoetige Lambrusco (amabile). Deze wordt ook goed koud gedronken (graadje of acht). De gewone Lambrusco (vino da tavola) is afgesloten met een schroefdop en de D.O.C. Lambrusco met een eigen kurk. Mijn wijn is het niet of wellicht geserveerd bij een licht dessert?

 

Latium behoort tot Centraal Italië en specifiek rondom Rome. Klimatologisch behoort het tot het Tyrrheense zeegebied. Westenwinden dus vanuit zee en enigszins te vergelijken met de Bordeaux-streek, alleen is hier de wind warmer. Je treft onder Rome de vulkanische heuvelrug aan, genaamd de Colli Albani en de Castelli Romani. Er wordt heel veel witte wijn gemaakt van de Malvasia -druif en de Trebbiano -druif. Ik noem drie bekende: de Marino, de Frascati en de Velletri. De laatste maakt ook rode wijn, gemaakt van de Sangiovese-druif. En zie je de toevoeging Superiore op het etiket staan, dan is dat meestal hun beste wijn met ook een hoger alcohol-gehalte. De witte wijnen zijn fris en fruitig van smaak. Soms met een amandeltoontje en vaak met een klein bittertje in de afdronk. Ook zul je in dit gebied de Merlot-druif tegenkomen, waarvan door de Cooperativa Enotria een goede wijn wordt gemaakt. Veel wijnboeren leveren jaarlijks hun druiven in bij de Cooperativas. En dan het beroemde verhaal over de Duitse bisschop Hans Fugger, die in 1110 naar Rome reisde, om zijn keizer door de Paus gekroond te zien worden. Het was een lange reis en hij stuurde zijn knecht Martinus in de omgeving van Rome al vast op pad, om goede wijnen bij de herbergen te ontdekken. Na onderlinge afspraak schreef Martinus met krijt Est! Est!! Est!!! op een deur van een herberg in het plaatsje Montefiascone. Est betekent Vinum Bonum est! en staat voor: de wijn is goed! Vroeger was de wijn daar alleen zoet, maar nu maakt men er ook een droge versie van. Enfin, het verhaal wil, dat de bisschop daar aangekomen, zoveel witte wijn heeft gedronken, dat hij op de 3e dag stierf! Anderen beweren, dat hij daar gewoon zijn laatste levensdagen heeft doorgebracht en na zijn dood aan het gemeentebestuur van Montefiascone een fonds naliet met daarin de gunst opgenomen, dat elk jaar op zijn sterfdag er een vat witte wijn over zijn graf geledigd diende te worden! Leuk verhaal, nietwaar? En de namen van de producenten zeggen me weinig op één na dan. De Colle Picchioni Rosso is gemaakt van de Merlot, de Sangiovese, de Montepulciano en de Cabernet Sauvignon. Alles apart gevinifieerd in roestvrij stalen tanken. Ik vermoed op de maceration carbonique-methode. Ik moet wijnen wel zelf geproefd hebben, om daar iets zinnigs over te zeggen, vind ik.

 

Latium 2 In Latium ten zuiden van Rome vinden we de Colli Albani en Castelli Romani. Dit is een vulkanische heuvelrug. De meren, die we hier aantreffen zijn in feite oude kraters geweest, zoals daar bijvoorbeeld zijn: meer bij Bolsena, bij Albano en Nemi. Het is een vruchtbare vulkanische bodem waar ook veel fosfor en kaliumachtige zouten inzitten. Het is een heuvelachtig gebied en voor het grootste deel maakt men hier witte wijnen van de Trebbiano en Malvasiadruiven. Vroeger waren deze wijnen lomp en rond en vaak halfdroog, maar dankzij de koude gistingsmethode smaken ze nu ook droog en fris met het bekend kleine bittertje in de afdronk. Ja, je moet ze gewoon proeven lijkt mij om daar zelf een oordeel over te kunnen vellen. Doen dus! Wat ik je wel nog kan vertellen is dat bijvoorbeeld in Frankrijk de wijnen geoogst van grote kalkhoudende lagen, die dicht bij de oppervlakte liggen (vaak onder leem en kiezels) een hoger alcoholpercentage opbrengen vanwege het hogere suikergehalte in de druiven. En wijnen geoogst van sterke leemhoudende grond met daarin veel ijzerzouten geven de wijn rijkdom en lange houdbaarheid en donkerder kleur. Dit zijn dus donkergekleurde wijnen (Vins noirs). Maar het grote vakmanschap van de wijnmaker zelf bepaalt hoe de wijn in al zijn hoedanigheden eruit komt te zien en te smaken. En het weer moet ook meezitten, alhoewel de laatste vele jaren men er dankzij de meest geavanceerde, computergestuurde apparatuur er toch wel mooie wijn van maakt. Zo denkt men, dat de afgelopen zomer van 2003 in Frankrijk alleen maar topwijnen zouden zijn gemaakt. Dat is zeker niet het geval! In vele gebieden was het veel te heet! Daar waren de druiven met een dunne schil niet tegen bestand.

 

Léon Millot Deze rode soort is een door de mens samengestelde hybride-soort. Je komt deze nog tegen in de Elzasstreek in Frankrijk, maar in Duitsland al meer dan 70 jaar niet meer. In 1911 in het Oberlin-instituut in Colmar is deze ontstaan en wel door de heer Eugène Kuhlmann Het is een vroeg rijpende kleine druif, die zeer goed bestand is tegen strenge koude en tegen de ziekte valse meeldauw. Het enige nadeel nog steeds is, dat de wespen er ook gek op zijn. In Zwitserland kom je de Léon Millot sinds de jaren tachtig ook tegen en er wordt daar een biologische wijn van gemaakt. Dus zonder behulp van bestrijdingsmiddelen! Het tijdstip van oogsten is zeer belangrijk bij deze soort ivm. de zuurgraad (vaak is deze te laag, dus geen spanning meer in de wijn).

 

De Limbergerdruif of Lemberger. We gaan naar Oostenrijk. De druif wordt vergeleken met de Blaufrankische druif en enigszins met de Franse Gamaydruif. Hij behoort bij de rode wijnproductie en dan hebben we het over ongeveer 15% van Oostenrijk. De rest is namelijk allemaal wit. Nog wat rode druivensoorten zijn de Blauer Portugieser en de St.Laurent. En nu we het toch over Oostenrijk hebben is het wel aardig om te vermelden, dat de allereerste wijnbouwschool van de wereld in Klosterneuburg werd gevestigd. De meeste wijnbouw vindt plaats langs de Donau met de kalkzandstenen ondergrond. En eind September in het plaatsje Falkenstein laat men jaarlijks uit de onderliggende gewelven wijn naar boven over het plein stromen. Als traditie en ook weer niet teveel natuurlijk. Je kunt dan gratis wijn drinken. Als laatste opmerking het volgende: Als ergens de grond te arm is voor wijnbouw, dan zaait men voor twee jaar zonnebloemen. Gaat dit goed, dan volgt op dezelfde grond wijnbouw.

 

We hebben het over een zeer oude soort druif, die alleen specifiek in de Gaillac-streek voortkomt. De naam staat voor 'bijna uit het zicht'. De plukker ziet niet zo snel als bij andere druivensoorten de trossen van dichtbij hangen. Ze hangen namelijk aan zeer lange stelen en met heel veel bladgroen erom heen. De Loin de L'oeil druiven (spreek uit als Len de Lell) geven een zachte wijn met een bloemrijk bouquet en citrus in de neus. Meestal worden ze vermengd met de Mauzac -druiven. Dan ontstaat er een wijn met appeltjes en peertjes in het bouquet en met een wederom zachte verfrissende smaak. Ook wordt er in combinatie met de Mauzac en de Sauvignon-blanc-druiven een heerlijke zoete wijn van gemaakt, die zowel als aperitief of bij een dessert genuttigd kan worden.

 

Voor de Macabeo -druif reizen we naar Frankrijk en Spanje. In Frankrijk in het departement Pyrenées Orientales vinden we de Côtes du Rousillon Blanc wijn. Deze wijn is voor 100 % van deze druif gemaakt. Voorgeschreven zelfs! De wijngaarden liggen hier op het oosten tot ongeveer 700 meter hoogte op de flanken van de bergen. Er stromen drie rivieren van het westen naar het oosten, te weten de ‘Agly’, de Têt en de Tech. De ondergrond bestaat uit leisteen of graniet en de bovengrond bevat veel steengruis, welke soms vermengd is met rode klei. Het klimaat hier is bloedheet, maar het kan er ook koud en nat zijn. Voorts kan er een stevige wind staan. Het is het gebied ook, waar de Banyuls en de Maury vandaan komen. De al in 1936 verkregen A.C. Maury heeft wat meer kleur dan de Banyuls en heeft een rijke krachtige smaak met een elegant bouquet. Het zijn de zgn. Vins Mutés. Mutage staat voor de toevoeging van pure alcohol, zodat de gisting wordt gestopt. Voor de mutage moet de wijn een natuurlijk alcoholpercentage hebben van 14 %. Na de mutage moet de wijn reeël een minimum van 15 % en potentieel een alcoholpercentage van 21,5 % hebben. We hebben het over de Vins Doux Naturel. Ze worden gemaakt al dan niet samengesteld van de druivenrassen de Muscat, de Grenache, de Bourboulenc en de Macabeo. In Spanje komen we de Macabeo-druif tegen bij de mousserende wijnen en specifiek in Penedés. Maar ook in de Riojastreek. Een synoniem hier voor de druif is de naam Viura. De witte wijn hier wordt gemaakt van de Macabeo-druiven en de Parellada-druiven. En in Catalonië dus wordt er in combinatie van de Macabeo, de Xarello en de Parellada-druif mousserende wijn van gemaakt.

 

We praten over de Maconnais -streek in het zuiden van de Bourgogne. Hier worden oa. de Macon-wijnen gemaakt. Ze zijn er in rood, wit en rosé. Voor de witte wijnen worden de Chardonnay en de Pinot Blanc gebruikt en voor de rode de Gamay en een beetje de Pinot Noir druif, dat laatste geldt dus ook voor de rosé-wijnen. Je treft er de gewone Macon, de Macon-Superieur en de Macon-Villages A.C. aan. Het verschil zit in het vereiste minumum gehalte aan alcohol. Bij de Superieur en de Villages-wijnen moet men 1% meer alcohol verkrijgen. Dat is voor de witte wijnen minimal 11% en voor de rode minimal 10%. Het zijn vrij lichte wijnen, die je toch wel binnen 2 à 5 jaar moet drinken. (op een aantal uitzonderingen na), Er zijn 43 dorpen in de Macon-streek, die dus hun plaatsnaam erbij mogen vermelden. Bijvoorbeeld een Macon-Lugny of een Macon-Viré.

 

De Malbec -druif. Vroeger werd deze druif veel gebruikt ook in het Bordeaux-gebied. Ze wordt nog wel gebruikt daar, maar in veel mindere mate. In 1956 heeft de streek een enorme vorstschade gehad, waardoor heel veel wijnranken gesneuveld zijn. Daarna heeft men(de wijnboeren) gekozen om veel meer Merlot aan te planten met natuurlijk de twee Cabernets en nog wat Petit Verdot. Waarschijnlijk, denk ik, omdat men toch niet zo tevreden was over de Malbec. Wellicht een laatrijpende druif en net als het Carmenere-verhaal gevoelig voor schimmels. Maar wees gerust, de druif wordt nog steeds gebruikt en helemaal in de Cahors- wijnen en dan icm. de Tannat-druif en de Merlot-druif. Je vindt deze druif qua aanplant nog tamelijk veel in de Premieres Cotes de Bordeaux, Fronsac en nog wat in St.Emilion, Bourg en Blaye. Ook bij sommige St.Estephe-wijnmakers, maar dat is nagenoeg te verwaarlozen ( bijv. chateau Le Bosq). De wijn heeft een paar synoniemen qua naam zoals, de Pressac of de Cot (St.Emilion en het Loiregebied) ,de Auxerrois (Cahors), de Vesparol en de Gros noir. Waar de druif tegnwoordig een gigantisch succes is, is in Argentinië, waar daar echt absolute topwijnen van gemaakt worden. (100% Malbec dus...Ik heb ze geproefd). En in Chili is het de derde grootse druivensoort qua aanplant en daar wordt ze vermengd met de Cabernet Sauvignon en de Pais-druif. In Australie en Noord-Amerika zie je druif vrijwel niet. Ja misschien in het achtertuintje van Bruce and his wife. Als laatste vertel ik je, dat momenteel in Frankrijk zo'n 7000 hectaren ermee is beplant en in Argentinie zo'n 12000 hectaren. Kortom, deze druif leeft nog en wordt zeker met de modernste wijnmakers-technieken tot mooie wijn verwerkt. Maar je hebt gelijk, want bijv. de beide Cabernets zijn in aanplant over de hele wereld veruit in de meerderheid. De achternaam Malbec kom je nog steeds veel tegen in Frankrijk. Ik heb ooit een mevrouw Malbec ontmoet, die net gescheiden was van meneer Guy Tesseron, de eigenaar van chateau 'Ponet Canet', een mooie Pauillac-wijn uit de Bordeaux-streek.

 

De Malvasiadruif bestaat al een paar duizend jaar. De oorsprong ligt in Turkije en Griekenland. Het is voornamelijk een witte druivensoort, maar er bestaat ook een rode versie, te weten de Malvasia Nera, die je in het noorden en zuiden van Italië kunt aantreffen (Piëmonte en Puglia). De rode wijnen hebben een zeer rijk bouquet, maar behoren tot de lichtvolle wijnen. Wel de witte soort de Malvasia Bianca tref je in Toscane, Lazio en op Sardinië aan. En verder in het hele Middellandse zeegebied. Het zijn lichtgoudkleurige wijnen met een fraai geparfumeerd bouquet en geven hints van abrikoos en noten. Zo worden er dus een droge, een zoete, een met wijnalcohol versterkte en mousserende wijn van gemaakt. En natuurlijk moet ik onmiddellijk aan de Madeira wijnen denken. Hier heet de Malvasia de Malmseydruif. (4 soorten Madeira's: Boal, Verdelho, Malmsey en de Negra) ( van vrij droog tot heel zoet) In Portugal wordt de Malvasia ook door sommigen gebruikt bij de witte Portbereiding. En als laatste komt de druif ook voor in de Central Valley in Californië. Dus kortom een zeer veel voorkomende druivensoort. En wat erbij eten? Ja natuurlijk visgerechten voor de witte en voor de rode niet te zware vleeschotels (ik bedoel niet voorzien van een zware, alles over heersende saus) En als we het over de Madeirawijn hebben, denk ik aan blauw geaderde kazen. Of natuurlijk voor zo en niets erbij serveren!

 

We praten over het zuidwesten van Frankrijk dichtbij het plaatsje Pau. We hebben het over de Jurançon -wijnen. Hier worden droge en zoete wijnen gemaakt van en daar gaan we dan: de Gros Manseng, de Petit Manseng en de Gros en Petit Courbu druiven. Meteen dient gezegd te worden, dat de Gros Manseng evenals de Gros Courbu circa 30% meer opbrengst heeft als de Petit druiven. Dus ook meer sap! Maar de Petit druiven zijn veel verfijnder en aromatischer. Ze worden inmiddels ook apart op de markt gebracht. Maar vaak is het nog een combinatie van deze druiven, die een wijn oplevert, die enigszins (de zoete dan) aan de beroemde Sauternes-wijn doet denken. Het verschil oa. zit hem natuurlijk in de temperaturen zowel overdag als in de nacht, die bij Pau veel hoger zijn. Een mooie Sauternes-wijn blijft voor mijzelf favoriet. Er zijn zo'n beetje 320 wijnbouwers in deze streek actief op een wijnbouwgebied van 27000 ha. Verder kan ik nog vertellen, dat de druivenranken worden geleid langs hoge pergola's tot ongeveer 1.90 meter hoog en dat de opbrengst vrij laag is. Tussen de 15 en 25 hl. per hectare

 

Marsala -wijnen zijn er van droog tot zoet. We hebben de Marsala-wijn te danken aan een Engelsman, de heer John Woodhouse. Hij en zijn broer handelden al in de 18e eeuw in Port en Sherry. Maar omdat de Port in die tijd nogal snel onderhevig was aan bederf, reisde John Woodhouse in 1770 af naar Sicilië. In de provincie Trapani ten zuiden van Palermo werd en wordt Marsala gemaakt en wel van twee druivensoorten. Te weten van de Grillo -druiven (hele goede kwaliteit) en nu steeds meer van de Cataratto -druiven. In 1773 verscheepte Woodhouse voor het eerst een 400 liter-vat naar Engeland en dat werd een groot succes! Het eerste en grootste Italiaanse Marsala-wijndomein werd gesticht in 1832 door de heer Calabrian Vincenzo Florio en bestaat nog steeds. Marsala wordt gemaakt als ‘Mistella’, dwz. van een most van ingedroogde druiven, waar later alcohol aan toegevoegd wordt. In het Italiaans heet dit type ‘Sifone’. Er zijn een aantal type Marsala’s. Van jong naar oud zijn dat: De Fine, de Superiore, de Superiore Riserva en de Stravecchio. De Marsala Fine dient minimaal 17% alcohol te bevatten en rijpt 4 maanden op fust. Dit is een doorsnee zoete Marsala-wijn en op het etiket staat vermeld I.P. en dat staat voor Italy Particular. De Marsala Superiore dient minimaal 18% alcohol te bevatten en rijpt 2 jaar op fust. Het is ook een zoete dessertwijn met minimaal 10% onvergiste suikers. Hier staat op het etiket G.D. vermeld en dat staat voor Garribaldi Dolce. Verder is het zo dat van de Fine en de Superiore de maximum zuurgraad en het minimum suikergehalte zijn voorgeschreven! Bij de Marsala Vergine is het voorgeschreven alcoholpercentage minimaal 18% en deze moet minimaal 5 jaar oud zijn, voordat de wijn in de handel mag komen. Het is een milddroge wijn, waar geen ‘Sifone’ aan toegevoegd is! Deze wijn wordt vaak gemaakt volgens het zgn. ‘Solera-systeem’ en smaakt dus elk jaar vrijwel hetzelfde. Het is een aperitief, terwijl de Fine en de Superiore duidelijk een digestief zijn. De Marsala-wijnen komen in drie verschillende kleuren op de markt. Als Oro (goud), als Ambra (amber) en als Rubino (rood). John Woodhouse, waar ken ik die naam nog meer van?

 

We reizen af naar de noordelijke Côtes-du-Rhônestreek in Frankrijk uiteraard. De wijnbouw hier doet enigzins denken aan de wijnbouw in Portugal en aan de wijnbouw aan de Moezel. De ondergrond hier bestaat uit veel graniet en is rijk aan mineralen. Je vindt hier veel steile hellingen en er heerst een continentaal klimaat met veel wind. De witte druivensoorten Marsanne en de Rousanne leveren een tamelijk, goede, witte wijn op met vrij goede houdbaarheid. De Rousanne is een wat sterkere druif met meer potentieel. Samen met de Clairette-druif en de Bourboulenc vind je ze in een witte Côtes-du-Rhône-Villages terug. Deze witte wijnen zijn beter en langer houdbaar dan de gewone Côtes-du-Rhône-wijnen, die zelfs erg jong gedronken moeten worden(binnen 2 jaar). Dat geldt weer in mindere mate voor de witte AC. Hermitage, de AC. Crozes-Hermitage en de witte wijnen van AC. Saint Joseph. Deze zijn verfijnder, kruidig van smaak en sommigen zijn zelfs erg lang houdbaar! (Hermitages) Ze passen uitstekend bij riviervis. De Rousanne-druif dankt zijn naam uit het feit, dat de druiven een wat lichtrode kleur hebben. Enige synoniemen van de Rousanne zijn: De Roussette,de Rousana en de Rousanne Blanc. Synoniemen van de Marsanne zijn: De Roussette Grosse (leuk), de Marsana en de Marsanne Blanche. Kort samengevat worden de Rousanne en de Marsanne vaak versneden met andere witte druivensoorten, waaronder ook met de mooie Viognier-druif. Je komt ze ook wat tegen in Zwitserland, in Spanje (Marsana) en in kleine hoeveelheid in het gebied Victoria in Australië. Als laatste geef ik je mee, dat de beroemde rode druivensoort van de Rhône, de Syrah-druif, daar ook door sommigen de Marsanne Noir wordt genoemd!

 

We reizen af naar Pelloponnesos, waar we 3 wijnbouwgebieden vinden, te weten: Patras, Nemea en Mantinia. Patras, de hoofdstad van Achaïa. De derde haven van Griekenland en de stad, die bekend staat om het hijsen van het vaandel als teken van de opstand tegen de Turken. De wijn, die hier gemaakt wordt ten zuidoosten van de stad, heet voluit Mavrodaphne de Patras. De druiven verwerkt men tot een rode likeurwijn met een verplicht alcoholgehalte van minimal 15 %. Meestal varieert het tussen de 15 en 17,5 %. Het is een versterkte wijn, die men vroeger in houten vaten in de open lucht liet rijpen. Nu gebeurt dat veel meer in de wijnkelders zelf en men hanteert het zogenaamde solera-systeem, zodat men elke keer bij botteling vrijwel dezelfde kwaliteit behoudt. Het hele gebied wordt beinvloed door westenwinden, die van overzee komen en is daarom voorzien van redelijk veel regen en vochtige lucht. De wijn doet mij altijd ook denken aan de Proŝek ( niet Prosak ) uit voormalig Joegoslavië en om precies te zijn uit Istrië. En ook aan de Banyuls-wijn uit de Languedoc-Roussillonstreek in Zuid-Frankrijk, alhoewel deze krachtiger van smaak is.

 

De druif Melon de Bourgogne is oorspronkelijk afkomstig uit de Bourgognestreek, waar deze ook bekend staat als de Gamay Blanc a Feuilles Rondes vanwege het ronde blad. Andere synoniemen zijn: Gros Auxerrois en Lyonnaise Blanche. Ze is gevoelig voor de ziekten meeldauw en pourriture grise en geeft een geringe opbrengst. Je komt de druif nog steeds tegen in de Bourgogne, maar dan als basis voor de gewone witte Bourgognes Grand Ordinaire-wijnen. Na de zeer strenge winter van 1709, waar vele wijnranken werden vernietigd door de vorst is ze in het Loire-Atlantiquegebied aangeplant en pas sinds 1735 werd de naam in akten opgenomen als de Muscadet-druif! De Melon de Bourgogne-druif kom je ook nog veel tegen in Californie, waar men jarenlang heeft gedacht, dat het om de Pinot Blanc-druif ging. Dus de Melon de Bourgogne-druif is de Muscadet-druif in het Loire-gebied. Bedankt voor je vraag Fred en nu bij deze huidige buiten-temperaturen (30 of meer graden Celsius) is het natuurlijk heerlijk je dorst te laven met een Muscadet-wijn.

 

De Merlot-druif is een zeer populaire druivensoort en komt bijvoorbeeld heel veel voor in de Bordeauxstreek. Wijnen zoals St.Emilion en Pomerol bestaan grotendeels of volledig uit de Merlot (Chateau Pétrus 100%). Men weet nu zeker dat de druif een afstammeling is van de Cabernet Franc-druif en een nog andere onbekende druivensoort (waarschijnlijk een oude soort uit Slovenië, Kroatië, Hongarije of Oostenrijk). De Merlot-druif is eerder rijp dan de Cabernet Sauvignon-druif en geeft vaak zachtere tannine aan de wijn. De naam Merlot is afgeleid van Merle en dat is een vogelsoort, die heel graag deze druiven opeet. Enige synoniemen voor de Merlot zijn: Médoc Noir, Sémillon Rouge, Merlau, Bigney, Plant Médoc. De Merlot is ook zeer succesvol in Californië, de staat Washington en in het Finger Lakes-district van New York. Verder ook in Argentinié, Zuid-Afrika, Nieuw Zeeland, voormalig Joegoslavië, Hongarije, Roemenië en Bulgarije. Een leuke bijkomstigheid is het feit, dat men in Chili tot voor kort de Carmenère-druif jaren en jarenlang aanzag voor de Merlot-druif.

 

De Merlot Blanc -druif kom je tegen in de Bordeauxstreek en vooral in de gebieden Blaye, Côtes de Bourg en Graves. Rond het jaar 1960 was er nog 5300 ha. wijnbouwgrond mee beplant. Nu is dat teruggelopen tot zo’n 170 ha. De hier van gemaakte wijn wordt vaak voor een klein percentage versneden met andere witte wijn. Synoniemen voor de Merlot Blanc zijn de Merlau Blanc of Merlaut Blanc. De druif is geen familie van de rode Merlot. De Merlot Blanc kom je ook tegen in Zwitserland en wel in het gebied Tessin (Italiaans Ticino). Hier wordt er een kruidige witte wijn van gemaakt, die het goed doet bij visgerechten, slakjes en ook bij blauwe kazen. De wijn moet wel binnen drie jaar gedronken worden.

 

Moderne vinificatie: De Maceration Carbonique-methode of te wel de koolzuurinwekings-methode. Deze is gestart in de Beaujolais-streek en met name om in tegenstelling tot de traditionele methoden de zware volle tannines te mijden. En toch een fruitrijke, aromatische wijn met het juiste alcoholpercentage maken! De druiventrossen worden in z’n geheel in een stalen cuve gebracht, zonder dus te ontstelen en te kneuzen (traditineel gebeurt dit dus wel). Als de cuve bijna vol is, dan wordt ze hermetisch afgesloten en spuit men er koolzuurgas in. De onderste druiven zullen door het bovengewicht openbarsten en verstikking van de cellen binnenin de druiven ontstaat. Bijna altijd bij een temperatuur van om en nabij de 18 graden celcius. We krijgen nu een spontane langzame gisting, wel of niet met toegevoegde wijngist. De bouquet en aromatische stoffen, die zich aan de binnenzijde van de druiven bevinden, worden nu optimaal benut. Nb. Men moet dit niet verwarren met de alcoholische gisting, aangezien deze gistcellen zich aan de buitenzijde van de druiven bevinden! We hebben het nogmaals bij deze methode over de druiven, die nog niet gekneusd zijn. Er ontstaat dus dan ook weinig alcohol! Het is een proces, waar alles draait om de vorming van de reuk en smaakstoffen en lage zuren. Na een paar dagen worden de cuves leeggehaald en de druiven worden geperst. Nu komt het purperrode sap helemaal in aanraking met de gistcellen en spontaan begint de alcoholische gisting. Dus in tegenstelling tot de traditionele gisting zal hier uitsluitend het sap gaan gisten! Na de alcoholische gisting is het vinificatie-proces hetzelfde als bij de traditionele manier. De tweede of malolactische gisting vindt dan nog plaats. De op deze manier gemaakte wijnen worden na een korte opslag en filtering gebotteld en ter verkoop aangeboden. Denk bijvoorbeeld aan de Beaujolais-Primeur wijnen, die eind September/begin Oktober worden geoogst en na goed 6 weken al in de winkels liggen. Dit proces tref je ook aan in de Lanquedoc-Rousillonstreek, in de Rhone-streek en zelfs in Italië maakt men ook al jaren lang een Chianti-Primeur. Ja de Rhône-streek dus ook met z’n bekende Chateneuf-du Papewijnen. Hiervan is ongeveer 95 % zo gemaakt. Gelukkig ken ik nog een aantal traditionele Pape- wijnen. Maar ik heb ook rode wijnen uit het Loiregebied zo geproefd of uit het Elzasgebied (Pinot Noir) of uit vele andere wijngebieden. Als slotconclusie is het zo, dat men deze gemaakte wijnen binnen 2 à 5 jaar dient te drinken. De wijnen zijn namelijk heel snel al op dronk. Op natuurlijk weer uitzonderingen na dan.

 

De vino Nobile di Montepulciano is volgens mij toch van de Sangiovese druif gemaakt, maar er schijnt ook een Montepulciano druif te zijn. Hoe zit dat?

Een zeer interessante vraag, die je stelt. Ik ben eens afgegaan op m'n eigen kennis en ook toch wel weer in de boeken gedoken en kwam er weer uit met het voor jouw volgende antwoord. De wijn Vino Nobile di Montepulciano (volgens mij de mooiste naam, die je een wijn maar kan toedichten, zo klinkt het)...is eigenlijk een hele goede Chianti! Het is duidelijk allemaal grote familie van elkaar en dan nu de opsomming: In het algemeen kun je stellen, dat de Sangiovese en de Nebbiolo-druif tot de meest nobele van de blauwe druiven van Italiaanse oorsprong gerekend kunnen worden...nee gewoon zijn! De druif uit Toscane, Sangioveso Grosso staat synoniem aan de benaming...Brunello di Montalcino...'Ja ja.En nu het antwoord op jouw vraag:De druif ' Sangiovese Piccolo is dezelfde druif als de Montepulciano'. Allemaal dezelfde familie, alleen daar en hier anders benoemd. En om het nog ingewikkelder te maken wordt de Sangiovese Grosso druif ter plekke in Montepulciano de Prugnolo genoemd. Men kan dus kiezen of we maken een wijn van de Sangiovese Grosso of we maken een wijn van de Sangiovese Piccolo. Het zal duidelijk zijn, dat van de S. Grosso zwaardere donkerder wijnen komen. De S. Grosso druiven vormen dus logisch grotere trossen!

 

De Muscadelle -druif heeft weinig tot niets te maken met de Muscaat-druif, alleen het opvallende zelfde bouquet van muskaat komt overeen. Het zijn grote druiven met een dunne schil, die makkelijk openbarsten en daardoor weer bijen en wespen aantrekken. Ze zijn ook gevoelig voor nadelige schimmels, vandaar dat ze bij de dessertwijnen zoals Sauternes en Barsac maar voor 3 à 5 % gebruikt worden. Veertig kilometer ten zuidoosten van Bordeaux aan weerszijden van het riviertje de Ciron tref je vijf wijngemeenten aan, te weten: Sauternes, Barsac, Bommes, Preignac en Fargues. Deze mogen allen de AOC. Sauternes voeren, echter omdat Barsac de grootste gemeente is, mag deze ook de naam AOC. Barsac voeren (vrije keus). Deze dessertwijnen worden voor ongeveer 70 % van de Sémillon-druif en voor 20 à 30 % van de Sauvignon-Blanc-druif gemaakt. En dus bij een aantal voor 3 à 5 % met de toevoeging van de Muscadelle-druif vanwege het parfumale, muskaatachtige bouquet. Bij de beroemdste Sauterneswijn te weten, Château d’Yquem is het 80 % Sémillon en 20 % Sauvignon. De druiven worden dus in de herfst geplukt, waar je in de vroege ochtend veel ochtendnevels zult aantreffen en daarna worden ze nog heerlijk beschenen door de nog immer warme zon. Ze worden dan aangetast door de schimmel Botrytis Cinerea, welke in de volksmond Pourriture Noble wordt genoemd. (tevens de naam van een beroemd illuster wijngezelschap in Nederland!). De opbrengst bij d’Yquem is zeer laag, ongeveer 8 à 10 hl. / ha. En ja, daar hangt dan ook een zeer duur prijskaartje aan! Alhoewel de laatste tien jaar bijna elke Sauternes-wijn erg duur is geworden! Nog even terug naar de Muscadelle-druif. Je komt hem ook tegen in de Premières Côtes de Bordeaux-streek, waar men er Vins doux van maakt. Zoete wijnen, die niet zijn aangetast door de nobele rot. En natuurlijk kom je de druif ook weer tegen in Californië en ook in Australië, zij het op kleine schaal.

 

De mooiste uit van de talrijke variëteiten van de Muskaatdruif. Ik houd het dus bij deze Muscat blanc a peitits grains en de Muscat rouge a petits grains. Je hebt bijvoorbeeld ook de zeer oude Muscat d' Alexandrië, die een wijn met hele lage zuurgraad oplevert, maar goed we gaan terug. Je komt hem tegen in de Noordelijke Rhônestreek langs de rivier de Drome, die een zijrivier is van de Rhône. Omringd door tot 1000 meter hoge bergruggen vinden we hier de Clairette de Die. Een mousserende wijn, die gemaakt is van de Clairettedruif en de Muscat a petits grains. Ze dienen minimaal 9 a 10 % alcohol te bevatten en worden nu volgens de methode Champenoise gemaakt. De zoetheidsgraad wordt bepaald door toevoeging van een liqueur d'Expedition (van Brut,Sec, Demi-Sec tot Doux). Vroeger werd de tweede gisting onderbroken, zodat er een natuurlijk restzoet overbleef. Als halfzoete begeleider uitstekend geschikt bij een dessert. Ook in het zuidelijk Rhônegedeelte langs de zuidelijke uitlopers van de Dentelles de Montmirail zijn ze aangeplant op smalle terrassen. Een uitstekende ligging dus. Hier wordt de beroemde AC. Beaumes de Venise gemaakt. De most van uitsluitend muscatdruiven moet minimaal 252 gram/liter suiker bevatten (= potentieel 14 % alcohol). Deze laat men aangisten tot nog 125 gram/liter suiker is overgebleven en dan voegt men wijnalcohol toe. Het verkregen resultaat van deze schitterende dessertwijn bevat dan een alcoholpercentage van 15 % of nog iets meer ( ze worden daarom versterkte wijnen genoemd ). De wijnen worden heel snel gebotteld om zodoende het delicate aroma te behouden. Gemaakt dus van de rode en de witte muscat a petits grains! Ook in Zuid-Frankrijk in de Languedoc-Rousillonstreek kom je de druif tegen. Vooral in Frontignan, welke stad de druif de bijnaam de 'Frontignan' heeft gegeven. Denk bijvoorbeeld aan de AC. Muscat de Rivesaltes. De kleuren van de druif variëren van purperpaars tot donker roodbruin. Je komt de druif ook tegen in Australië en Californië. Verder andere variëteiten van de Muscatdruif tref je aan in Italië, Spanje (Malaga), Portugal en Griekenland. Wat te denken van een Moscatel de Setubal uit Portugal drinken van makkelijk 25 tot 35 jaar oud. Een snoepje met finesse vanwege de schitterende balans tussen de zoet en zuurgraad in de wijn.

 

Het hele verhaal begint bij de druif Muscat à Petits Grains. Hier stamt de Muscat Blanc-druif vanaf en daar weer vanaf de Muscat de Alexandrië. Van de eerste twee genoemden worden overheerlijke dessertwijnen gemaakt, zoals daar bijvoorbeeld zijn AC. Beaumes de Venices en Muscat de Rivesaltes. Van de Muscat Alexandrië worden ook dessertwijnen gemaakt zoals bijvoorbeeld de Moscatel de Setubal. Maar de druif staat bij sommigen in de wijnwereld bekend om de wat mindere kwaliteit. Ikzelf vind dat toch wat vreemd, want ook van deze druif worden heerlijke zoete/dessertwijnen gemaakt! Het zit hem in de lage zuurgraad, denk ik zo. Een dessertwijn met een goede zoet/zuurbalance geeft de wijn meer spanning. De Mucat de Alexandrië: Vele synoniemen zijn op te noemen: In Frankrijk de Chasselas Musque, in Zuid Frankrijk de Muscat de Lunel (Rivesaltes), in Portugal de Moscatel de Setubal, in Spanje de Moscatel de Alejandria, in Zuid-Afrika de Hanepoot, in Australië de Muscat Gordo Blanco of de Lexia-druif. Alle hierboven genoemde synoniemen staan borg voor een zoete/ dessertwijn! Bij de eilandjes Pantelleria tnv. Sicilië maken ze er ook een heerlijke dessertwijn van. (hier heet de druif Zibibbo) In Griekenland kennen we de wijn van Muscat van Limnos, die ook droog te verkrijgen is. Verder komt er zoete wijn uit Egypte, Tunesië, Marokko, Brazilië, Argentinë, Chili en China en wat uit Californië. Echter in Californië wordt de druif meer verbouwd als consumptiedruif en voor rozijnen! (Hier in het Westland ook als consumptiedruif) (en wat dacht je vanwege de lage zuurgraad van Griekse tafeldruiven?) In de landen rondom het hete Middellandse-zeeklimaat kom je de Muscat de Alexandrië heel veel tegen! De naam zegt het al, men vermoedt dat de voorouder uit Egypte is gekomen. De Romeinen hebben toen voor verdere verspreiding gezorgd. De naam Muscat Romain zegt genoeg! Wereldwijd wordt de druif op meer dan 80.000 ha. verbouwd. Dat zegt toch wel wat! Ze geeft een hoge opbrengst, is goed suikerrijk, dus een hoog alcoholpercentage. De wijnen zijn in de regel dus zoet van smaak en kunnen een aroma hebben van perzik, rozijnen, honing, bloemig en meer. En als het goed is, beantwoordt de smaak aan het aroma en is de afdronk zeer lang. Goed te combineren met diverse zoete nagerechten. Maar zoals altijd, het is je eigen referentie om een wijn te beoordelen en te onthouden!

 

De Nebbiolo -druif De Nebbiolo-druif behoort in mijn optiek tot de grootsten van alle druivensoorten! Het is een unieke, edele druivensoort, waarvan men vermoedt, dat deze al in het Romeinse rijk werd gebruikt (ongeveer 25 na Chr.). Men had toen al over de Spanna-druif=de Nebbiolo-druif. Vaak altijd klassiek bereidt tot een wijn, die jarenlanlang geduld vraagt om te drinken. We reizen af naar het noorden van Italië en om precies te zijn, naar het gewest Piëmonte. Dit gewest ligt op dezelfde breedtegraad als het zuiden van het Franse Rhônegebied met dit verschil, dat Piëmonte wordt beschermd door de hoge Alpen. Er staat dus weinig wind hier! Er heerst een landklimaat, dus hete zomers en koude winters met in het najaar veel nevels. Het wijngebied vind je in het zuid-oostelijk deel van het gewest. Het is een heuvelgebied, waarvan sommige heuvels meer dan 500 meter hoog zijn. De bodem bestaat uit kalkhoudende leem. Er zijn drie plaatsjes, die tevens hun naam aan de wijn mogen geven, te weten Barolo, Barbaresco (provincie Cuneo) en Alba. Deze wijnen worden voor 100% gemaakt van de Nebbiolo-druif. Rond Alba worden nog meer druivensoorten gebruikt, maar dit terzijde. Het groen van de Nebbiolo-druif loopt vroeg uit (10-15 April), terwijl de oogst erg laat is (rond 10 Oktober). De opbrengst is vrij laag (gemiddeld 35-40 hl./ha.). De Barolo-wijn ondergaat een zeer traditionele vinificatie. Vroeger was dat wel 30 tot 40 dagen op de schillen. Op sommige huizen na is dat nu minder, meestal tussen de 10 à 15 dagen. Het is een wijn, die gebaat is zeker bij 10 à 15 jaar flesrijping. In z’n jeugd is een goede Barolo nog niet te genieten, want dan tref je in de smaak stevige tannines met veelal bitter laurier en wel al prachtig, mooi kersenfruit aan (dus flesrijping). De gewone Barolo heeft minimaal 2 jaar op fust gelegen. Na 4 jaar rijping mag op het etiket Riserva gezet worden. Bij 5 jaar rijping Riserva Speciale. De wijnen moeten minimaal 13% alcohol bevatten en moeten een minimale zuurgraad hebben van 5,5. De Barbaresco-wijn is sneller op dronk dan de Barolo met een alcoholpercentage van 12,5% en meestal 1 à 2 jaar houtrijping. In 1966 kregen beiden de D.O.C. status en in 1979 beiden de D.O.C.G. vermelding op het etiket. Het oude Romeinse plaatsje Alba staat ook bekend om zijn witte truffels. Andere wijnen die geheel of gedeeltelijk gemaakt worden van de Nebbiolo-druif zijn: De Gattinara (90% Nebbiolo), de Carema(100%), de Ghemme(60-85%), de Boca(45-70%) en natuurlijk de Nebbiolo d’Alba (100%). In het noorden van het gewest Lombardije vind je de wijn Valtellina (min. 70% Nebbiolo). Hier wordt de druif Chiavennasca genoemd. Verder in het gewest Valle d’Aosta vind je de wijn Donnaz (min.85% Nebbiolo en 2 jaar fust). Als laatste deel ik je mee, dat de Nebbiolo-druif ook in Argentinië verbouwd wordt.

 

Waar ter wereld zijn er zoveel inheemse druivenrassen?... Italië is het antwoord. En voor de 'Negroamaro' reizen we naar Apulië (of Puglia). Naar de hiel van de laars. Hier wordt ongelooflijk veel wijn gemaakt. Rode, witte, rosé en muskaatwijnen. Er zijn nu zo'n 25 DOC. wijnen en veel Vini Tipico (landwijnen). Hier wordt ook heel veel bulkwijn gemaakt, die naar het noorden van Italië wordt vervoerd voor de vervaardiging van Martini (Turijn en Milaan). De naam Negroamaro staat voor zwart en bitter. Hij is het meest aangeplant en icm. de Malvasia Nero krijg je de wijnen uit Salice di Salentino. Verder is het zo dat zeker vroeger de wijnstokken dicht bij de grond groeiden. Nadien heeft men ze hoger aangeplant, want dat levert meer harmonieuze wijnen op. In de vlakten tussen de heuvels in is het bloed en bloedheet. En met een bodem waar veel klei en kalk in zit, krijg je dus zeer diep donker gekleurde wijnen met een hoog alcohol-percentage. Vroeger werden ze heel vaak gebruikt om Franse wijnen meer body en kleur te geven en ik denk nog wel. Vele wijnmakers kunnen eind Augustus al oogsten.

 

De rode druivensoort Nero d’Avola vinden we bijna uitsluitend terug op het eiland Sicilië. Er is zo’n 14.000 ha. mee beplant en is daarmee de meest aangeplante druivensoort. 'De Zwarte uit Avola’ is vernoemd naar een klein plaatsje in het zuidoosten van het eiland (provincie Siracusa). De druif komt vaak voor in een assemblage met andere soorten. De wijnen hebben een mooi vol bouquet en kunnen goed ouderen.

 

Nielluccio. Het is de Sangiovese-druif uit Italië. Voor mij een van de mooiste druiven van de wereld. Heel vaak diepdonker gekleurd, kruidig bouquet en met een stevige smaak met het bekende amaro in de afdronk. We komen de druif tegen in de Chianti-wijnen voor zo’n 75 tot 90%. In Toscane ja. En in centraal Italië in het gebied Romagna. De Sangiovese di Romagna-wijnen zijn zeer corporoso met goed fruttato. De wijnen van de hellingen zijn beter hier dan van het vlakke land. Ze zijn wel gebaat met enige jaren flesrijping. Op Corsica kom je de Sangiovese ook tegen. Daar maken ze met andere druiven ( oa. de Grenache) er een mooie assemblage van. Ook weer zeer stevig van smaak.

 

De Norton druif blijkt dus een synoniem te zijn voor de Cynthiana-druif, die eerst in het wild groeide in de staat Arkansas. De Norton-druif komt van origine uit de staat Virginia. Na DNA-onderzoek in New York bleek, dat ze vrijwel dezelfde structuur-opbouw hadden. Ze behoren beiden tot de Vitis Aestivalis-groep. Ze rijpen tot laat in September en doen het dus goed in Arkansas, maar ook in Missouri. Na de phylloxera-ramp in Frankrijk, heeft men deze druiven aangewend om de wijngaarden weer te herstellen. Maar helaas, de Franse bodem bevat en bevatte teveel kalk en daar konden deze druiven niet tegen. Ziekte was het gevolg. Dus geen succes! En als laatste opmerking, hou je vast: In Amerika is deze druif ook bekend onder de naam ‘Cabernet of the Ozarks’.

 

De naam Oberlin staat voor de ingenieur en druivenkweker Philip Christian Oberlin uit de Elzasstreek (1831-1915). Hij begon een wijnbouwinstituut bij de stad Colmar in 1857 (Het Oberlines instituut). Eén van zijn eerste grote successen was de Hybridesoort Oberlin Noir -druif en dat is een kruising tussen de Amerikaanse Vitis Riparia (als onderstam) en de Gamay Noir. De druif was goed bestand tegen de druivenluis en de ziekte valse meeldauw. Jaren later heeft Philip Christian Oberlin ook een kruising tot stand gebracht tussen de witte Riesling-druif en de witte Courtillier Musqué Précoce -druif. Deze kreeg de naam Goldriesling ook wel Gelbriesling of Goldmuskat genoemd. Van deze wijn, kon men vroeger van genieten in de Elzas-streek. Nu helaas daar niet meer en je vindt nu nog wijnen van deze druif in het Duitse Sachsengebied. Ongeveer 12 ha. wijnbouwgrond is er mee beplant.Verder kom je de Goldriesling ook tegen in Spanje, Hongarije, Italië, Brazilië en in Nieuw Zeeland.

 

Oeuil de Perdrix (patrijzenoog) is geen druivensoort, maar een kleuromschrijving van een wijn en dan gaat het meestal om rosés, die gemaakt zijn van de Pinot Noir-druif. De schillen van de druiven hebben heel erg kort contact (bijna geen) met de most en de verkregen wijn heeft dan een oranjeroze kleur (heel lichtrood). In Zwitserland bestaat zelfs in het kanton Neuchâtel een eigen appelation Oeuil de Perdrix. De Pinot Noir wijnen oa. uit de Bourgognestreek hebben bijna altijd al een lichtrode kleur. De Franse omschrijving van rosé's met een heel lichte kleur is Pelure d’oignon (lichtrode uienschil). Bij de uitdrukking Oeuil de Perdrix zien we dus een waterige, heel lichtrode kleur.
 

De Olaszrizling, ook wel genoemd de Welschriesling. De druif komt oorspronkelijk uit Roemenie! Het woordje Welsch staat voor vreemd of buitenlands. De druif heeft niets te maken met de welbekende Duitse Riesling. In Hongarije vinden we ongeveer 132000 ha. aan wijnbouwgebied. Ongeveer 70% van alle wijn is wit!

 

We hebben het over zuidelijk Lombardije. Oltrepò-Pavese betekent letterlijk: overzijde van de rivier de Po ten zuiden van de stad Pavia. Het is een heuvelachtig gebied met veel leem en kalk in de bodem. De naam Oltrepò Pavese staat in het algemeen altijd voor een rode wijn, die gemaakt wordt van: max. 65% Barbera druif, max.25% Croatina, de Uva Rara en de Eghetta (ook Vespoline genaamd). Je kunt stellen, dat de wijnen in noordelijk Lombardije strenger zijn (de beroemde Valtelline wijnen) dan de milde wijnen uit zuidelijk Lombardije. Tenminste, dat was jarenlang het geval. Nu worden ook in het zuidelijk deel volle zware wijnen gemaakt. De Valtelline Sfurzat dient minimaal 14,5% alcohol te bevatten en men doet dat door de druiven in te drogen. Men verkrijgt dan meer suikers. (hoe meer suikers hoe hoger alcoholpercentage). De gewone Valtelline bestaat uit min.70% Nebbiolo met een min. van 11% alcohol. De Valtelline Superiore bestaat uit min. 95% Nebbiolo met een min. van 12% alcohol. De wijnen bestaan al eeuwenlang en Leonardo Davinci was er ook dol op. Heel beroemd nog steeds is de Sangue di Giuda (bloed van Judas) en de Buttafuoco (vonkend vuur). De wijnbouw in Lombardije komt al zo'n 3500 jaar voor. In de Middeleeuwen hielden monniken zich bezig met het verschepen en uitladen van de wijnen. In grote boten werden de wijnen over de rivieren de Po en de Ticino vervoerd. Erg veel wijn belandde in Milaan. Daar werd op gegeven moment zoveel wijn gedronken, dat de autoriteiten een speciale wet hebben uitgevaardigd in 1263. Het werd verboden om wijn te verkopen één uur voor tot en met één uur na de commune. De Valtellina Superiore wijnen wordt onderverdeeld in 4 productiezones: de Sassela, Grumella, Inferno en Valgella. Nog een hele beroemde wijn was en is de Barbacarlo (de baard van Karel). Het hele gebied beslaat ongeveer 13500 hectare en de opbrengst per jaar is zo'n 950000 hl. Er zijn ongeveer 11000 bedrijven actief in de wijn.

 

De Pais -druif ook wel de Mission -druif genoemd is in de 18e eeuw door Franciskaanse misssionarissen uit Mexico geïmporteerd en aangeplant in Californie (Central Valley). Momenteel wordt de druif niet zo veel meer gebruikt. In Chili heet de Mission-druif nog steeds de Pais-druif. En in Argentinie, hier gaan we weer, werd de Mission/Pais druif al reeds in de 16e eeuw geimporteerd en aangeplant door de Jezuiten. Hier wordt de druif ook wel 'Criolla Grande' genoemd. En nu over naar de Bouchet -druif. In het algemeen is het een synoniem voor de Cabernet Franc en Cabernet Sauvignon -druif. In de St.Emilionstreek wordt de Cabernet Franc dus 'Gros Bouchet' genoemd en de Cabernet Sauvignon de 'Bouchet'. Gaan we nu naar de Loirestreek, dan wordt de Cabernet Franc de 'Breton' genoemd.

 

Guadiana is de naam van de rivier in het gebied Extremadura, dat aan Portugal grenst. De invloed hier van de Atlantische oceaan is duidelijk merkbaar. De druiven laat men een paar meter boven de grond groeien vanwege de grote vochtigheidsgraad. Anders zouden de stokken makkelijk geïnfecteerd worden door vele zwammen. Een paar jaar geleden (1999) heeft de Ribera del Guadiana de D.O. status verkregen, dus men heeft goed aan de weg getimmerd. Jarenlang werden hier witte wijnen gemaakt, die een hele lage zuurgraad hadden met veel alcohol. Lompe wijnen dus! Er wordt zowel rood als wit dus gemaakt. Wit overheerst met 80 %. Vele inheemse oude druivensoorten worden gebruikt, zoals de Cayetana Blanca en de Pardina. Ook oa. de Viura, de Chardonnay en de Parellada kom je er tegen. En bij de rode vind je ook nog oude inheemse Portugese druivensoorten, die ook worden toegestaan. Het gebied bij Guadiana zelf is ongeveer 2800 ha. groot en is onderverdeeld in 6 gebieden: Ribera Baja, Ribera Alta, Tierra de Barros, Matanegra, Caňamero en Montanchez. Wat nog aardig om te vermelden is, is dat de wijnen bij Montanchez net als bij de sherry florvorming geven. Dat geldt ook voor de witte Caňamerowijnen.

 

De Pauly Rott is een rode druif, die rijp is vanaf half Oktober tot eind Oktober. Hij wordt zowel als tafeldruif als wijndruif gebruikt. De druif is zeer goed bestendig tegen druivenziekten en geeft mooie volle grote trossen.

 

De Pecorinodruif Is een zeer oude, authentieke Italiaanse druivensoort, die bijna uitgestorven was, althans dat dacht men rond 1900, maar ze is door de wijnproducent Guido Cocci Grifone opnieuw leven ingeblazen in 1982! De druif dankt zijn naam aan de schapen, want Pecora betekent schaap en die waren er dol op! Vanwege de dunne schil was de druif zeer gevoelig voor allerlei druivenziekten en was en is vroegrijp. Er worden nu weer goede witte wijnen van gemaakt. Vooral in Puglia is de aanplant ervan weer erg groot geworden. Het bouquet is fris en fruitig en de ook frisse smaak doet veel denken aan appel, peer en wat perzik met een volle, stevige, lange afdronk met wat kruiden. Je komt de druif nu ook tegen in kleine percelen in Toscane, waar de druif Dolcipappola heet. Andere synoniemen zijn de Arquitano, de Moscilio en de Vissanello. Verder in kleine percelen in Ligurië, Umbrië en Marche. Rond 2005 is de productie van deze intense wijnen weer goed op gang gekomen! De vinificatie gebeurt traditioneel en de wijnen ondergaan bijna nooit houtrijping!

Pecorino kaas, Pecorino de Pienza

 

De Pedro Ximenez -druif is goudkleurig en heel zoet. Je komt deze in heel Spanje tegen. En buiten het sherrygebied maakt men er ook een goede droge witte wijn van. Hij lijkt op de Elbling-druif, die je in Duitsland en Luxemburg tegenkomt. In het sherrygebied laat men de geplukte Pedro Ximenez-druiven eerst in de zon drogen en maakt er dan een zeer zoete, liquoreuze wijn van. Bij de sherry wordt de Pedro Ximenez gebruikt om aan te zoeten en om meer kleur toe te voegen. Want verreweg de meeste aanplant in het sherrygebied is de Palomino Blanco -druif. Zeg maar zo'n 85%. En deze laatste gedijt het beste op de Albarizagrond. Dit is een zeer lichtkleurige kalkgrond. Soms wel 70% kalk. We hebben het over de omgeving van Jerez de la Frontera en Sancludar de Barrameda. Als je de wijngaarden in de zomer bezoekt, moet je absoluut een zonnebril dragen. De weerkaatsing van de grond doet pijn aan je ogen, zo'n fel licht!

 

De Phoenix -druif is een witte druif, die aan een Muskaat-druif doet denken. De oogst vindt meestal plaats tussen eind September en half Oktober. De druif heeft een goede weerstand tegen druivenziekten, is goed vorstbestendig en geeft een grote opbrengst. De Phoenix-druif is een kruising tussen de Bacchus-druif en de Villard Blanc-druif. Ook als tafeldruif is de Phoenix geschikt.

 

We het hebben over de Tokay d’Alsace en deze staat synoniem voor de Pinot Gris (Pinot Grigio in Italië). Dus geen Tokay Pinot Gris! Na vrij recent DNA. onderzoek is nu gebleken, dat de Pinot Gris-druif een kruising is tussen de Pinot Meunier x de Traminer (=Gewürztraminer). En deze druif is dezelfde als de Blau Burgunder in Oostenrijk. In Duitsland noemen ze de Pinot Gris-druif de Ruländer. (even terzijde, zoals je weet is de gewone Gewürztraminer uit de Elzas droog van smaak en in Duitsland is de Traminer heel vaak zoet).

(Luxemburg Italiaanse wijnboeren mogen de merknaam Tocai niet langer voor hun wijn gebruiken! Dat heeft het Europees Hof van Justitie bepaald. De naam Tokay is voorbehouden aan de Hongaarse streek met die naam en stad. De herkomstnaam is voor de rechters belangrijker! Hongarije heeft de oudste rechten! Wijnboeren van buiten Hongarije mogen daarom ook niet meer Tokay of Tocai op de flessen zetten. Dat geldt dus ook voor de Tokay d’Alscace-wijn uit de Elzasstreek! Het moet de Franse naam van de druif, Pinot Gris worden. De verandering moet vóór eind Maart 2007 zijn ingevoerd).

We gaan verder en nu met de wijn uit Hongarije, de Tokaji Aszú-wijn. Ten eerste is de schrijfwijze anders. Ten tweede wordt deze wijn gemaakt van door edelrot aangetaste druiven. En ten derde heet de druivensoort de Furmint (vernoemd naar de Italiaanse stad Formia in Latium). De wijngaarden hier liggen op een hoogte van 150-300 meter boven de zeespiegel van het Eperjes-Tokaj-gebergte. Ze zijn ingesloten aan drie kanten door het dicht beboste Karpatenmassief. Je hebt hier lange, droge herfsten met ochtendnevels en dat is weer goed voor de Botrytis Cinerea (de Pourriture Noble, de Edelfäule of te wel de nobele rot)! Er liggen hier 28 dorpjes in het dal van de Bodrog. De ondergrond is van vulkanische oorsprong met lagen lava, loss of leem met veel mineralen. De oogst begint elk jaar op Sint Simon-dag en dat is 28 Oktober. De aangetaste druiven worden dan met de hand stuk voor stuk geplukt en in kleine kuipjes van 30 liter gedaan. Die kuipjes heten Puttonos. Door hun eigen gewicht geperst, ontstaat een kleine hoeveelheid Tokaj Essence. Dat bevat 40 tot 60% suiker. Vervolgens wordt de pulp zachtjes geperst en vergist tot Tokaji-Aszú-wijn. Door toevoeging van 3 tot 5 kuipjes pulp in de nog jonge gistende most in de Gönci-vaten ontstaan de verschillende kwaliteiten. Een Gönci-vat bevat 136 liter. De lagering na de gisting duurt minimaal 5 à 7 jaar. Er zijn drie soorten Tokaji Aszú-wijnen. De 3 Puttonos bevat minstens 60 gram suiker en 30 gram extract. De 4 Puttonos bevat minstens 90 gram suiker en 35 gram extract en de 5 Puttonos bevat minstens 120 gram suiker en 40 gram extract. De kelders hier zijn uitgehouwen in het mergel van de grotten en zijn soms kilometers lang. Hoge vochtigheid en temperatuur tussen de 8 à 10 graden. Ze zijn al meer dan 770 jaar oud! Er worden natuurlijk hier ook droge wijnen gemaakt en wel van de Furmint -druif (70%) icm. de Hárstevelü - druif (25%) en de Sárgamuskotály -druif (5%). Ze worden gebotteld op Rijnflessen.

 

Rode Bourgogne-wijn, wordt gemaakt van de Pinot Noir-druif. Er zijn twee soorten van: Een grote en een kleine soort. Van de kleine soort worden de mooiste wijnen gemaakt. De bodem in het hele Bourgognegebied kent talrijke variaties, maar meestal gaat het om kalksteen en mergel. De bovengrond mag nooit te hard zijn, anders groeien de wortels niet door! En wat ook belangrijk is, dat de temperatuur niet boven de 30 graden Celsius uitkomt, want dan stopt de kleine Pinot Noir-druif er mee. Gelukkig gebeurt dit dan ook bijna nooit in deze streek.

 

Preixanum en Alleutier. Om een misverstand uit de wereld te helpen. Het zijn beiden geen druivensoorten. Het zijn benamingen van speciale cuvées. Het verwijst naar een oude burcht uit de Middeleeuwen, die nog steeds in de buurt bij Béziers staat. Eén van de oude eigenaren van het wijngoed, noemde in de Middeleeuwen de wijn gemaakt van de Cabernet en de Merlot: de Alleutier. En de wijn gemaakt van de Syrah en de Grenache-druiven: de Preixanum.

 

Inderdaad is er in Portugal dichtbij Lissabon aan de kust nog een gebiedje Phyloxera -vrij. Te weten het gebied Colares en de wijnen worden allemaal aangeboden door de Bodega National. Je mag dus als wijnboer niet zelf een Colares aanbieden. De bodem bestaat uit zand en pas op 4 tot 7 meter dikte vind je een harde kleilaag. De plantmethode is nog zeer ouderwets. Men graaft een gat tot de kleilaag. De planter draagt een korf over zijn hoofd om zich te beschermen tegen instortend zand. Om de lange stok te beschermentegen de zeewind plaatste men om de 10 meter rietsuikerpallisades. Tegenwoordig worden de stokken afgeschermd met plastic afrasteringen. Er worden rode en witte wijnen gemaakt. (vrij harde zuren en scherp en 24 maanden op fust, maar meestal wel tot 10 jaar en daarna nog een lange flesrijping) Maar je moet je dus voorstellen, dat 1 stok is aangeplant en dat dan loten van deze stok zo'n 10 meter verderop weer boven de grond uitgroeien. Waarom nu Phyloxera-vrij? Ik vermoed. dat de zeewind en de dikke laag zand daar mee te maken hebben. In Chili heb je ook nog heel veel phyloxera-vrije gebieden. En dan bij het Andesgebergte. Ook hier geldt het verhaal, dat de wijngaarden in het westen de zeewind vanuit de Pacific-oceaan over zich heen voelen gaan en in het oosten ligt het Andesgebergte. Er heerst hier dan ook een vrij koel klimaat. Verder zijn er in Zuid Australie ook nog wel gebieden Phyloxera-vrij. Maar men besproeit de stokken wel tegen schadelijke insecten.

 

Picpoul. Deze druif staat ook bekend als de Folle Blanche-druif en je treft deze aan in het Loire-gebied, waar er de VDQS. wijn ‘Gros Plant du Pays Nantais’ van gemaakt wordt. De druif geeft een grote opbrengst en heeft een zeer hoge zuurgraad. Ook is de druif zeer gevoelig voor ziekten, zoals Pourriture Grise. Men oogst hier zeer laat, meestal begin Oktober. De druiven hebben dan hun hoge zuurgraad afgebroken en een maximaal aan suikers opgebouwd! Vroeger werd de druif zeer veel gebruikt voor de productie van Cognac en Armagnac. Maar na de Phylloxera-ramp is deze toen in de Cognacstreek vervangen door de Ugni Blanc -druif en de St.Emilion -druif. Voor de produktie van sommige Armagnacs wordt de druif nog gebruikt! Ook in het Languedoc-gebied wordt er samen met andere soorten eenvoudige witte wijn van gemaakt. De Picpoul alias Folle Blanche kent nog veel meer synoniemen, zoals daar oa. zijn: de Chalosse, Gros plant en de Enrage. In Spanje heet de druif Picapoll of Avello. En de druif is in kleine hoeveelheid aangeplant in Californië (wat hebben ze hier niet!) en Argentinië. Hier is de druif vanwege het goede klimaat veel minder gevoelig voor ziekten!

 

De Pinot Gris -druif blijkt nu na DNA-onderzoek een kruising te zijn tussen de Pinot Meunier en de Traminer( =de Savagnin-Blanc-druif uit Frankrijk in de Jura-streek).

 

Net zoals de Pinot Gris, de Pinot Blanc en de Pinot Noir zijn hun verre voorouders een kruising tussen de Traminer en een kloon van de Pinot Meunier -druif. De laatste is een kruising tussen een nog onbekende hele oude druivensoort en de Gouais-Blanc -druif. Uit deze kruising komen ook let op, de Chardonnay, de Gamay-Blanc, de Melon, de Auxerrois, de Gamy-Noir, de Beaunoir, de Aligoté, de Romorantin en nog vele andere soorten voort! In Frankrijk kent men twee soorten Pinot Noir. Een grote en een kleine soort. Van de kleine soort worden de mooiste wijnen gemaakt in de Bourgogne-streek. In tegenstelling tot de Bordeaux, waar de schillen wel 10 tot 20 dagen contact hebben met de most, duurt hier het contact maar 5 tot 7 dagen! Verder worden de trossen ontsteeld! De kleur van een Pinot Noir-wijn valt inderdaad altijd tegen daardoor. Van de jaargang 2003 heb ik Juni 2005 een paar wijnen van topdomeinen mogen proeven en de kleuren van die Bourgogne-wijnen waren absoluut top! Het leken wel Bordeaux-wijnen, zo diep en donker van kleur! Dus er zijn uitzonderingen! De Pinot Noir wordt buiten Europa ook in Californië, Argentinië en in Nieuw Zeeland verbouwd. In Italië en Roemenië kennen we de druif als de Pinot Nero, in voormalig Joegoslavië als de Modri Pinot of de Crni Burgundac, in Hongarije als de Kisburgundi Kek, in Bulgarije als de Kassen Burgindaire en in Duitsland als de Spätburgunder.

 

Vraagje voor de wijn expert. De Pinot Noir is een solist. Waarom wordt deze druif nooit met een andere in een wijn gecombineerd. Of heb ik het mis. Waarom b.v. geen Pinot-Noir-Merlot of iets dergelijks?

De Pinot Noir is de meest gekloonde druif, die er bestaat. Vele afgeleide soorten zijn bekend. (P.Gris, P.Meunier, P.Blanc). En de Pinot Noir zelf wordt in Italië de Pinot Nero genoemd en in Duitsland de Spätburgunder. Waar komt ie niet voor is de vraag? Vele streken in Frankrijk natuurlijk, in Zwitserland, maar ook in Nieuw-Zeeland, in Californië en Oregon (hele mooie!), Australië en in Zuid-Afrika. Nu het antwoord: Rond 1925 is men in Z.Afrika een kruising aangegaan tussen de Cinsault druif en de Pinot Noir. Aangezien ze de Cinsaultdruif ook de 'Hermitage' noemden werd de nieuwe variant de Pinotage genoemd en nog steeds dus. De eerste Pinotage kwam in 1961 op de markt. Een lichtvolle wijn, die toen niet zo goed was als de P.Noir zelf, maar wel beter dan de Cinsault. En dan nu op naar de Champagnestreek. Deze witte wijn wordt gemaakt van drie soorten, te weten: de Pinot Noir, de Pinot Meunier (allebei blauwe druiven) en de witte Chardonnay -druif. Aangezien het sap niet te lang in aanraking met de schillen mag komen, gebruikt men hier speciale persen, die een groot oppervlak hebben en vrij ondiep zijn. Verder kan ik je nog vertellen, dat nog vele wijnmakers in de Bourgognestreek geen égrappage toepassen zoals in de Bordeauxstreek vaak wel gebeurt. De trossen worden niet ontsteeld en gaan dus geheel en al de persen in. In de Bourgognestreek heb je een grote soort P.Noir-druif en een kleine soort P.Noir-druif. Van de laatste komen de mooiste wijnen. We vullen de glazen met een lekkere Pinotage.

 

De Palatina en de Muscat Bleu zijn inderdaad beiden zeer goede, zoete consumptie-druiven (tafeldruiven dus). Allebei geven ze grote volle trossen met druiven. De Palatina is ook nog geschikt om er een tamelijk goede muskaatwijn van te maken. De Muscat Bleu is zeer goed bestand tegen ziekten. De Palatina ook wel, maar in wat mindere mate (dus heeft behandeling nodig en zeker bij veel vochtig weer).

 

Om te beginnen danken wij de Port aan de Engelsen. Zij hebben deze versterkte wijn grootgemaakt en gecreëerd. Vandaar dat Port ook wel 'the Englishman's wine' wordt genoemd. We onderscheiden twee gebieden, nl. de Baixo-Douro met een vruchtbare bodem en de Alto-Douro waar de bodem rijk is aan aluminium, magnesium, titanium en kaliumcarbonaat. Hier weinig kalk en stikstof. De Alto-Dourostreek levert de beste Portwijnen. De Douro rivier gelegen tussen steile bergen van leisteen en graniet. Schrik niet, maar in de maanden Juli en Augustus kan de temperatuur hier oplopen tussen de 40 en 50 graden Celcius! Port is dus een versterkte wijn en in magere jaren voegt men wijnalcohol toe als men van nature 6 of 7% alcohol heeft gehaald. In betere jaren pas bij 9 a 10% natuurlijke alcoholvorming. Dus tijdens de gisting. Vroeger deed men dat NA de gisting. Voor rood kennen we oa. de Touriga Nacional (meestal rond de 50% gebruikt), de Tinta Roriz en de Touriga Francesa. Voor wit de Donzelinho, Rabigato, Esgana Cao, de Folgasao en de Malvasia. Al in een wet van 22 Augustus 1936 worden deze druiven aanbevolen. Maar er zijn zoveel inheemse druivensoorten, teveel om op te noemen. Ter plekke heb ik een wijn gedronken, die van 28 verschillende soorten druiven was gemaakt. (een droge rode). Nu het antwoord op je vraag. De Tinta Roriz is ook bekend onder de naam Tempranillo...(Spanje en ook veel in Argentinie). De andere zijn typisch inheems Portugees. Om het verhaal af te sluiten is het wel zo, dat bijvoorbeeld in Zuid-Afrika bij de stad Paarl vele kelders te vinden zijn, waar men ook versterkte wijnen maakt. Sherry, maar dus ook Ruby, Tawny en Vintageports. Maar het blijft natuurlijk wel een imitatie! In Californië kennen we de 'Late Harvest' wijn, die gemaakt wordt van de rijpe, zoete Zinfandeldruif. Dit is een rode dessertwijn met veel restsuikers. Leuk he, dat voorval bij Porthouse Taylor.(het enige Porthouse, wat nog steeds in Engelse handen is!)

 

Hé Ger expert, wist je dat de Sangiovese Grosso in Montepulciano om precies te zijn de Prugnole Gentile wordt genoemd? En dat het volgende probleem zich voordoet nl. dat Grosso en Gentile elkaars tegengestelde zijn?!! Zoek jij dat ff uit voor wijnminnend volk.

We beginnen te vertellen, dat alles begint bij de druif Sangiovese genaamd. Daar hebben ze mee geëxperimenteerd door de vele jaren heen en hebben daar twee varianten uit gekloond (toepasselijk woord in deze tijd) Dat zijn de Sangiovese Grosso en de Prugnole gentile. Dus tegenovergesteld. zo zou ik het niet willen noemen, want het is duidelijk familie van elkaar. Verder is het zo, dat de Sangiovese een moeilijke druif is qua rijping en uitermate gebaat is bij heel veel zonneschijn en het liefst ook veel klei in de bodem. Nu komt klei in de ene streek meer voor dan in de andere streek, vandaar ook de verschillen in smaak. Ik hoop, dat ik je nu meer duidelijkheid heb gegeven. Toen ik in 1988 in Toscane was bij het huis San Felice, heb ik toen experimenten gezien van hele jonge aanplant van inheemse druivenrassen. (wel over de 100 stuks).  

 

De Refosco druif is van oorsprong een Franse druivensoort uit het Savoiegebied. Na de phyloxeraramp (de vernietiging van bijna alle wijnstokken in Europa op een klein gebiedje in Portugal na) is men gaan enten op de Amerikaanse onderstok en zo ook bij de Mondeuse Noir druif uit de Savoie.(ze worden geplukt met een tondeuse...stomme grap) Net als bij het Sangioveseverhaal is men gaan klonen uit deze druif. Daar kwamen de Refosco del Peduncolo Rosso en de Refosco Nostrano uit. Zo, dat is er weer uit. Mooie namen weer! Zelfs in Californie en ook spaarzaam in Australie en Argentinie kom je ze tegen. Het zijn diep gekleurde, donkere wijnen en in hun jeugd kunnen ze hard en scherp overkomen. Dus decanteren of ruim van tevoren opentrekken en laten ademen! In Italie komen we de druiven tegen in Friuli bij Venetie. Een bergachtige streek en dan vooral in het gebiedje Latisana. Het grappige is dat de druivenstokken zo'n twee meter hoog zijn en onderaan ca. 1 meter kaal zijn. Het voordeel is, dat het opgezogen vocht uit de bodem een langere weg moet afleggen naar het blad en de druif, dus de wijnstok is erg sterk. En je krijgt een goede doorluchting van de wijngaard en deze is gunstiger voor lichtinval en zonnewarmte. Kortom het zijn vrij stevige, solide, krachtige wijnen uit Friuli. En je tweede vraag, waar kun je ze kopen, dat weet ik niet zo gauw. Wie weet kan Roel je daarop antwoorden. In Venetie heb je het handelshuis 'Santa Margherita' en deze verkopen de Lison-Pramaggiore DOC. Als laatste kan ik je vertellen, dat de totale gisting zo'n 8 tot 10 dagen duurt bij een temperatuur van 25 a 30 graden Celcius. (met lange weking) Ik hoop je een beetje geïnformeerd te hebben.

 

Wat is er al niet gekruist? De Reichensteiner is de benaming van twee kruisingen van de Müller-Thurgau met een tafeldruif. Om precies te zijn de eerste met de Madeleine Angevine en later de tweede met de witte Calabreser. De eerste gebeurd in het jaar 1939 door dokter Heinrich Birk! De tweede kruising komt op naam van Helmut Becker en ook weer in het Anbaugebiete Rheingau. (Geisenheim) Er wordt een licht strogele wijn met groene zweem van gemaakt. De wijn schijnt een bloemig bouqet te hebben. Nu zijn er zo’n 325 ha. mee beplant en wel in de Anbaugebieten Mosel-Saar-Ruwer, Rheinpfalz, Rheinhessen en in de Rheingau. Verder op kleine schaal in Engeland en Nieuw-Zeeland.

 

Nu kom ik bij de Regent- druif. Dit is een opmerkelijke kruising tussen een witte druif en een rode druif en is relatief gezien nog erg jong. In 1967 is dit gedaan door Dr. Gerhardt Alleweldt in het instituut Geilweilerhof in Siebeldingen-Pfalz. De druif is zeer goed bestand tegen vorst en tegen de ziekten meeldauw en valse meeldauw. Temperaturen zonder bescherming van –27 graden Celsius kan de Regent-druif verdragen! Vandaar dat ze ook in de staat Michigan in Amerika er ook enthousiast over zijn. De Riesling legt bij die temperaturen allang het loodje! De rode druivensoort Regent is een kruising tussen de Diana Hamburg-druif (= kruising Silvaner x Müller-Thurgau) en de Chambourcin-druif. De wijnen ervan hebben een goede kleur, zijn niet zo tanninerijk en hebben een fruitige kersensmaak. Ze lijken wat op de eenvoudige tot middelgoede Rhône-wijnen uit Frankrijk. Een paar goede producenten in Rheinhessen en RheinPfalz laten de wijn nog ongeveer 3 tot 5 maanden rijpen in eikenhouten vaten, op barriques van 225 liter elk. Net als de al eerder genoemde Rhône-wijnen bereiken ze hun top tussen het 3e en 5e levensjaar. Daarna lopen ze terug op wie weet weer een uitzondering daar gelaten! En de schroefdop duidt er al op, dat de wijn binnen 3 à 4 jaar echt gedronken dient te worden!

 

De witte grote Rekord -druif is van Hongaarse origine en is ook een type Muskaatdruif. (ook weer geschikt als wijndruif en tafeldruif).

 

Dag Christien, allereerst de opmerking, dat een Riesling - wijn van de beste wijngaarden en begeleid door het beste vakmanschap tot de beste witte wijnen van de wereld gerekend kunnen worden. De Riesling, de koning van de witte wijnen is z'n bijnaam. Waarom zoveel zoete wijnen in Duitsland? Dat heeft denk ik ook met de volksaard te maken. In de regel dronk en drinkt een Duitser niet vaak een witte wijn bij het eten. Ze drinken liever voor zo, een witte wijn als aperitief op een terras bijvoorbeeld. Nu is het de laatste 10 jaar al wel zo, dat men hier steeds meer ook een halb-trocken en volledig trocken-wijn maakt. Ik denk ook voor de grote export. Dus het is wel veranderd in de loop der jaren de wijn en eetcultuur in Duitsland. We hebben het over de Qba-wijnen (qualitatswein bestimmte Anbaugebiete) en de typen Kabinett, Spatlese, Auslese, Beerenauslese, Trockenbeerenauslese en Eiswein. Het verplichte suikergehalte loopt van de eerste tot de laatste op. Duitsland met zijn zeer strenge wetgeving sinds 1971 voor de 11 wijnbouwgebieden. De oogst van de Rieslingdruiven loopt meestal van half Oktober tot zelfs in December (Tr.Beerenaulese en Eiswein). Dat geldt ook ongeveer voor de Elzastreek, want er worden ook in deze streek wel degelijk de meest fantastische zoete wijnen gemaakt. Denk maar eens aan de typen 'Vendanges Tardives' (bewust verlate oogst) en de 'Selection de Grains Noble' wijnen. Dus niet alleen maar droge wijn! Dat zijn dan wijnen, die een prachtige harmonie bezitten tussen zoeten en zuren met een schitterende lange hemelse afdronk. Daar kun je me oa. ook voor wakker maken. Als laatste opmerking het feit, dat men in de Elzas geen tweede gisting toepast of het moet een oogstjaar zijn geweest met een zeer hoog zuurgehalte in de most.

 

We reizen wederom af naar Italië en nu naar het noordoosten. Te weten naar het gebied Friuli-Venezia Giulia. Hier wordt en werd al sinds de Middeleeuwen (12e eeuw) witte wijn gemaakt van de Ribolla Gialla -druif. Nu wordt deze autochtone druif vaak vermengd met andere witte druivensoorten. Het is een wijn, die jong gedronken dient te worden (binnen 1 à 3 jaar). Citrustonen zowel in de geur als smaak. De druivenstokken staan hier vaak op 2 tot 2,5 meter hoogte en daarbij zijn ze tot ongeveer 1 meter onderaan kaal. Dit geeft dan weer goede doorluchting, lichtinval en zonnewarmte. In 1988 ben ik nog in Friuli door de Kamer van Koophandel ter plekke uitgenodigd. Toen heb ik daar veel modern gemaakte wijnen gedronken ( wit en rood) en overheerlijke vers gesneden ham gegeten. Dat was heel leuk! Als laatste vertel ik je, dat hier dus ook rode wijn vandaan komt en deze wordt vaak gemaakt van de Ribolla Nero -druif of van de Pinot Nero -druif.

 

De Rivaner -druif, die je ook veel in Luxemburg tegenkomt is een kruising tussen de Riesling en de Sylvaner -druif. Tenminste, dat hebben we jarenlang gedacht! Men verwijst dan altijd ook naar de Müller-Thurgau -druif, die dr Hermann Müller-Thurgau eind 19e eeuw gekruist zou hebben. Nu is aan dit gegeven feit een eind gekomen, want na DNA onderzoek blijkt de Müller-Thurgau-druif een kruising te zijn tussen de Riesling en de Chasselas -druif. Dit is zeer geloofwaardig, want dr. Hermann was geboren in Zwitserland en heeft daar ook zijn hele leven gewoond en gewerkt. En de Chasselas-druif kom je al eeuwen lang tegen in Zwitserland. De Rivaner = synoniem voor de Müller-Thurgau-druif is dus GEEN kruising tussen Riesling en Sylvaner. De wijnboeken dienen herschreven te worden! Hij geeft een meer soepeler wijn dan de Riesling alleen. Men vond en vindt dat nog steeds in de 11 wijnbouwgebieden van Duitsland. De wijn komt wat minder streng over in de smaak en heeft toch ook mooie verfijning. Hij is het meest aangeplant. De top vind je in het Duise Moezelgebied. Ook in Nieuw Zeeland kom je de wijn tegen en daar is ze wat strenger door de hogere zuurgraad en heeft een nog vollere smaak. Maar dat ligt aan het voor de druif net iets beter geschikte klimaat, terwijl er wel degelijk overeenkomsten zijn tussen de twee klimaten. (bijna dezelfde breedtegraad!)..

 

De witte druivensoort Rolle tref je aan in de Languedoc-Rousillonstreek. Verder ook in de Provence, waar je de witte AC. Côtes de Provence-wijn aantreft (AC.sinds 1977). In combinatie met de Clairette, Ugni Blanc en Semillon-druif worden hier wijnen gemaakt, die rond de 11,5% alcohol bevatten. De druif behoort eigenlijk tot de grote familie van de Malvasia -druif. Volgens sommigen staat de druif synoniem voor de Italiaanse Vermentino -druif. De Vermentino-druif tref je aan in Ligurië en in Sardinië. Verder in Corsica, Spanje, Griekenland en Australië. Er worden aromatische, fruitige wijnen van gemaakt, die je wel het beste jong dient te drinken (tussen de 1 en 3 jaar).

 

Romorantin. Deze druif is ook een oude autochtone druif en we komen deze tegen in het Loire-gebied de La France. De Loire, de langste rivier van Frankrijk.(zo'n 1015 km.) met oa. het gebied Touraine genaamd. Tussen Blois en Anjou, waar een mild klimaat heerst en de bodem hier uit tuf, krijt en mergel bestaat. (mergel is de verharde zandlaag met 20 tot 80% kalk) Dit noordelijk gebied is vanwege de combinatie van weinig regen en het weerkaatste licht van het water uitermate geschikt voor wijnbouw. (dit jaar tellen we de regenval niet mee!) Er staan hier 17 verschillende druivensoorten geplant, waaronder dus de Romorantindruif. Er zijn bij mijn weten maar een paar wijnbedrijven, die deze wijn maken. Domaine Tessier en Francois Gazin zijn daar twee van. De wijngaarden liggen aan de overkant van het prachtige kasteel bij Chevry. Hoe de wijn smaakt, kan ik je helaas niet vertellen. Ik denk, dat de smaak doet denken aan een wijn gemaakt van de Chenin-druif.

 

We reizen naar de Oost-Loirestreek in Frankrijk en wel naar het gebied Cheverny. Om precies te zijn naar het kleine gebiedje Cour Cheverny (met het stadje Blois en het beroemde Château Chambord). Met een oppervlakte van ongeveer 45 ha verbouwt men hier de Romorantin -druiven. De opbrengst bestaat uit max. 60 hl/ha. De bodem hier bestaat uit zand, klei, kalk en wat kiezel. Met een klimaat van korte, hete zomers en lange, koude winters. De druiven hier worden vrijwel nog steeds met de hand geplukt en dat een aantal keren dan. Men plukt telkens de meest rijpe druiven. Het zijn wijnen met wat honing en bloemgeuren in het bouquet en de smaak kenmerkt zich door de mooie zuren, vooral citrusfruit en een goede lange afdronk. De prijs ligt zo’n beetje tussen de 10 en 20 Euro. Andere benamingen voor de Romorantin-druif zijn: de Petit Dannezy, de Verneuil en de Dannery -druif. Maar ga er nu maar even goed voor zitten, want nu komt het: Uit Dna-onderzoek op de universiteit ‘Davis’ in Californië is gebleken dat de druif een kruising is van de Pinot Noir en de witte Gouais-druif. De romeinen hebben deze druiven waarschijnlijk naar Frankrijk gebracht zo’n 2000 jaar geleden. De Pinot Noir-druif groeide op de hellingen (wat natuurlijk beter is) en de Gouais -Blanc- druif op het vlakke land. Verschillende keren hebben ze in Frankrijk de Gouais-Blanc verbannen vanwege de magere resultaten in de laatste 400 à 500 jaar tijd. Men heeft toen dus, 2000 jaar terug, deze twee druiven op elkaar geënt. En de resultaten van onderzoekers ook in Frankrijk geven nu dus aan, dat deze combinatie de natuurlijke ouders zijn van oa., hou je vast: de Chardonnay, de Gamay-Blanc, de Melon, de Auxerrois, de Gamy-Noir, de Beaunoir, de Aligoté en de Romorantin (er zijn er nog meer…). Nogmaals de Gouais-Blanc-druif is één van de ouders en de andere ouder is de Pinot-Noir. In Zwitserland wordt de Romorantin-druif zij het op hele kleine schaal ook verbouwd.

 

Hallo Henk. Leuk, dat je zo’n enthousiast druivenkweker bent! Ik denk, dat je met een nieuwe druivensoort bedoelt het blauwe ras ‘de Regent’ of ‘ de Rondo’. Betrekkelijk nieuw zou ik ze willen noemen, want ze zijn beiden in de jaren ‘60 gekweekt in Duitsland. De ‘Regent’ in 1967 en de ‘Rondo’ in 1964. Allebei zeer goed bestand tegen druivenziekten, zodat je nauwelijks meer behoeft te bespuiten. Opmerkelijk is, dat de ‘Regent’ een kruising is tussen een blauwe en een witte druif. Een kruising tussen de ‘Chambourcin’ en de ‘Diana Hamburg’. De ‘Rondo’ is een kruising tussen de ‘Saperavi Severnyi’ en de ‘St. Laurent’. In Engeland doet de ‘Rondo’ het uitstekend, dus dan moet het hier ook lukken!

 

De Rotgipfler-druif is een spontane kruising tussen de Traminer en de Roter Veltliner. Het is een witte druivensoort, die verbouwd wordt in Slovenië en vooral toen al in  het oude Oostenrijk (Steiermark). De laatrijpende druif is goed bestand tegen vorst en druivenziekten. Er wordt al wijn van gemaakt rond midden 19e eeuw. De wijnen zijn extractrijk met een hoog alcoholpercentage en hebben een goudgele kleur. Verder in de smaak zeer kruidig, rijk aan fruit en voorzien van mooie zuren. De Rotgipfler-druif kom je nu heden ten dagen vooral tegen in het gebied Thermenregio in het Niederösterreichische wijnbouwgebied ten zuiden van Wenen (120 ha groot)
 

Rousanne, zie Marsanne

 

De Rubens is een witte druivensoort (Riesling type wijn) met zeer grote trossen. Oogsttijd rond half Oktober. De druif heeft wel behandeling nodig tegen druivenziekten, want is er tamelijk gevoelig voor.

 

En weer was het een doctorandus, namelijk de heer Harold Olmo, die aan de universiteit van Davis in Californië in 1936 een kruising tot stand bracht. Te weten de Carignan (denk aan het zeer warme Franse zuiden) met de Cabernet Sauvignon. In 1940 begon de nieuwe plant druiven te geven en in 1946 werd er voor het eerst wijn van gemaakt. De Ruby Cabernet geeft niet de sterke karakteristieke smaak van de Cabernet Sauvignon zelf, maar bijna wel hetzelfde bouquet. Dr. Olmo wilde een druif kweken, die goed bestand zou zijn tegen grote hitte en een grote opbrengst zou geven. Dat is hem dus gelukt, maar de druif geeft ook een vrij hoog zuurgehalte en evenaart bij lange na dus niet de goede smaak van zijn vader zullen we maar zeggen. Een lichtvolle wijn is dus het resultaat. Op wijnen van een paar topproducenten na dan. De wijn wordt vaak gebruikt om aan te lengen en komt als soepel, eenvoudige, makkelijk drinkbare wijn op de markt. Vaak dan verpakt in grote plastic kruiken. Je kent dat wel, in vijf liter ronde plastic tankjes! Of icm. andere druiven, zoals in jouw fles met de Cinsaut-druif. Waar komen we de Ruby Cabernet tegen? Inderdaad in Zuid-Afrika, maar ook weer in Californië (Central Valley) en in kleine hoeveelheid in Chili, Argentinië en Australië. Wijn, alleen gemaakt van de Ruby Cabernet dient jong gedronken te worden. (voor bij de barbeque?) Dr. Harold Olmo reisde ook de wereld over om zijn wijnmakerstechniek aan te prijzen. In 1955 deed hij West Australië aan, waar hij nu nog geroemd wordt en er zelfs een wijn naar hem is vernoemd. De Olmo’s Reward 1997, Frankland Estate, Frankland River. In 1977 is hij teruggetreden aan de universiteit van Davis in Californië, maar was wel inmiddels gepromoveerd tot Professor. Je kunt deze man vergelijken met Professor Peynaud uit Frankrijk, die jarenlang vele beroemde wijnchâteaux in de Bordeauxstreek heeft begeleid.

 

Umbrie, het kleinste gebied in het hart van Italie dat klimatologisch tot het Tyrheense zeegebied hoort. Hier wordt naast de bekende Orvietowijn ook de rode stevige Montefalcowijn gemaakt en nu kom ik bij jou Ton, ook de Sangrantino di Montefalcowijn. Gemaakt van de Sagrantinodruif in droge versie en lichtzoet tot zoet. De zoete moeten lichtfris gedronken worden. Als er Passito di Pantelleria op het etiket vermeld staat dan is dat de methode van wijnmaken van geheel of gedeeltelijk in de zon gedroogde druiven. In 1996 hebben ze de D.O.C.G. status verkregen. Het is een volle, rijpe wijn met voldoende tannines en gebaat dus bij enige jaren flesrijping. In Umbrie maken ze ook zoals gezegd de rode Montefalco en dat is een wijn, die gemaakt is van zo'n beetje 7 a 8 verschillende druivensoorten, waaronder de bekende Sangiovese en de Merlotdruif. Het land van heuvels, bergen en bos kent twee provincies, te weten Perugia en Terni en staat bekend als een zeer vroom gebied. Franciscus van Assisi, zegt die naam je iets? (rond 1200).

 

De Savagnin. Deze druif komt voor in de Jurastreek, dat in het oosten van Frankrijk ligt tussen het Bourgognegebied en Zwitserland. Het telt ongeveer 2250 Ha aan wijnbouwgebied en is bijzonder mooi met zijn vele bergachtige streken. De bodem is rijk aan kalksteen en aan rode en grijze mergel. Er heerst hier een continentaal klimaat. De belangrijkste wijnen zijn die van Arbois, de Vin Jaune en de Vin de Paille. In Arbois komen we de druivensoorten Savagnin, Trousseau en Poulsard tegen, maar ook nu de Chardonnay en de Pinot Noir (in de Jura de Savagnin-Noir genoemd). Van de Trousseau en de Poulsard-druif worden droge rode en rosé-wijnen gemaakt met vaak een gemaderiseerde smaak. Van de Savagnin-Blanc-druif worden de beroemde Vin Jaune-wijnen gemaakt en deze worden later wat vermengd met de Chardonnay en dan gebotteld als een jonge Vin Jaune-wijn met de naam Côtes de Jura (paar jaar vatrijping). Het leuke van wijn gemaakt van de Savagnin-druif is, dat er hier ook wat flor-vorming op ontstaat. Niet zoveel als, maar toch enigszins te vergelijken met de sherry-bereiding in Spanje. De echte Vin Jaune-wijnen zijn zeldzaam en flink kostbaar (In Engeland doen ze nu rond 35 à 40 Pond). Na een goede 6 jaar rijping (inclusief 3 à 4 jaar op vat), worden ze definitief gebotteld op een speciale fles, Clavelin genaamd en de inhoud hiervan is 62 cl. Het alcoholpercentage ligt meestal rond de 14 à 15%. Hele bekende wijndomeinen zijn op de eerste plaats Château Chalon(groot 690 Ha), dan l’Etoile en Arbois. In de Jura wordt als topstuk ook de witte liquoreuze wijn, Vin de Paille gemaakt. Men oogst dan 20hl / ha en de druiven liggen dan zo’n 6 weken in te drogen op matten van stro. Nu laat men dat indrogingsproces vaker gebeuren door de trossen op te hangen in open, geventileerde ruimten. In Februari gaat men pas tot persing over en daarna volgt nog 3 à 4 jaar vatrijping, voordat de wijn op fles gebotteld wordt met een minimaal alcoholpercentage van 14,5%. De Vin Jaune wijnen uit de Jura kennen we al sinds de Middeleeuwen. In het plaatsje Dôle is Louis Pasteur geboren, die baanbrekend werk heeft verricht voor het algemene gistingsproces. Als laatste de opmerking, dat de Savagnin-Blanc-druif een kloon is van de Traminer-druif en dit is een zeer oude autochtone druivensoort! (hier stamt ook de Gewürztraminer van af). In het Elzasgebied noemen ze de Savagnin soms ook wel de Klevner en in Zwitserland de Heida. Voor de Phylloxera-ramp had de Jura een wijnbouwgebied van iets meer dan 20.000 Ha.groot!

 

In 1918 is Alto Adige overgedragen door Oostenrijk aan Italië. We hebben het over Noordoost Italië. In het westen begrensd door Lombardije, in het oosten door Veneto en in het noorden door Oostenrijk. Het noordelijk deel rond Bolzano (Bozen) is Duitstalig en het zuidelijk deel rond Trentino is Italiaans. Er heerst nog steeds vijandigheid tussen deze twee gebieden. In het noorden is het zelfs moeilijk een typisch Italiaans restaurant te vinden. Hou je vast, want daarom is het zo dat alle wijnen uit het hele gebied ofwel een Duitse benaming op het etiket hebben of een Italiaanse of beiden. Het klimaat vertoont koude winters en warme zomers. Je vindt er steile berghellingen en de bodem bestaat uit ‘morenen’ met een ondergrond uit ‘porfier’(granietsoort met kristallen erin) en kiezel-leem. De gebruikte druivenrassen zijn bijna allemaal van Franse en Duitse oorsprong. Dus van Franse kant de beide Cabernets, de Merlot en de Pinot Noir. De wijnen werden en worden heel veel geëxporteerd naar Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland. Inmiddels zijn daar vele andere landen bijgekomen. De wijnstok vindt zijn weg langs hoge pergola’s. Alto Adige (Zuid Tirol) dankt zijn naam aan de rivier de ‘Adige’. Een zeer bekende rode wijn is de Santa Maddalena ( Sankt Magdalener), die ten noorden van Bolzano wordt gemaakt en wel van de druivenrassen de Schiava en de Vernatsch. Verder is een bekende wijn de Caldero (Kalterersee) gemaakt van de Schiava (milde rode wijn met amandeltonen, die jong gedronken moet worden). Een bekende witte wijn uit Zuid-Tirol is de Scelto-Terlano, die voor min. 50 % uit Pinot Bianco moet worden gemaakt. In het Italiaans sprekende gebied Trentino Alto Adige met z’n 38 gemeenten wordt zowel wit als rood gemaakt. De Lagrein en de Marzemino zijn heel bekend en een hele mooie is de Teroldego Rotaliano. De druif heet Teroldego en het produktiegebied heet Rotaliano. Het voert te ver om alle druivenrassen op te noemen, maar bijvoorbeeld de Duitse Gewürztraminer heet in het Italiaans de Traminer aromatico en de Weissburgunder heet de Pinot Bianco.

 

De Rivaner -druif, die je ook veel in Luxemburg tegenkomt is een kruising tussen de Riesling en de Sylvaner -druif. Tenminste, dat hebben we jarenlang gedacht! Men verwijst dan altijd ook naar de Müller-Thurgau -druif, die dr Hermann Müller-Thurgau eind 19e eeuw gekruist zou hebben. Nu is aan dit gegeven feit een eind gekomen, want na DNA onderzoek blijkt de Müller-Thurgau-druif een kruising te zijn tussen de Riesling en de Chasselas -druif. Dit is zeer geloofwaardig, want dr. Hermann was geboren in Zwitserland en heeft daar ook zijn hele leven gewoond en gewerkt. En de Chasselas-druif kom je al eeuwen lang tegen in Zwitserland. De Rivaner =synoniem voor de Müller-Thurgau-druif is dus GEEN kruising tussen Riesling en Sylvaner. De wijnboeken dienen herschreven te worden! De Scheurebe -druif is wel degelijk een kruising tussen de Riesling en Sylvaner-druif. De druif is ontwikkeld in het jaar 1916 en staat bekend om zijn goede bestand tegen koude en in goede jaren is ze gevoelig voor de Edelfäule (Pourriture Noble), Dus dan woorden er prachtige wijnen met het Prädikat ‘Auslese’ van gemaakt. Ze bevatten dan vaak ook een hoger suikergehalte dan de Rieslings, terwijl het zuurgehalte ongeveer hetzelfde is. Maar ze geven weer een grotere opbrengst dan de Rieslings! Is de rijping slecht geweest, dan is de wijn van de Scheurebe-druif erg mager. Maar goed, dat geldt voor bijna alle druiven.

 

We hebben het over een Hybridesoort. Dat is een druivenvariëteit. Dus niet afkomstig van de Vitis Vinifera. Het is een bastaardsoort zullen we maar zeggen. In het gebied Drôme is Zuid-Frankrijk werd in 1919 een bedrijfje opgericht door de familie Seyve Villard, die druiven wilde verkopen. Ze kruisten de Seibel 5656 met de Seibel 4986 (de Rayon d’Or -druif). Rond 1928 werden de eerste druiven verkocht en vaak als tafeldruiven voor directe consumptie. Nu kom je de Seyval Blanc -druiven bijna niet meer tegen in Frankrijk. Maar wel in Noord-Amerika, Canada, Engeland en in Brazilië. In het laatste land hebben ze de druif jarenlang voor de Sauvignon-druif aangezien. In Noord-Amerika, vooral in New York-state werden en worden ze geënt op inheemse onderstokken. Zoals daar zijn de Vitis Labrusca en bijvoorbeeld de Vitis Riparia. Doordat deze onderstammen een zeer hoog zuurgehalte geven en een laag percentage suiker, zijn ze goed bestand tegen koude en ziekten. In de staat Michigan kom je de Seyval Blanc-druif heel veel tegen. Maar ook bij de Finger Meren (350 km ten noordwesten van New York) en in het Chataugua-gebied (op de oostelijke oever van het Eriemeer). Verder in Niagra County en in de Hudson Valley. De gemiddelde zomertemperatuur bedraagt hier ongeveer 25 graden Celsius en de gemiddelde wintertemperatuur ongeveer – 5 graden Celsius. Dus de druiven zijn nogmaals goed bestand tegen de kou. In Engeland bij Reading bij de Thames Valley is een welbekende Australische wijnmaker al sinds 1988 met de Seyval Blanc-druiven in de weer. John Worontschak maakt er lichtvolle wijnen van, die een klein beetje aan Chablis-wijnen doen denken. Zelfs maakt hij er zoete dessertachtige wijnen van! Ook licht mousserende! Wel dan vaak icm. andere druivensoorten. Hij zweert dus bij de Hybriden-aanplant vanwege de sterkere eigenschappen. Dus beste Hans, ik denk dat de druif het ook in jouw tuin goed zou kunnen doen. Wat in Engeland kan, kan hier ook. En je vraag ‘bestaat er ook een rode variëteit’?, daar kan ik allen maar op antwoorden, dat er in Nieuw-Zeeland een hybride bestaat met de naam Seibel 5455. Deze is dus rood. Het zal wel heel ver weg verwantschap hebben.

 

De Sipondruif bestaat en al heel erg lang. Het verhaal gaat, dat in de tijd van Napoleon de officieren de wijn kregen aangeboden en na proeven zeiden: Tres ci bon! Vandaar! In Slovenie bij Prodravski, het gebied bij Drava wordt er zo'n 85% witte wijn van gemaakt. In dit prachtige gebied tussen de Drava en de Mura komt dus veel Cuveno vino (vrhunsko vino) voor. De bodem bestaat hier uit kalksteen met een laag mergel en uit vulkanisch gesteente. Vroeger had je hier wijngemeenten (Podokolie) met namen als Jerusalem en Kalvarija. De Sipon is een kleine druif en net als de Laski Rizling, de Traminac en de Sauvinjon doen ze het hier vrij goed. De droge witte Siponwijn heeft meestal een alcoholpercentage tussen de 9 en 11%. En vaak met een hoge zuurgraad. Maar ook als het weer goed meezit, maken ze er ook een wijn van, die is aangetast door edele rotting (Pourriture noble) en zelfs eiswijn komt voor. Verder is het zo, dat we de Sipondruif in Kroatie, Oostenrijk en in Hongarije tegenkomen. Alleen dan onder een andere naam. In Hongarije is de druif bekend onder de naam Furmint. En dat voert ons naar de wereldberoemde Tokay Aszu wijn. De trockenbeerenauslesewijn met de versies 3, 4 en 5 Puttonos. Maar dat is weer een heel ander mooi verhaal.Rond 1650 werd deze wijn voor het eerst gemaakt door een geestelijke.

 

Er bestaat het grote Champagne-huis Laurant-Perrier en zij staan nb. genoteerd op de Franse effectenbeurs. In deze dagen rond de goedheiligman Sinterklaas is het toepasselijk om de druif St. Laurent te noemen. Dit is een blauwe druivensoort, die heel goed kan wedijveren met de Pinot-Noir. Men denkt zelfs, dat het familie van elkaar is! De druif kan ook eerder geoogst worden dan de Pinot-Noir, vanwege zijn vroegere rijpheid! Het levert een vrij donkere, goed fruitrijke wijn op en de druif is goed bestand tegen ziekten. We komen deze druif tegen in Oostenrijk, Duitsland, Slowakije, voormalig Joegoslavië ( de Šentlorenka-druif ) en in Canada!

 

Chili, het grootse nieuwe-wereldwijnland heeft nu ongeveer 80.000 ha. met rode druivensoorten beplant en ongeveer 26.000 ha. met witte soorten. De Syrah komen we oa. tegen in de Acongacua Vallei met de zone Panquehue en de Casablanca Vallei. Zo’n dik honderd jaar geleden werden de eerste soorten hier aangeplant en dat hoefde niet op een Amerikaanse onderstam, aangezien ze in Chili nooit de Phylloxera-plaag gekend hebben. Dus zo de grond in! Ik heb het over de Cabernet Sauvignon, Cabernet Franc, Merlot en de witte Sauvignon, Chardonnay en de Riesling. Vanwege het ideale klimaat hier komen er nauwelijks ziekten voor. De gemiddelde zomertemperatuur schommelt rond de 30 graden. Nauwelijks bewolking, dus veel zon, waardoor er flink wat suikers in de druiven aangemaakt worden. En doordat de kalkstenen bodem zo diep zit, verkrijgt men zeer goede resultaten. Ik heb menige klassewijn uit Chili mogen proeven, petje af! Het jaar 2003 blijkt een topjaar te zijn! De Syrah-druif zelf komt van oorsprong natuurlijk uit Frankrijk en is oa. veel aangeplant in de noordelijke-Rhônestreek. Alle rode wijn van hier, komt van de Syrah-druif. En mede door de granieten bodem, die ook rijk is aan mineralen, leveren de druiven hier zeer delicate, krachtige, volle, tanninerijke, diepgekleurde wijnen op. En door het goede vakmanschap natuurlijk! Het klimaat hier is continentaal. Op z’n tijd regen met daarbij vaak harde wind. Als laatste vertel ik je, dat je in Californië de druif Petite Syrah tegenkomt. En dat is wel degelijk familie van de Syrah, want daar wordt nog wel eens aan getwijfeld!

 

De Tannat -druif komen we in Zuidwest Frankrijk tegen in wijnen zoals daar zijn de Madiran (samen met de Bouchy, Courbu Noir en de Pinenc-druif), Béarn, Irouléguy en de wijn Tursan. Deze wijnen zijn meestal goed tanninerijk en dat geldt vooral voor een mooie Madiran-wijn. Halverwege de 19e eeuw werd de Tannat-druif ook geïmporteerd in Uruguay en Argentinië en is daar bekend onder de naam ‘Harriague’. Er worden daar icm. de Cabernet Sauvignon en de Cabernet Franc mooie wijnen van gemaakt.

 

Teroldego Rotaliano. Teroldego= de druif en Rotaliano= het produktiegebied. We zitten in het zuidelijk deel in de provincie Trento, het Italiaans sprekende gedeelte. Hier kom je ook de Lagrein en de Marzemino -druif tegen, waarvan men vermoedt, dat de laatste wellicht familie is van de Teroldego-druif. Er zijn 38 gemeenten in de provincie Trento. Vaak zijn het verfijnde wijnen met toch weer dat bittertje in de smaak/ afdronk. En nu het antwoord op je vraag: Ja, in Californië kom je deze druif ook tegen. Maar ja, wat kom je daar niet tegen? Bijna alle bekende druivensoorten. Teveel om op te noemen! In het jaar 2002 was de totale oogst van de Teroldego 119 ton. Van de Cabernet Sauvignon 100 duizend ton en van de Chardonnay 427 duizend ton. Om even de gigantische verschillen aan te duiden.

 

Teroldego Ik heb hier zijdelings al een keer een stukje over geschreven. De vraag ging toen over Alto Adige in Trentino, Zuid Tirol in Italië. In het noorden heb je de gemeente Bolzano (Bozen in het Duits) en men spreekt hier ook bijna uitsluitend Duits. Er zijn hier 38 gemeenten, waar de bekende druivensoorten de Lagrein en de Marzemino verbouwd worden. In het zuiden vinden we uitsluitend de Teroldego Rotaliano. Teroldego is de druivennaam en Rotaliano het produktiegebied. Hier zijn vele Italiaanse restaurants te vinden. In het noorden niet. Er bestaat nog steeds vijandigheid onderling. Synoniemen voor de Teroldego-druif zijn: de Teroldigo of de Toroldola. Er bestaat enig genetisch verwantschap met de Lagrein-druif en men vermoedt dat de naam Teroldego afgeleid is van het plaatsje Teroldeghe in het district Tessin in Zwitserland. De Terodego-druif is een zeer oude soort. Reeds in 1480 werd de druif in een oorkonde vermeld. De wijnen, die ervan gemaakt werden waren zeer geliefd bij het Habsburgerhaus en bij het Weense hof. Nu nog worden er diepdonkere robijnrode wijnen van gemaakt met in de neus en fluwelen smaak vele hinten van pure, zwarte bessen. De wijn staat mede door de opvoeding op nieuw eikenhout ook bekend om de zeer lange afdronk. Een hele mooie wijn dus, die vaak binnen 4 jaar gedronken wordt, maar in mijn ogen kan de wijn rustig een jaar of 10 ouderen en wordt daardoor alleen maar mooier. Minimum alcoholpercentage van de D.O.C. Teroldego Rotaliano moet 11.5 % zijn met een zuurgraad tussen de 4.5 en 5.5.

 

Dan het verhaal over de Terret druif Verbouwd in het Zuid-Rhônegebied, de Lanquedoc-streek en in de Vin Pays d’Oc. We hebben het over de Terret-Blanc, de Terret-gris en de Terret-Noir! De twee witte druiven hebben een vrij hoge zuurgraad, vandaar dat de druif vroeger ook voor de cognacbereiding werd gebruikt. Nu dus ook in de wijnen van Corbières, Minervois en van Coteaux du Lanquedoc De Terret Noir kan voorkomen in de rode wijnen van Châteauneuf-du-Pape (hier tot wel 13 soorten toegestaan!) En oh ja, de familie Terret-Noir komt ook voor in Australië en in de Oekraïne! En dan te bedenken, dat je ook nog een druif hebt die Perret heet! Familie zeker?

 

Om te beginnen is de Terret-Blanc-druif niet de meest verbouwde druivensoort van het zuiden van Frankrijk. Dat was vroeger de Ugni-Blanc-druif. Nu zijn er vele verschillende witte druivensoorten in het zuiden van Frankrijk. Er worden inderdaad wijnen gemaakt van 100% Terret-Blanc (flinke grote trossen). Het zijn meestal frisse, fruitige wijnen, die een strogele kleur hebben. Vroeger hadden deze wijnen een zeer hoge zuurgraad, maar dat is nu gelukkig veranderd door de koude gistingsmethode (rond de 12 à 15 graden en de duur is om en nabij de 3 weken). Het bouquet geeft tonen van limoen en peer. In de smaak herken je ook inderdaad wat tonen van peer, verder wat perzik en mineralen. De wijn doet mij enigszins aan de witte Auxerrois-wijnen denken uit Luxemburg. Ook die mineralen in de smaak. Of aan een Moezelwijn, maar de Duitse Moezelwijnen zijn beduidend veel beter! Verder is de wijn lichtkruidig. In combinatie met de Sauvignon-Blanc wordt de wijn een stuk interessanter. Je houdt de lichte peren/perzik-smaak, maar de Sauvignon geeft de wijn nu zijn mooie zuurgraad. De zuurgraad ligt om en nabij de 4,5 tot 5 graden van de 100% Terret-Blanc-wijn. De wijn dien je echt binnen 2 à 3 jaar te drinken en is maximaal 5 jaar houdbaar. Het jaar 2004 schijnt echt top te zijn voor deze wijn! Als laatste vertel ik je, dat de Terret-Blanc-druif (synoniem: Terret Monstre, vanwege de grote trossen)) een zeer oud druivenras is en je komt de druif ook tegen in Algerije, Australië en in de Oekraïne.

 

De Tinto Fino is een gekloonde afstammeling van de Tempranillo -druif en voor velen is het dus een synoniem voor deze druif. We kennen de druif natuurlijk uit de Rioja-streek (Alavesa en Alta). Verder uit de streken Ribera del Duero, La Mancha, Valdepenas en voor een deel uit de streek Penèdes. Vele synoniemen voor de Tempranillo-druif zijn bekend, zoals daar zijn De Tinto Fino dus, maar ook de Cencibel, de Tinto de la Rioja, de Tinto de Toro en de Ojo de liebre. Om er maar een paar te noemen! In Alentejo in Portugal heet de druif Aragonez en in de Douro-vallei de Tinta Roriz. Buiten Spanje verder veel aangeplant in Argentinië en in Californië. In Californië (Central Valley) heet de druif Valdepenas.

 

We gaan verder en nu met de wijn uit Hongarije, de Tokaji Aszú-wijn. Ten eerste is de schrijfwijze anders. Ten tweede wordt deze wijn gemaakt van door edelrot aangetaste druiven. En ten derde heet de druivensoort de Furmint (vernoemd naar de Italiaanse stad Formia in Latium). De wijngaarden hier liggen op een hoogte van 150-300 meter boven de zeespiegel van het Eperjes-Tokaj-gebergte. Ze zijn ingesloten aan drie kanten door het dicht beboste Karpatenmassief. Je hebt hier lange, droge herfsten met ochtendnevels en dat is weer goed voor de Botrytis Cinerea (de Pourriture Noble, de Edelfäule of te wel de nobele rot)! Er liggen hier 28 dorpjes in het dal van de Bodrog. De ondergrond is van vulkanische oorsprong met lagen lava, loss of leem met veel mineralen. De oogst begint elk jaar op Sint Simon-dag en dat is 28 Oktober. De aangetaste druiven worden dan met de hand stuk voor stuk geplukt en in kleine kuipjes van 30 liter gedaan. Die kuipjes heten Puttonyos. Door hun eigen gewicht geperst, ontstaat een kleine hoeveelheid Tokaj Essence. Dat bevat 40 tot 60% suiker. Vervolgens wordt de pulp zachtjes geperst en vergist tot Tokaji-Aszú-wijn. Door toevoeging van 3 tot 5 kuipjes pulp in de nog jonge gistende most in de Gönci-vaten ontstaan de verschillende kwaliteiten. Een Gönci-vat bevat 136 liter. De lagering na de gisting duurt minimaal 5 à 7 jaar. Er zijn drie soorten Tokaji Aszú-wijnen. De 3 Puttonos bevat minstens 60 gram suiker en 30 gram extract. De 4 Puttonyos bevat minstens 90 gram suiker en 35 gram extract en de 5 Puttonyos bevat minstens 120 gram suiker en 40 gram extract. De kelders hier zijn uitgehouwen in het mergel van de grotten en zijn soms kilometers lang. Hoge vochtigheid en temperatuur tussen de 8 à 10 graden. Ze zijn al meer dan 770 jaar oud! Er worden natuurlijk hier ook droge wijnen gemaakt en wel van de Furmint -druif (70%) icm. de Hárstevelü - druif (25%) en de Sárgamuskotály -druif (5%). Ze worden gebotteld op Rijnflessen.

 

De Torrontes -druif is van oorsprong Spaans en is zoals zoveel autochtone Europese druiven net voor de Phyloxera-ramp in Argentinië geimporteerd en aangeplant. We hebben het over witte wijn. Bijvoorbeeld van het huis Santa Julia. De druif heeft een zeer grote opbrengst (200 hl/ha) en heeft een aangenaam bouquet met in de smaak tonen van ananas en ander tropisch fruit. De wijn dient wel binnen 3 jaar gedronken te worden. De Torrontes-druif is pas na de tweede wereldoorlog als zodanig geïdentificeerd. Ook in Chili kom je de druif tegen. Daar noemen ze hem de Muscat d' Autriche....

 

De Trebbiano is een zeer oude autochtone witte druivensoort, waarmee wereldwijd zo’n 135.000 ha is beplant. In het noorden van Italië kom je druif tegen oa. in Toscane, Emilia-Romagna en Abruzzo. Ook in Australië (white shiraz of St.Emilion genaamd) verbouwd men deze druif en in Zuidwesten van Frankrijk kennen we druif als Ugni Blanc. In de cognacstreek is het de basiswijn, waar men later via distillatie cognac van maakt. De witte wijnen zijn redelijk fruitrijk met een pittig zuurtje, welke men jong moet drinken en behoorlijk koud geserveerd!
 

Treixadura. Deze druif kom je veel in Spanje tegen, maar ook in Portugal. Hier wordt de Treixadura-druif de Trajadura -druif genoemd. De druif wordt icm. de volgende druiven, de Loureiro, de Azal branco, en de Dourado (Douradinho) gebruikt om er Vinho Verde wijn van te maken. Wijnen, die jong gedronken dienen te worden. Binnen twee à drie jaar! De wijnen hebben een laag alcoholpercentage. Meestal tussen de 7 à 10 procent. Het zijn goede dorstlessers en je kunt ze enigzins vergelijken met de witte wijnen uit Luxemburg, die gemaakt zijn van de Auxerrois-druif. Ook een laag alcohol-percentage. Vinho Verde staat voor ‘groene wijn’ van Portugal. Het groene hart van Portugal. Je treft hier bergen van 350 tot 1500 meter hoog aan. In 1908 kreeg het voor het eerst zijn eigen herkomstbenaming en in 1929 werd dat nog eens herzien en vastgelegd bij wet. Er heerst hier een echt zeeklimaat (Atlantische oceaan) en het gebied heeft een rijke regenval. Uit ervaring weet ik, dat het er ook vaak stevig en langdurig kan misten. Je hoort dan op het strand de oude vuurtorens een hard fluitsignaal geven voor de scheepvaart. De bodem hier bestaat uit veel graniet, wat leisteen en wat klei.....

 

De Triomphe d’Alsace is een blauwe druif (Beaujolais type wijn) met zeer goede resistentie tegen druivenziekten en is echt een wijndruif met een hoog suikergehalte. Oogsttijd omstreeks eind September/ begin Oktober.

 

We hebben het weer over Puglia (Apulie) in het zuiden van de laars van Italie. Ten eerste staat Uva voor druif en Uve voor druiven. Uva di Troia! We kennen allemaal het paard van Troje. Vanuit Griekenland is deze druif in Italie terechtgekomen. Deze druif is ook bekend met de volgende namen; Uva di Canosa, Nero di Troia, Uva della Marina, Sumarello en zo zijn er nog een paar namen. De druiven geven zeer donkerrode, bijna zwarte wijnen met hele stevige tannines. Ze wordt vaak vermengd met de Bombina nero, Montepulciano en de Sangiovese. Ik denk bijvoorbeeld aan Castel del Monte. (waar je trouwens fantastisch ook kunt eten..2 sterren). De wijnen doen het uitstekend bij geroosterd gekruid vlees. Maar nu komt het! Er wordt bij het wijnmakersproces Microbullage toegepast. Op z'n Nederlands Micro-oxydatieproces. Dat is bedacht door een wijnmaker uit de Madiranstreek in Frankrijk. We praten over zeer stevige wijnen van nature. Mede ook door druiven van nog jonge wijngaarden. We hebben het dan over groene, harde, stevige tannines in de wijn. Wat doen ze nu als de wijn in de grote roestvrije stalen tanks ligt opgeslagen? Ze injecteren bewust de wijn met zuurstof een aantal malen. Ipv. het ouderingsproces op vatrijping verkrijg je nu een wijn, die verzacht en ronder wordt in een kort tijdbestek. Het worden dan eerder meer toegankelijker wijnen en dus commercieel voor velen wijnmakers interessant! In Portugal kent men dat proces ook inmiddels. Want ook daar kom je zeer zware wijnen tegen, die pas drinkbaar worden na heel veel jaren bewaren. De wijnen gemaakt van de Uva di Troiadruif leveren een bloemrijk bouquet op van zwarte bessen en wat nat hout.

 

De Uva Negra is van oorsprong een Spaanse druif. Een rode druivensoort, die je vroeger nog veel in het noordwesten van Spanje kon aantreffen en wel in Taragona (Catalonie). Nu zij er nog een paar bedrijfjes, die van deze druiven een aromatische rode wijn maken. Ik denk dat de Uva Negra een moeilijke druivensoort is om in Nederland buiten goed te laten gedijen. Vroeger zag je de druif veel in het Noordwesten van Spanje. Nu zie je druif daar bijna niet meer. Enige synoniemen: de Brancellao, de Alvarello en de Uva Gallega. Ik zou de Glorie van Boskoop aanraden voor ons klimaat hier…. Heb je een tuin, dan dien je de plant op het zuiden of op het oosten te planten. De grond is nu al aardig opgewarmd, dus het is nu een perfecte tijd ervoor! Wel eerst voorzichtig uit de pot halen. Op ongeveer 25 à 30 cm. uit de muur graaf je een flink diep gat en bij een goed tuincentrum heb je kalkgruis/mergel gehaald en stalmestkorrels. Hiervan gooi je een paar flinke scheppen in de grond. Je kunt er ook nog een paar stukgeslagen kalkzandsteen bij doen. Nu plant je de Uva Negra in de grond en vul je het gat weer aan. Even goed bewateren en klaar ben je! En nu maar laten groeien. Je kunt een pergola op ongeveer 2,5 meter hoogte aanbrengen en daar later de druivenscheuten aan begeleiden. De wingerd is een hele sterke plant. Je hoeft er de eerste jaren niet veel meer aan te doen. De natuur moet gewoon nu zijn gang gaan. Wel dien je de eerste jaren bij de groei de onderste uitlopers weg te knippen, zodat alle sappen naar boven stromen. Wel Harm en Ruth, succes ermee en veel plezier…

 

Uva is het Italiaanse woord voor druif. In de Piëmonte-streek in Noord-Italië, waar men de Gattinara-wijn maakt, worden de Uva Rara -druiven voor zo’n 5 à 10 % bij de verplichte min. 90 % Nebbiolo -druiven vermengd. Dit om de wijn ietsje zachter te doen smaken. De Nebbiolo-druif wordt hier de Spanna-druif genoemd en staat bekend om zijn hoog zuurgehalte (+ zware tannines). Vandaar! Verder moet de wijn een min. van 12% alcohol bevatten en rijpt minimaal 2 jaar op vat. De oogst is meestal erg laat. Rond 10 Oktober. De naam Piëmonte met in het noorden de Alpen staat voor: aan de voet van de bergen. (pie-monte). De Barolo-wijnen uit dit zelfde gebied dienen voor 100 % uit Nebbiolo-druiven te bestaan.

 

Ik probeer weer een antwoord op je vraag te maken omtrent de Valpolicella -wijnen, die gemaakt worden rondom het gebied van Venetië. Je hebt twee soorten qua wijn: de Valpolicella amarone en de Recioto della Valpoliccella. Amarone staat voor de droge versie en Recioto voor de zoete versie. De wijn wordt gemaakt van de Corvina en de Rondinella druif. De normale Valpolicella wijn moet binnen 4 jaar gedronken worden. De Secco, de amarone dus, kan bij goede rijping van 3 tot 5 jaar op eikenhouten fusten stukken langer mee. Dus Marcel, kijk op het etiket, wat voor type heb je in huis? In 1988 heb ik Azienda Allegrini bezocht, wat al voor drie generaties in handen v/d familie was en nog steeds is. Het domein telde toen 30 Ha groot. Ik heb toen een, laten we zeggen, een Cru van dit domein geproefd, te weten 'La Grola' uit het jaar 1985. De gisting had 8 à 12 dagen geduurd. Het was een wijn met een middiepe kleur en zwaar viscoos met een vol geurend bouquet van mint, drop, romig en een vleugje vanille en in de geconcentreerde fruitige smaak kwamen als houvast bramen en frambozen voor. En met prachtige zuren en tannines voorzien. De tweede wijn was de Recioto '85. Een dik roodpurperen wijn, olieachtig in het glas nahangend en met een geur van hooi, metaal en wat medicinale ziekenhuislucht. De smaak was zeer diep en breed lang nablijvend. Toch sterk op een Banyuls wijn lijkend, als op een mooie Port ( geen vintage Port natuurlijk) Ook heerlijk bij kazen of een heerlijke frambozentaart. Wel Marcel, ik hoop je wat verteld te hebben en bedankt voor je reactie... Wijn is liefde!

Mijn dank voor zoveel aandacht alleen schrijft Ger soms dingen op die ik al genoemd heb bv. "ik heb een Amarone in huis die van drie druivensoorten gemaakt is" maar nu moet ik van Ger kijken of het een Amarone is of een Secco (???) en volgens Ger wordt hij van maar twee druivensoorten gemaakt! Gaat het wel Goed met Ger of is hij gewoon overenthousiast? Dat deze Amarone geen 15 jaar bewaard kan worden is wel duidelijk gezien zijn producent maar ik laat je/jullie weten hoe hij smaakt. De stelling dat wijn liefde is (door Ger geponeerd) levert volgens mij meer gespreksstof op dan die twintig letters op een kurk maar ieder z'n meug zij de wijnboer.

Ha die Marcel, Je zit er wel bovenop, je bent niet zo snel tevreden, heb ik in de gaten. Je goed recht natuurlijk. Met secco heb ik willen aangeven, dat 'amarone' voor de droge versie staat. Ik was inderdaad de Molinaradruif vergeten te vermelden. Alles blijft natuurlijk een indicatie van mijn kant en het gaat heel goed met mij. Dus het zijn de druiven Corvina Veronese( 40%), de Rondinella en de Molinara, waar de Valpolicellawijn van gemaakt wordt. Kijk, ik zou je ook nog kunnen vertellen, dat tot 15 % nog vier andere druivenrassen erbij mogen verwerkt worden. Het zijn lichte wijnen en omdat je erom vraagt...als er Superiore op het etiket staat vermeld dan moet de wijn 1% meer alcohol bevatten en als er ook nog 'Classico' op vermeld staat dan hoort de wijn bij de besten uit de streek. Wat een hele goede is, is van het huis Santi's Castello, maar die passen zoals maar weinige huizen daar doen, nog een ander wijnmakersproces toe. Dan krijgt de wijn veel meer body.

 

Rueda, dat ten noordwesten van Madrid ligt en ten zuidwesten van Ribera del Duero (Duero=de rivier) werd in de 10e eeuw totaal verwoest achtergelaten door de terugtrekkende Moren. Voor zeker 100 jaar lag de landbouw stil, wat overigens de bodem ten goede kwam! (veel kalksteen/mergel ) De natuur herstelde zich en de bodem werd zeer vruchtbaar. Men ontdekte de in het wild groeiende Verdejo-druif en men begon er wijn van te maken. Dat wil zeggen, men maakte er toen al versterkte wijnen van. Veelal voor de vele koningen van de omliggende provincies. (Sherry-achtige wijnen, die overigens ‘Vinos generosos’ worden genoemd). En dat gebeurt hedententage nog steeds. Na een paar eeuwen brak de vreselijke Europese druivenziekte de ‘Phylloxera’ uit en Rueda werd daarbij ook niet gespaard. Daarna kwam in de 20ste eeuw de grote, verschrikkelijke dictator Franco in Spanje aan de macht en brak de Spaanse burgeroorlog uit. Die had niets met wijnmaken op en zoals we nu weten met vele andere zaken ook niet! De wijnbouw in Rueda ging op oude manier en op kleine schaal verder, maar veel was het niet meer. Totdat er in 1971 een groot iniatief werd genomen door de heer Francisco Hurtado de Amezaga y Dolagray, de toenmalige directeur van het beroemde Rioja wijndomein ‘Marques de Riscal’. Hijzelf, een groot wijnmaker nu, wist zijn grote voorbeeld en voormalig leraar Professor Emile Peynaud uit de Bordeaux-streek over te halen om nieuwe orde op zaken te stellen. Uitgangspunt voor Francisco (Paco) was de overtuiging, dat je van de Verdejo-druiven een witte wijn kon maken, die kon wedijveren met de witte wijnen uit Duitsland. Met de moderne technologie, zoals roestvrij stalen tanks, koude fermentatie, het hermetisch afsluiten van de most en het inspuiten van koolzuurgas zorgde ervoor, dat een nieuwe wijn werd geboren! Verder werd op grote schaal de Sauvignon-blanc-druif aangeplant. Het gevolg nu is, dat een witte wijn uit Rueda voor 100 % bestaat uit Verdejo of voor 100 % uit Sauvignon-Blanc of men heeft er een assemblage van gemaakt. Het zijn wijnen met een strogele kleur, met peer en wat perzik in de neus en de frisse, knisperige smaak komt kruidig over met zelfs wat cassistonen. Volgens sommigen doen ze enigzins denken aan de Sancerres uit de Loire-streek. Top-producenten van deze Denominación de Origen-wijnen zijn: Marques de Riscal, Yllera, Aura en Castilla la Vieja. De sherry-achtige wijnen (de Palido’s) worden ook nog steeds gemaakt, zij het nu in kleine hoeveelheid. En volgens het oude ‘solera-systeem’! Deze versterkte wijnen bestaan uit de Verdejo, aangevuld voor maximaal 50 % Palomino en Viura. Verder is het zo, dat men nu in Rueda op grote schaal de Cabernet-Sauvignon-druif en de Tempranillo-druif heeft aangeplant. In het voor Spaanse begrippen vrij koele, zonnige continentale klimaat zal dit in mijn ogen een fantastiche combinatie als rode wijn opleveren!

 

Er bestaat ook een Gros Verdot, het enige wat ik daar van weet is, dat het geen familie van de P.Verdot is, hoe vreemd dat ook klinkt! De P.Verdot wordt ook wel de Verdot Rouge genoemd. De druif wordt ook in Chili en Californië gebruikt (districten Napa, Sonoma, Mendocino). De kenmerken zijn: rijk, krachtig, veel bouquet en hoog alcohol (13 à 14%). De wijn heeft een mooie diepe kleur en flinke stevige tannines. Ze wordt gebruikt om bij te mengen veelal in de Medoc vanwege deze eigenschappen. (Chateau Palmer, Lascombes, Marquis de Terme) Je ziet de druif niet zoveel meer, omdat het een zeer laat rijpende druif is en soms komt ze helemaal niet tot volle rijping, vandaar! In Californië werd de oogst 1999 pas in begin November binnengehaald.

 

De Verduzzo-druif is een zeer oude autochtone druif, die zelfs al voor het Romeinse rijk werd gebruikt. Er worden droge, halfdroge, zoete en licht mousserende (frizante) wijnen van gemaakt. Er is ongeveer 4500 ha mee beplant en wel in het noordoosten van Italië, te weten in het gebied Friuli-Venezia Gulia. Vele tafelwijnen (mengwijnen) worden er van gemaakt, maar ook een aantal geclassifiseerde D.O.C. wijnen. Bekende DOC wijnen zijn Colli Orientali del Friuli, Friuli Annia, Friuli Aquileia, Friuli Grave, Friuli Isonzo, Friuli Latisana en Piave. Beroemd zijn de zogenaamde strowijnen, die op de passito manier worden gemaakt. De geplukte druiven worden opgehangen aan stromatten of in bakken gelegd om te drogen en in te krimpen totdat het bijna zelfs rozijnen zijn geworden. Het suikerpercentage wordt dan dusdanig hoog, dat men er zoete wijnen van gaat maken. De DOCG-wijn Ramandolo is een bekende zoete dessertwijn. De passito manier van wijn maken vindt je verder ook terug in dit grote gebied rondom Venetië (Toscane: de Vino Santowijnen), Valpolicella (Recioto della Valpolicella-amaronewijnen). Ook in Spanje (halfdroge tot zoete sherry's bij de Pedro Ximenez-druif). In de Jura in Frankrijk (vin de paille-wijnen) alsmede ook op het Griekse eiland Samos, welke tevens de naam van de wijn is (gemaakt van de muscat blanc a petits grains-druiven). Vele andere regio’s in de grote wijnwereld hanteren deze manier van wijn maken ook.
 

Om te beginnen is deze hybride vernoemd naar Jean-Louis Vidal. In de jaren dertig en veertig was hij werkzaam in het gebied Charentes, de cognacstreek. Hij kruiste de Ugni-Blanc met de Rayon d’Or (Seibel 4986). Het is een druivensoort, die als weinige soort zeer goed bestand is tegen koude. De druif kan nog een temperatuur velen van om en nabij de minus 20 graden! Dat is goed koud zeg! Je komt de druif tegen in Canada en in het oosten van Amerika. Het is een kleine druif met een zeer dikke schil. Er is ongeveer 950 ha. mee beplant. Er wordt droge witte wijn van gemaakt, maar ook Spätlesen en Eiswein. In het bouqet komen we hinten van perzik en aalbes tegen. Verder doet de wijn gemaakt van de Vidal Blanc -druif wat aan een Riesling-wijn denken. Dag Roel…

 

De Viognier -druif. We reizen af naar het Noorderlijk Rhône-gebied in Frankrijk. Hier komen we wijnen tegen van de AC. Condrieu. Er is hier ongeveer op de rechteroever van de Rhône 110 ha. aangeplant met de Viognier-druif. Deze zeer oude inheemse druif doet wat aan de Muscaat-druif denken en zeker in het bouquet van de wijn. Je ruikt er wat abrikozen in en bloemetjes, zoals viooltjes. Verder denkt men, dat het verre familie is van de Chasselas -druif. De wijnen hebben een lichtgouden kleur, een bloemrijk bouqet dus en een vrij hoog alcohol-percentage. Verder in de kruidige smaak is het de enige wijn ter wereld, die het midden houdt tussen een Riesling en een Chardonnay-wijn. Ze worden soms nog gebotteld in een slanke, hoge geelbruine fles. Het zijn prachtige witte wijnen, die wel jong gedronken dienen te worden. Zo’n beetje binnen 5 jaar na de oogst. Eén van de beroemdste wijnen van daar is Château Grillet. Een zeer dure wijn en de wijngaard hiervan behoort tot de twee kleinsten van Frankrijk met een eigen AC.! De wijngaard is ongeveer 3,5 ha. groot. De wijngaard van het beroemde Bourgogne-huis La Romaneé-Conti is kleiner, namelijk ongeveer 1 ha. Château Grillet is nog steeds in handen van één familie en wordt sinds 1994 geleid door Isabelle Baratin-Canet. Zij is een nakomeling van de familie Neyret-Gachet en dat voert terug naar het jaar 1830! De laatste jaren wordt de Viognier-druif nu ook verbouwd in Californië. Een paar synoniemen zijn: de Viogne, de Vionnier en de Galopine. De druif kom je ook tegen als versnijwijn in de Beaumes-de-Venise en in de wijnen van de Côte Rôtie. Bij deze laatste (rode) wijn is dat om de wijn iets toegankelijker, minder hard te maken.

 

Weisser Riesling is gewoon het synoniem voor de Duitse Riesling -druif. In Oostenrijk wordt de Rieslingdruif de Rheinriesling genoemd. In het noorden van Italië de Riesling Renano. In New Yorkstate in de USA. de White Riesling. Dat is ook zo in Ontario en in Brits Colombia (Canada). In Zuid-Afrika de Johanisbergriesling. In Australië de Rhine Riesling. Ik bespaar je de synoniemen uit het voormalig Oostblok. Ik noem een paar aardige nog: De Donauriesling, de Moselriesling, de Edelriesling, de Oberländer en jawel de Niederländer. Wie had dat gedacht? De Niederländer! Wist je trouwens hoe ze in Duitsland de Pinot Blanc-druif noemen? Antwoord: De Weisser Burgunder!

 

Rond 1830 bracht verpleegkundige George Gibbs enige soorten druiven naar Long Island in de staat New York. Hij had deze soorten meegenomen uit het Koninklijk Oostenrijks instituut voor landbouw. In Amerika werden ze in kassen gekweekt als consumptie-druiven (goed voor de gezondheid). Onder deze soorten was ook de Crljenak kaštelanski - druif uit het huidige Croatië. Men vermoedt dat deze zijn oorsprong heeft uit Albanië of Griekenland. Ik hou het op Griekenland, aangezien via DNA-onderzoek is vast komen te staan dat de druif Primitivo uit het zuiden van Italië dezelfde genetische eigenschappen heeft. De Grieken dreven als eerste land handel in wijn met Italië. Zij brachten dus de wijncultuur van Italië op gang. Tussen 1930 en 1940 werden de eerst wijngaarden beplant in Californië met deze druivensoort. In het jaar 2001 heeft men weer via DNA-onderzoek op de universiteit ‘Davis’ in Californië bewezen, dat ook de Zinfandel -druif dezelfde genetische eigenschappen heeft als de Primitivo en de Crljenak kaštelanski -druif. Nu is er in Californië ongeveer 20.000 Ha wijnbouwgrond met de Zinfandel-druif beplant (oa. In Mendocino County, Sonomo County en Sierra Foothills). Ze worden op 3 manieren gevinifieerd nl. via de methode macération carbonique (Beaujolais type wijn), de traditionele methode en als late harvest (=de Pourriture Noble methode, waardoor je een zeer rijpe, zoete rode dessertwijn verkrijgt). De Zinfandel tref je in kleinere hoeveelheden ook aan in de Amerikaanse staten New Mexico en Oregon. Verder ook in Australië en in Zuid-Afrika. De Zinfandel-wijnen die ikzelf geproefd heb, barsten altijd uit van het kersenfruit

 

De Zweigelt is een kruising tussen de St. Laurent - druif (verwant en afstammeling v/d Pinot Noir-druif) en de Blaufränkisch-druif, die we kunnen aantreffen in Oostenrijk en Canada. Genoemd naar Dr. Fritz Schweigelt. Er worden aardige rode wijnen van gemaakt, die ook potentie hebben om wat te ouderen.De bloeiperiode van een wingerd is in mijn ogen de belangrijkste van het jaar, andere omstandigheden even daar gelaten! Wanneer de plant uitloopt en de wijnbladeren verschijnen begint het hele proces van knop, wijnblad, vruchtzetting en tot volwassen rijping van de druiven zelf. Dit proces heet celdeling. De plant doet het allemaal zelf! Er worden voedingstoffen uit de bodem gehaald en het grootste gedeelte wordt aangeleverd via de bladeren. Wanneer de bloesemperiode is aangebroken en in volle bloei, wordt het tijd om de weergoden goed te gaan stemmen! Gaat het namelijk tijdens deze periode (7à 10 dagen) flink regenen, of nog erger regenen en stevig waaien, dan kun je al vaststellen, dat deze nieuwe oogst karig zal zijn! De bloesem wordt flink vernietigd, dus krijg je onregelmatige vruchtzetting (Coulure in Mei, Juni, begin Juli)) of nog erger bij extreem slecht weer bijna helemaal geen vruchtzetting (Millerendage)! De trossen met vele kleine groene puntjes, die dan niet bevrucht zijn, groeien dus niet uit tot mooie volle druiven! Wat zijn bijvoorbeeld in Frankrijk de beste omstandigheden: 1) In het voorjaar mag het regenen, dat bevordert de groei… 2) In Mei en Juni graag weinig wind en wel warmte, dat bevordert de bloei…3) In Juli en Augustus graag nog steeds warmte en af en toe een bui, dat bevordert de groei van de druif. Als laatste vindt dan vindt ongeveer vanaf 10 Augustus tot de oogst in September de rijping en de suikeropbouw en de afname van het zuurgehalte (wijnsteenzuur, appelzuur) plaats. Er is Geen sprake van bevruchting, wel enige bestuiving door de wind! Er komen dus geen bijtjes aan te pas, om het zo maar te zeggen!

Foto's van druiven vind je op: Foto Wijn Europa 2

 

 Home

Sitemap

Pictures

Wijn

Baukje